Eerste rommeltuin binnenkort in Utrecht: wordt het tijd voor een junk pool?

Een oud bankstel, pallets, autobanden en spijkers. Het lijkt op het eerste gezicht niet op een speeltuin. Toch is dit precies de plek waar pedagoog Martin van Rooijen graag wil dat kinderen komen. Het is volgens hem de ideale manier om kinderen uit te dagen, vrijheid te bieden en hen te leren risico’s in te schatten. Na vele voorbeelden hiervan in Noord-Europa opent 20 april in Nederland de eerste junk playgrounds ‘Avonturen Speeltuin’. Wordt het tijd voor een junk pool?

Risico of gevaar

In de ‘rommelspeeltuin’, die is gevestigd in Utrecht als onderdeel van speeltuin Fort Luna, worden kinderen niet beperkt door standaard speeltoestellen. In plaats daarvan worden ze uitgedaagd door rommel, voornamelijk afkomstig uit de kringloop. Dit maakt niet alleen de speeltuin interessanter, maar ook duurzamer. Wat deze speelplek nog meer uniek maakt, is dat ouders niet welkom zijn. Het spelen verandert voor kinderen als zij in de buurt zijn. Ze hebben dan niet de vrijheid om te doen wat ze echt willen: spanning opzoeken, vies worden, experimenteren. Maar er is uiteraard wel toezicht, de speeltuin wordt nauwlettend in de gaten gehouden door getrainde ‘playworkers’. Deze professionals houden toezicht en schatten in of de activiteiten van de kinderen gevaarlijk kunnen zijn. Zij maken steeds het onderscheid tussen risico en gevaar. Als er een risico op gevaar is, grijpen ze uiteraard in.


Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen bij het automatiseren van processen in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Minder ongelukjes

De rommelspeeltuin is geïnspireerd op de ‘junk playgrounds’, een concept dat oorspronkelijk is ontwikkeld door de Deense landschapsarchitec Carl Theodor Sørensen. Hij zag dat kinderen behoefte hebben aan een plek waar ze hun verbeelding en creativiteit kunnen beleven en uitdrukken zowel individueel als collectief en bouwde in 1943 net buiten Kopenhagen, de eerste ‘Skrammellegeplads’.  Het principe van de rommeltuin is dat kinderen worden blootgesteld aan verantwoorde risico’s. Want risicovol spelen heeft vele voordelen, waaronder het opbouwen van autonomie, zelfvertrouwen en weerbaarheid. Kinderen leren omgaan met teleurstellingen en ontwikkelen zo veerkracht. Kinderen blijken ook beter in staat te zijn om in te kunnen schatten of iets gevaarlijk is voor hen dan wij denken. Uit onderzoek komt zelfs naar voren dat kinderen in zo’n speeltuin juist beter opletten en er minder ongelukjes gebeuren dan in reguliere speeltuinen. Door kinderen dus te laten spelen en juist de risico’s te omarmen in plaats van deze weg te nemen, geef je hen de kans om belangrijke vaardigheden te ontwikkelen die ze later in het leven nodig zullen hebben. Je daagt de kinderen uit, maar stelt ze niet werkelijk bloot aan gevaar.

Lees ook: Risicovol spel: ‘houd kinderen zo veilig als nodig en niet zo veilig als kan’

Junk pool

Natuurlijk is het niet raar dat wij als volwassenen vaak te veel gevaar zien en daardoor ook te veel bezig zijn om alle risico’s te vermijden. Wij willen dat het veilig is en als het gaat om zwembaden, dan moet het (leren) zwemmen uiteraard ook heel veilig zijn. Dit mag nooit worden onderschat. Maar dat neemt niet weg dat wij de kinderen misschien wel meer kunnen ‘leren ontdekken’. Niet te snel bijsturen, maar laat het de kinderen zelf ervaren wat wel en niet werkt. Kinderen hebben een enorme fantasie. De kunst is om deze te gebruiken en vooral niet af te remmen. Beleving stimuleert kinderen om te ontdekken en te leren. Met alle materialen die er zijn, kan zoiets natuurlijk ook in het zwembad: een junk pool waar kinderen hun hart op kunnen halen én heel veel waardevolle lessen voor later.

Martin van Rooijen is pedagoog en doet al jaren onderzoek naar risicovol spelen. Met ‘De Blauwe Ton’ deelt hij zijn kennis en ervaring onder meer door het geven van workshops en presentaties over vrij spelen.