Het kan niemand zijn ontgaan, op 1 januari dit jaar is de Omgevingswet en meer specifiek: Hoofdstuk 15 van het Besluit Activiteiten Leefomgeving (de ‘Zwemwaterwet’) ingegaan. En dit zorgt voor een grote verandering. In de nieuwe wet ligt de nadruk op doelen en niet meer op middelen, wat managers moet stimuleren bewuster te kijken naar risico’s en beheersmaatregelen. Daarnaast zijn parameters toegevoegd en aangescherpt om het zwemmen en werken in een zwembad gezonder te maken. Marc Vierboom juicht de nieuwe wet zeker toe. Maar hij ziet ook dat nog lang niet alle zwembaden alles op orde hebben en dat baart hem wel enigszins zorgen.
In 2011 werd de eerste aanzet gedaan voor de ontwikkeling van de Omgevingswet: één wet die alle wetten op het gebied van de fysieke leefomgeving vereenvoudigt en bundelt. Twaalf jaar en een aantal uitstelmomenten later, was het afgelopen januari een feit. Marc Vierboom, als adviseur bij Synarchis nauw betrokken bij de Omgevingswet, is blij dat het eindelijk zover is. “De vernieuwde wet verbetert de (werk)omgeving van medewerkers en bezoekers. Wat niet wil zeggen dat zwemmen ongezond was, maar de manier ‘waarop’ wordt vrijer en we hebben meer handvatten.” Daarbij vindt Marc dat de wet ook uitvoerbaar is. “De zwembaden moeten kunnen voldoen aan de nieuwe en aangepaste parameters. Daarnaast ontstaat door de focus op doelen in plaats van middelen meer ruimte voor eigen inbreng en innovaties. Managers worden nu gedwongen om anders naar hun bedrijfsvoering te kijken, waardoor zij meer naar eigen inzicht kunnen handelen.” Inmiddels zijn we een paar maanden verder, maar hoe staat de zwembranche er nu eigenlijk voor?
Sluiting
Marc zocht het uit en moet helaas constateren dat uit de metingen van de afgelopen maanden blijkt dat lang niet alle zwembaden grondig voorbereid waren. “Gelukkig is er een overgangstermijn (één jaar voor de aangepaste en nieuwe parameters), maar sommige zwembaden zouden moeten sluiten bij onder- of overschrijdingen op parameters.” Wanneer zwembaden niet voldoen aan de wettelijke eisen, volgt immers een sluiting (voor dat betreffende bassin, op dat moment, tót de waardes weer goed zijn). Hiervoor wordt wel een onderscheid gemaakt, de parameters zijn ingedeeld in verschillende klassen. “Bij klasse I volgt directe sluiting, bij klasse II na twee opeenvolgende overtredingen en bij klasse III na drie keer op rij. Een uitzondering geldt voor vrij chloor, gebonden chloor, zuurgraad en doorzicht, mits er binnen 30 minuten doeltreffend wordt gehandeld en er geen gezondheidsrisico’s zijn.”
Lees ook: Wouter de Haas: ‘Niemand weet precies wat een ongewoon voorval is’
Pijnpunten
De soep wordt door de overgangsperiode echter nog niet zo heet gegeten als die wordt opgediend. Er is een jaar uitgetrokken om aan de parameters te voldoen en twee jaar voor het opstellen van de risicoanalyse en het beheersplan. Desalniettemin is het van grote waarde om te weten waar nu de pijnpunten zitten. Nu blijkt dat zwembaden met name de parameters waterstofcarbonaat, chloraat en bromaat lastig binnen de marges kunnen houden. “Het lukt 60% van de zwembaden niet om waterstofcarbonaat op orde te hebben, wat dramatisch is als dat leidt tot sluiting.” Voor bromaat en chloraat zijn vooral zwembaden met bulkopslag in de problemen. “Zo’n 27% heeft een overschrijding van bromaat en 51% voor chloraat. Zwembaden die werken met zoutelektrolyse en geen opslag hebben, doen het beter: slechts 7% voldoet niet aan de norm voor chloraat en geen enkel zwembad overschrijdt de grenswaarde voor bromaat.” Dit is niet verwonderlijk, vult Marc aan, aangezien chloraat ontstaat wanneer chloorbleekloog in de opslagtank veroudert. “Voorheen was dit geen probleem omdat deze parameter niet in de regelgeving (Whvbz/Bhvbz) was opgenomen, maar dat is nu veranderd. Vooral buitenbaden moeten hierop letten, omdat zij alleen in het zomerseizoen open zijn en vaker te maken hebben met verouderd chloorbleekloog.”
Urgentie
Toch maakt Marc zich over de overschrijdingen op zich niet zo veel zorgen. “De parameters zijn haalbaar, daarvan ben ik overtuigd. Waterstofcarbonaat is hier waarschijnlijk een uitzondering op, maar inmiddels wordt daar ook vanuit het ministerie naar gekeken. Het zou kunnen dat deze norm wordt aangepast. Anders moet je meer spoelen met water of meer bicarbonaat toevoegen, maar ook dat is te overzien.” Wel ziet Marc dat de urgentie bij te veel managers ontbreekt. “We zitten weliswaar in een overgangstermijn, maar met het op orde krijgen van de parameters kun je niet in december beginnen.
Lees verder in ZwembadBranche #94
Wil jij de volgende editie van ZwembadBranche ook (thuis) ontvangen? Meld je dan aan voor een gratis abonnement via deze link.