Wanneer je één lijn trekt, maakt het niet meer uit waar je woont

Het aantal kinderen met een zwemdiploma uit gezinnen met een laag inkomen is opmerkelijk lager dan het aantal kinderen uit gezinnen met een hoog inkomen, zo beek uit onderzoek van het Mulier Instituut. Circa 25% van de kinderen uit de laagste inkomensgroep heeft geen diploma, terwijl dit percentage slechts 2% is voor kinderen uit gezinnen met het hoogste inkomen. Mirjam Stuij is werkzaam bij het Mulier Instituut en voert onderzoek uit naar sport, beweging, sociale ongelijkheid, zorg en betekenisgeving. Zij keek naar wat het voor kinderen die in een gezin met geldzorgen opgroeien lastig maakt om zwemdiploma’s te behalen. 

Financiële toegankelijkheid

Het vergroten van de financiële toegankelijkheid van sport is één van de speerpunten van het Nationale Sportakkoord. Ondersteunende regelingen voor gezinnen met een inkomen rond het sociaal minimum kunnen financiële belemmeringen voor zwemles verminderen. Deze regelingen moeten zo ouders met een inkomen rond het sociaal minimum in staat stellen om hun kind op zwemles te doen, maar Mirjam kwam in haar onderzoek tot een andere conclusie. “Niet alle ouders krijgen dezelfde vergoeding en de regelingen verschillen per gemeente. Sommige dekken het volledige traject, terwijl anderen bijvoorbeeld stoppen na het B-diploma of een vast bedrag bieden. Ook de normen voor het inkomen verschillen, wat betekent dat de vergoeding sterk afhangt van iemands woonplaats. Leren zwemmen is belangrijk voor de zwemveiligheid van kinderen, maar Mirjam benadrukt dat dit ook van invloed is op de sociale ontwikkeling van kinderen. “Kinderen die niet kunnen zwemmen, kunnen niet deelnemen aan wateractiviteiten. Als vriendjes of vriendinnetjes een kinderfeestjes in het zwembad organiseren of afspreken bij het water, kunnen zij niet meedoen.”


Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen met het schoonmaken en schoonhouden van jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Lees ook: Geld belangrijke reden voor opzeggen abonnement of lidmaatschap

Sociale ontwikkeling

Dat ieder kind kan leren zwemmen dus van groot belang. Een aanbeveling is daarom een landelijke minimum richtlijn ten aanzien van de financiële tegemoetkoming voor gezinnen met lage inkomens. “Wanneer je één lijn trekt, of in ieder geval een goed minimum, maakt het veel minder uit waar je woont. Elk kind kan dan leren zwemmen, ook als de ouder dat niet kan betalen.” Ook zag Mirjam in haar onderzoek dat er ouders zijn met een inkomen net boven de grens, maar het evengoed niet kunnen betalen. “Ik besef heel goed dat het lastig is te bepalen wanneer iemand de zwemles niet meer kan betalen. Naast het inkomen, gaat het natuurlijk ook om de vaste lasten: wat houdt een gezin dan nog over? Zeker door de inflatie en hoge energiekosten zien we dat steeds meer gezinnen in geldproblemen komen. Maar ook hiervoor moet aandacht zijn, deze gezinnen mogen niet buiten de boot vallen.” Daarnaast weten veel ouders niet dat deze financiële tegemoetkomingen bestaan of zij schamen zich om het aan te vragen. Mirjam zou daarom graag zien dat het aanvragen van financiële steun meer uit de taboesfeer wordt gehaald. “Schaamte over de financiële situatie speelt mee bij het niet aanvragen van deze hulp. Dat snap ik heel goed, meer bekendheid over de regelingen en weten dat je niet de enige bent die dit nodig heeft, kan helpen om de stap kleiner te maken.” Ook heeft Mirjam gemerkt dat de regelingen soms dusdanig complex zijn, dat het mensen tegenhoudt om het aan te vragen.

Schoolzwemmen

Mirjam merkt tot slot op dat er gemeentelijke regelingen zijn die een sport financieren óf zwemles, waardoor ouders gedwongen worden te kiezen. “Hoewel veel ouders het belang van zwemles erkennen, neemt hierdoor de urgentie af om het volledige traject te doorlopen. Ouders stoppen na een A- of B-diploma om hun kind vervolgens aan te melden bij een sportvereniging, omdat het kind heel graag wil voetballen of handballen.” Wat ouders echt zou ontlasten, is volgens Mirjam het herinvoeren van schoolzwemmen. “Als je zwemles aanbiedt via school, weet je in ieder geval zeker dat je alle kinderen bereikt, ongeacht het inkomen van de ouders. Tegelijkertijd realiseer ik me dat dit heel veel van scholen en gemeenten vraagt. Daarom blijft het van belang voor de zwemveiligheid van de jeugd, maar ook voor hun sociale ontwikkeling, dat ouders geen financiële belemmeringen hebben om hun kind te leren zwemmen. Het uniformeren en vereenvoudigen van de huidige regelingen is dan de eerste stap.”