Ik las laatst over het boek ‘Wat moet ik toch met Gerard?’ van Wim Geerts waarin een aantal ‘lastige’ medewerkers worden getypeerd en gereedschappen om hen aan te kunnen sturen. Geerts noemt het zelf een cursus leidinggeven, maar dan in de vorm van wat te doen met een twintigtal verschillende lastige medewerkers. Waarbij hij overigens niet ingaat op het vinden van de geschikte medewerker, dat is weer een andere tak van sport.
Type ‘ruziemaker’ door Ad Oskam (Rotterdam)
Allergie
Een lastige medewerker is overigens volgens Geerts niet per se lastig, maar vertoont simpelweg ander gedrag dan de leidinggevende zou willen. “Vaak is het alleen maar een allergie van de leidinggevende en wordt het ongewenste gedrag opgeroepen door het gedrag van de leidinggevende. En sommige medewerkers dragen karakters, wensen of frustraties met zich mee waardoor de match met het werk en met de leidinggevende lastig kan worden.” Gelukkig kunnen leidinggevenden met goede psychologische inzichten en vaardigheden volgens Geerts dan nog wel heel wat bereiken, mits ze de inspanning en de investering willen doen.
Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen met de waterbehandeling in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.
Verdeel en heers
Naast de typen lastige medewerkers beschrijft Geerts ook 15 instrumenten, van feedback tot grenzen stellen, om als leidinggevende hiermee om te gaan. Of er ook lastige leidinggevenden zijn? “Ja”, antwoordt Geerts. “De meest voorkomende fout die ik bij het leidinggeven zie, is het geven van te weinig ruimte aan creativiteit en vakmanschap. Te veel planning en control, te directief, slecht delegerend. Het vervelende hieraan is dat het voor medewerkers vaak moeilijk is om er iets tegen te doen. Dit komt vooral doordat het team verdeeld is omdat ‘verdeel en heers’ iets is waar de meeste slechte leidinggevenden (vaak onbewust) vrij goed in zijn.”
Loslaten
Geerts kan zichzelf niet echt als lastige werknemer typeren, maar hier is volgens hem zijn leidinggevende ook zeker debet aan. “Ik hecht erg aan mijn zelfstandigheid en wil geen dingen doen die mij niet inspireren of waarvan ik het nut niet inzie. En dat leidt dan vaak tot onderhandelingen, wat trouwens ook een van de instrumenten is in mijn boek. Mijn leidinggevende gaat daar gelukkig verstandig mee om: zolang ik goed presteer krijg ik veel ruimte.” En zo wordt nog maar weer eens benadrukt dat ook leidinggeven een kwestie is van loslaten. En voor leidinggevende die zich hierin meer willen verdiepen is ‘Wat moet ik toch met Gerard’ zeker een must have.