‘Mensen in beweging brengen voor hun gezondheid, vitaliteit en inzetbaarheid én een leuker leven’

We moeten meer bewegen, dat is duidelijk. Het is geen nieuws dat een gezonde leefstijl belangrijk is. Maar het daadwerkelijk ook in de praktijk toepassen, kan nog best lastig zijn. Het ontbreekt aan tijd, prioriteit of geld. En soms hebben mensen een zetje nodig. Maarten Boot is coach bij Bewegen Werkt en maakt mensen met een uitkering werkfit door middel van bewegen. Daarnaast was hij buurtsportcoach in twee wijken in Den Haag en hielp hij volwassenen die om welke reden dan ook niet zelf in beweging kunnen komen met het vinden van een passende beweegactiviteit in de buurt.

Om meer mensen te laten sporten en bewegen, stimuleert het Rijk sinds 2008 gemeenten middels een subsidieregeling. De regeling startte als ‘Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur’ en heet inmiddels officieel ‘Brede Regeling Combinatiefuncties’, maar staat beter bekend als ‘de buurtsportcoach regeling’. De focus ligt op een leven lang inclusief sporten, bewegen en beoefenen van culturele activiteiten waarbij de nadruk ligt op jeugd, kwetsbare groepen, het tot stand brengen van verbindingen en het versterken van sport-, beweeg- en cultuuraanbieders. In het Sportakkoord II dat eind vorig jaar is ondertekend wordt ook het belang van buurtsportcoaches onderstreept en benadrukt dat het bij de uitvoering van groot belang is dat alle sportaanbieders, verenigingen én commerciële sportaanbieders, worden betrokken. 


Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen met de luchtbehandeling in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Gemotiveerd

Buurtsportcoaches zijn een spin in het web van vraag en aanbod in de beweegsector, de makelaar tussen inactieven en sportaanbieders. Boot hielp de bewoners van de Haagse wijken Morgenstond en Moerwijk bij het vinden van een passende beweegactiviteit. “Voor mensen zijn er helaas nog steeds belemmeringen om te bewegen. Wij kunnen dan helpen, maar moeten elkaar dan wel weten te vinden. Een groot gedeelte kwam bij mij terecht via de zorg, zij worden bijvoorbeeld doorverwezen door een huisarts. In de praktijk lijkt dit wel het meest effectief. Ik heb in het verleden ook inloopspreekuren georganiseerd en posters opgehangen waar weinig mensen op afkwamen. Voor een gezondheidsdag waar mensen een check konden laten doen kregen 1300 mensen via hun huisarts een uitnodiging, 25 kwamen erop af. Het moet vooral niet te vrijblijvend zijn.” Waar Boot aan toevoegt dat hij eens was betrokken bij een sportdag waar kinderen konden kennismaken met verschillende sportactiviteiten, waaronder zwemmen, wat een succes was. “De opkomst was groot en we kregen veel enthousiaste reacties. Bijkomend voordeel was dat zo ook de ouders werden gestimuleerd om te bewegen.” Met de mensen die Boot begeleidde, keek hij met name naar wat men leuk vindt. “Het moet bij je passen, je moet er plezier aan beleven. Vervolgens ga je mensen een half jaar monitoren. Wanneer iemand wil stoppen, moet je kijken naar iets anders. Na een half jaar neem je dan weer contact op om te kijken of iemand nog hulp kan gebruiken.” Van alle mensen die Boot heeft bijgestaan, is er 70% blijven bewegen. “Als mensen gemotiveerd genoeg blijven om te bewegen, is dat natuurlijk geweldig. Daar doe je het voor.”

Lees ook: Triathlon in en om het zwembad: wat komt daar allemaal bij kijken?

Wel betaalbaar, niet gratis

Het valt Boot op dat mensen niet vaak kiezen voor bewegen in het water. “Zwemmen is meestal niet het eerste wat mensen noemen. Het lijkt ook wel een duurdere sport te zijn als je het bijvoorbeeld afzet tegen fitness waar men onbeperkt kan sporten. En zeker in vergelijking met wandelen of fietsen. Daarnaast willen veel vrouwen uit de wijken waar ik buurtsportcoach was alleen zwemmen tijdens een speciaal vrouwenuur, maar dat heeft niet ieder zwembad. Daar moeten zij dan met het openbaar vervoer naartoe wat vaak te duur is en met de fiets is lastig omdat veel van deze vrouwen niet kunnen fietsen. Uiteindelijk is het dan toch vooral van belang iets te vinden waarvan de drempel om ernaar toe te gaan zo laag mogelijk is.” Geld speelt vaak een rol, maar het gratis aanbieden is volgens Boot niet de oplossing. “Het moet betaalbaar zijn, maar als mensen er niet voor hoeven te betalen, is er ook geen stok achter de deur. Wat wellicht een idee is, is dat je een borg betaalt die je terugkrijgt als je komt sporten. Daarmee kun je de kosten beperken, maar evengoed het zetje geven dat mensen nodig hebben.” Ook keek Boot altijd al graag verder. “Als mensen een vorm van bewegen willen die nog niet bestaat, kun je natuurlijk kijken of je het zelf kunt organiseren. Soms hoeft het helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Zo hebben wij ook wel eens activiteiten uitgevoerd op een voetbalveld. HIervoor zou je natuurlijk ook een zwembad kunnen gebruiken. Je moet dan echter wel voorkomen dat je andere sportaanbieders en -verenigingen in de wielen gaat rijden. Dat mag nooit de bedoeling zijn.”

Boot is ook betrokken bij het project Haags Sportkwartier waarbij de gemeente Den Haag, buurtsportcoaches en de Haagse Hogeschool zich inzetten om van Den Haag Zuidwest één van de leukste en actiefste buurten te maken. “Naast het bestrijden van de bewegingsarmoede heeft dit ook tot doel de sociale cohesie binnen een wijk te versterken, bewegen is dan een verbindende factor.” Waarbij Boot ook een rol ziet weggelegd voor sportaanbieders. “Verenigingen en commerciële partijen zijn van groot belang. Ook zwembaden en zwemscholen kunnen hierbij helpen, zwemmen is zeker geschikt voor oudere mensen en daarnaast hebben zij een maatschappelijke functie in een wijk. Hoewel ik merk dat de drempel voor mensen om te gaan zwemmen nu nog wat hoog is, kunnen we samen met zwembaden inactieve wijkbewoners over de streep trekken. En zo bijdragen aan hun gezondheid, vitaliteit en inzetbaarheid en daarmee tevens aan een mooier en leuker leven.”

Dit artikel verscheen eerder al in ZwembadBranche #88

Wil jij de komende editie van ZwembadBranche ook (thuis) ontvangen? Meld je dan aan voor een gratis abonnement via deze link.