23 april ZwembadBranche Dag Belgie

Doorwerken na je pensioen: wat betekent dit voor werknemers en werkgevers?

Niet iedere werknemer kijkt ernaar uit om met pensioen te gaan en niet iedere werkgever laat een goede kracht graag gaan alleen omdat deze pensioengerechtigd is. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat in 2020 ruim 300.000 65-plussers, ruim drie procent van de werkende bevolking, betaald werk heeft en daarvan was één op de tien 75 jaar of ouder. Werken na de pensioengerechtigde leeftijd komt dan ook steeds vaker voor en kan in een krapte op de arbeidsmarkt ook een oplossing bieden. Maar wat betekent dit voor werknemers en is dit interessant voor werkgevers?


Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen bij de bouw of renovatie van jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Werknemers kunnen na hun pensioengerechtigde leeftijd gewoon door blijven werken. Dit geldt ook voor een CAO waarbij het dienstverband automatisch eindigt bij de pensioengerechtigde leeftijd, zoals in de zwembranche. Het is dan wel raadzaam om als werkgever en werknemer tijdig in overleg te gaan en te kijken naar een nieuw contract. Hierbij kan ook worden gekeken naar het aantal uren, stel de werknemer wil minder uren gaan werken. Als er wordt gekozen voor een tijdelijk contract geldt dat een AOW-gerechtigde op maximaal 6 tijdelijke arbeidsovereenkomsten in maximaal 4 jaar mag werken. Na meer dan 6 opvolgende tijdelijke contracten met een tussenperiode van 6 maanden of korter of na 4 jaar wordt het tijdelijke contract automatisch een vast contract. Hierbij tellen alleen de tijdelijke arbeidsovereenkomsten mee die zijn aangegaan nadat de AOW-leeftijd is bereikt.

Lees ook: Michiel van Nispen stelt Kamervragen over personeelstekorten: ‘voor mij is het overduidelijk dat we als overheid iets moeten doen’

AOW en pensioen

Vanaf de dag waarop de AOW-leeftijd is bereikt, ontvang je een uitkering op grond van de AOW. Wanneer werknemers besluiten om door te blijven werken, heeft dit geen gevolgen voor de AOW. Ook een aanvullend pensioen dat door een werkgever is opgebouwd, wordt niet van de AOW afgetrokken. Dat geldt ook voor pensioenen die bij een particuliere verzekeringsmaatschappij zijn afgesloten.

Ziektewet, WAO en WW

De werkgever moet ook loonbelasting betalen voor iemand die na de AOW-leeftijd doorwerkt. Maar als werkgever hoef je geen premies meer te betalen voor de Werkloosheidswet (WW), Ziektewet, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Algemene Ouderdomswet (AOW). Dit betekent voor werknemers dat zij daarmee ook niet meer verzekerd zijn tegen werkloosheid of arbeidsongeschiktheid, wel heb je als werknemer nog recht op een Ziektewetuitkering (ziekengeld), ook al betaalt de werkgever hiervoor geen premie meer. De UWV verhaalt de kosten van deze uitkering op de werkgever.

Ziekte

Bij ziekte van een AOW-gerechtigde werknemer moet de werkgever het loon maximaal 13 weken doorbetalen, ook mag een werknemer deze periode niet worden ontslagen. Wanneer een werknemer minder dan 13 weken of helemaal geen recht heeft op loondoorbetaling bij ziekte, gaat de Ziektewet-uitkering van maximaal 13 weken in. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer iemand werkt op basis van een uitzendovereenkomst met een uitzendbeding. Of wanneer iemand werkt op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst die eindigt tijdens de loondoorbetalingsperiode van 13 weken. Daarnaast gelden er bij ziekte een aantal verplichtingen voor werknemer en werkgever. Zo moet de werkgever proberen om de werknemer te re-integreren in het bedrijf. Ook moet een werkgever maatregelen nemen zodat de werknemer zoveel mogelijk het eigen of ander passend werk kan doen. Waarbij de werknemer vervolgens de verplichting heeft om hieraan mee te werken. De werkgever hoeft echter geen passend werk meer te zoeken in het bedrijf van een andere werkgever en ook geen plan van aanpak voor de re-integratie op te stellen.

Dit artikel verscheen eerder in ZwembadBranche #80 en maakt onderdeel uit van het katern ‘Personeelstekort in de zwembranche’.