Blije en fittere kinderen door 15 minuten per dag (hard)lopen op school, dat is wat de daily mile wil bereiken. Het concept is redelijke eenvoudig en makkelijk toe te passen. De impact kan enorm zijn – niet alleen de conditie van de kinderen, maar ook hun concentratieniveau, stemming, gedrag en algehele welzijn kan vooruit gaan. Als het aan Erik Scherder ligt voert iedere school het meteen in, kinderen moeten veel meer bewegen onder schooltijd. Ook het zwemmen zou volgens hem weer vaste kost moeten worden. “Dat ritje naar het zwembad en het bewegen in het water gaat niet ten koste van het onderwijs, het hóórt bij het onderwijs.”
Prioriteit
The Daily Mile is een korte pauze om de benen te strekken en het brein wakker te schudden. Leerlingen en leerkrachten gaan minimaal 3x per week naar buiten om in een kwartier een aantal rondjes te (hard)lopen, wat ongeveer neerkomt de afstand van een mijl (1,6 km). Hoe scholen dit uitvoeren verschilt in frequentie, duur en intensiteit. Een derde tot de helft van de klassen van groep 3 tot en met 8 loopt The Daily Mile minimaal drie keer per week. Nu klinkt één keer per dag 15 minuten (hard)lopen misschien simpel, toch blijkt uit de Monitor The Daily Mile van het Mulier Instituut dat het aandeel scholen dat in 2022 The Daily Mile uitvoert of van plan is binnenkort (weer) te starten (54%) lager is dan in 2021 (74%). De animo neemt af, het wordt vaak als iets extra’s gezien en krijgt dus snel minder prioriteit dan andere zaken op school. Ook verminderde motivatie blijkt reden voor scholen om (tijdelijk) met The Daily Mile te stoppen.
Zwemmen
Het is een doorn in het oog van Erik Scherder, groot voorstander van meer bewegen op scholen. Om dit echt te kunnen realiseren, pleit hij ervoor het van bovenaf op te leggen. “Als we nu iets willen veranderen, moet de overheid zich veel minder vrijblijvend opstellen en kiezen voor een gerichte aanpak.” Wanneer hierover geen afspraken worden gemaakt en het niet bindend is, vreest hij dat er weinig gebeurt. De uitkomsten van de monitor lijken dit te ondersteunen. Ook voor iets wat relatief gezien weinig tijd in beslag neemt, blijkt het toch nog lastig om het te integreren in het onderwijs. ‘Het wordt vaak als iets extra’s gezien en krijgt dus snel minder prioriteit dan andere zaken op school.’ Wat moet er gebeuren om kinderen wel meer te laten bewegen onder schooltijd? Volgens Scherder moeten we bewegen niet meer ondergeschikt maken en juist onderdeel laten uitmaken van het curriculum. “Niet de focus leggen op vakken zoals taal en rekenen en daarbij een beetje sporten, het is allemaal even belangrijk. Kinderen moet je uitdagen en nieuwe dingen laten ontdekken, ze moeten ergens moeite voor doen.” Reden ook dat hij voorstander is van zwemmen onder schooltijd. “Dat ritje naar het zwembad en het bewegen in het water gaat niet ten koste van het onderwijs, het hóórt bij het onderwijs. Het is een taak van de overheid om ook daarin te voorzien.”
Wil jij weten meer weten over de visie van Erik Scherder op bewegingsonderwijs en zwemmen? Lees het interview met hem in ZwembadBranche #87 die volgende week weer op de deurmat ligt. Nog geen abonnement? Meld je dan vandaag nog aan voor een gratis abonnement.
Lees ook: ‘School en Omgeving’: als zwembranche werken aan een fysiek en mentaal gezonde generatie