‘Als je niks leuks te vertellen hebt, zeg dan maar liever niets’

We vinden het fijn als mensen zeggen waar het op staat. Dan weet je tenminste waar je aan toe bent. Maar als het eenmaal zover is, kan het best wel eens confronterend zijn. Had dat misschien ook anders gekund? Tactvol reageren is een kunst. De kunst om te zeggen wat je vindt of aan te geven wat je grenzen zijn op een manier dat niemand gezichtsverlies lijdt en iedereen gewoon met elkaar door één deur kan blijven gaan. Hoe je dat doet? Hierbij een paar adviezen.

‘Tact is the art of making a point without making an enemy’

We hebben er allemaal mee te maken. Collega’s die je irriteren en ouders die het beter weten. Maar ook in de privé sfeer zijn er momenten dat het niet gaat zoals je zou willen en er zijn genoeg situaties waarin je daar iets van zou willen zeggen. Maar hoe breng je dat dat het ook prettig is voor diegene tegen wie je het zegt? Je wil immers nog langer samenwerken met je collega, met kind én ouder werken aan zwemveiligheid. En dus is het belangrijk om te zorgen dat beide partijen, ondanks een verschil van mening of inzicht, open blijven staan voor elkaar en zo de onderlinge relatie ook goed blijft. Of zoals Isaac Newton het zei: ‘Tact is the art of making a point without making an enemy’. Maar hoe kun je nu met tact je mening, ideeën of wensen verwoorden zonder dat het tot irritaties of conflicten leidt?


Ben jij op zoek naar een leverancier van bodemzuigers? 👉 Klik hier.



Tactvol reageren

  • Luister goed. We zijn toch vaak geneigd om meteen te reageren als we iets horen of in een situatie belanden waar we het niet mee eens zijn. Maar het is niet altijd gezegd dat dit ook het beste is. Soms heeft daar niemand wat aan. Beter is het dan om voordat je iets zegt, een paar tellen even na te denken. Tegen wie wil je wat zeggen, in welk gezelschap bevind je je? Stoot je hiermee onbedoeld iemand tegen het hoofd?
  • Stel je hulpbehoevend op. Je kunt van iemand ‘eisen’ of laten blijken dat je verwacht dat hij of zij iets doet of je kunt de hulpvraag stellen. Als jij altijd diegene bent die aan het opruimen is, kun je ook zeggen ‘Ik red het niet om alles alleen te doen, kun je mij hierbij helpen?’. Of als jij vaak ouders mag benaderen om uitleg te geven als zij hierom vragen . ‘Ik kan niet steeds alle ouders te woord staan, hoe zullen we dit oplossen?’
  • Gebruik een leugentje om bestwil, dat mag best. Een leugentje lijkt not done, maar kan toch wel veel ellende besparen zonder dat het juist schade veroorzaakt. Als jij wordt uitgenodigd door een collega voor een samenzijn en je bent bang dat je hier echt niet op je plek bent, kun je hier het beste maar niet te eerlijk over zijn. Je zegt: ‘Ik kan helaas niet. Jammer!’ Daarmee verwond je jezelf en de ander niet.

Lees ook: Een goed gesprek met bezoekers of collega’s? Praten begint met luisteren!

  • Buig het negatieve om en verander subtiel van onderwerp. Draai het om als je merkt dat een situatie de verkeerde kant opgaat. Praat je collega negatief over een andere collega of over een zwemouder, wijs hem of haar dan op een goede kant. Dus meent je collega dat die ouder altijd loopt te klagen, geef aan dat die ouder enorm betrokken is en er altijd is voor zijn of haar kind. Roddelt je collega over een afwezige medecollega dat hij te weinig meehelpt, wijs hem of haar erop dat die collega altijd wél een zonnig humeur heeft en voor een fijne sfeer zorgt. Zo voorkom je dat er een negatieve sfeer ontstaat.
  • Soms is het beter om te zwijgen. Luisteren, hulp vragen, een leugentje om eigen best wil of de situatie omdraaien klinkt allemaal heel goed. Maar… soms kun je maar beter gewoon je mond houden. Als je collega ergens heel trots op is, maar jij vindt het maar niks. Of een ouder is lyrisch over de zwemtechniek van een kind, maar jij kijkt er toch wel iets anders naar. Niet alle situaties vragen meteen om jouw snedige commentaar. Choose your battles en denk aan de moeder van Stampertje in de tekenfilm Bambi zegt: ‘Als je niks leuks te vertellen hebt, zeg dan maar liever niets.’

Met dank aan sociaal psycholoog Beatrijs Ritsema en Psychologie magazine.


advertentie

Hellebrekers