Sinds 1 oktober ben ik directeur van zwembad ‘de Kulk’. De opdracht bij mijn aanstelling was duidelijk: concretiseer de visie van het bestuur, zodat het Vlaardingse zwembad na 2020 weer up-to-date 20 jaar vooruit kan. De eerste uitdaging diende zich snel aan. Sinds 2017 wordt de horeca in eigen beheer geëxploiteerd, nadat meerdere pachters hun tanden erin hadden stukgebeten. Maar ook in eigen beheer bleven de resultaten beneden de verwachtingen. Verliesgevend dus. Tijd voor de eerste oefening in de Vlaardingse sportaccommodatie.
Wat per definitie gemakkelijk is, is dat mijn historisch besef bij de Kulk ontbreekt. Ik voel geen emoties bij het ooit aangeschafte meubilair en de keuzes die een ingehuurde binnenhuisarchitecte jaren geleden heeft gemaakt. Het enige dat ook ik constateerde was dat gasten niet uitgedaagd werden om te besteden. Zelfs de oranje lampen aan plafond, die net zo goed als korfbaldoelen hadden kunnen dienen, droegen daar niet toe bij: het was een typische zwembadkantine, met overigens prettige medewerkers en een prima kop koffie. Gedurende een paar weken ben ik regelmatig gaan sparren met horecamanager Philip. Dat deden we bewust in de horeca, om zo ook het gedrag van onze gasten te kunnen waarnemen. Tijdens dat sparren hebben we uitgewisseld wat ons uitdaagt om zelf te besteden in een horecavoorziening. Dat leidde daarna tot het regelmatig uitwisselen van foto’s vanuit horecalocaties. Eigenlijk waren we hiermee trends vanuit onze beeldvorming en gericht op de Vlaardingse situatie aan het concretiseren. Tegelijkertijd stonden we open voor seinen uit onze netwerken zoals Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG). Daarnaast bleek op basis van onderzoek dat de kwaliteit van het horecaaanbod in het verzorgingsgebied kwalitatief matig is. Kortom: genoeg kansen!
Lees ook: Kauwgom…
Die kansen zijn vertaald in drie uitdagingen: zorg ervoor dat de bestaande gasten meer besteden, maak het aanbod zodanig dat er ook gezonde keuzes zijn en ontwikkel de horeca zo dat we niet sec afhankelijk zijn zwembadgasten. Door de unieke ligging van de Kulk (net buiten het centrum en langs belangrijke toegangswegen) hebben we geformuleerd dat het sportcomplex een prima plek is voor ZZP-ers. Op basis van een moodboard is het gesprek met het bestuur aangegaan en zijn de noodzakelijke acties besproken. Daarmee was ook meteen duidelijk welk (beperkt) budget nodig zou zijn om de horeca weer op de figuurlijke kaart te krijgen. Het groene licht kwam en daarmee konden de werkzaamheden in gang worden gezet. Er is gestart met het ontwikkelen van een nieuwe huisstijl en een nieuwe naamstelling (Brasserie@deKulk). Onderdeel hiervan is een website, waarbij ook online producten kunnen worden besteld. De huisstijl is consequent doorgetrokken. Alles wat een kantinegevoel gaf, zoals een biertap, is verwijderd. Daarvoor in de plaats is de traditionele bar verlaagd en omgebouwd tot een counter met onder andere een oven. Broodjes en croissantjes worden nu in het bijzijn van de gasten afgebakken. Enig idee wat er gebeurt als de oven wordt geopend als de baksels klaar zijn? Daar zit dus een deel van de verleiding. Zoals ook het in het zicht van de gast bereiden van broodjes. Verder is het meubilair vervangen en hebben vierpersoonstafels plaatsgemaakt voor tweepersoonstafels, waarmee de capaciteit en (werk)privacy is vergroot. Natuurlijk is ook gezorgd voor voldoende stopcontacten en is het lichtplan vernieuwd en afgestemd op meubilair op de door Philip en mij beoogde uitstraling. De komende weken wordt nog gewerkt aan een terras. De Kulk ligt namelijk tegen een groot recreatiegebied aan en ook die passanten willen we verleiden.
Ik beschik niet over de kwaliteiten om in een glazen bol te kunnen aflezen wat de toekomst ons brengt. Gemaakte keuzes zijn gebaseerd op uitvoerige analyses, gedragsobservaties, onderzoeken van trends en vooral het maken van een vertaling naar de specifieke kenmerken van de locatie in Vlaardingen. Imagine: dat gemaakte keuzes leiden tot een verdubbeling van omzetcijfers. Het is in ieder geval de droom van Philip en mij.
Deze column is geschreven door Eduard Leurs