Elk kind kan kan heel veel plezier beleven aan water. En als een kind nog niet kan zwemmen, zijn er hulpmiddelen waardoor een kind toch lekker kan wennen en blijft drijven. Maar let op: het is geen reddingsmiddel en nooit een vervanging voor het ouderlijk toezicht. Altijd in de buurt blijven is cruciaal om ervoor te zorgen dat een kind veilig is in, op of bij water. Ook als er toezicht is, geldt nog steeds dat een begeleider één op één op een kind moet letten. Wel kan een drijfmiddel het spelen in en om het water wat makkelijker maken en daardoor ook leuker. Welke hulpmiddelen zijn er zoal en waar moet je op letten?
Hulpmiddelen
- Zwemkraag
Voor de allerkleinsten is er de baby zwemkraag, een opblaasbare ring die om het nekje van de baby zit. Hiermee kan een baby vrij rondspetteren in bad of in het zwembad, terwijl het hoofdje altijd boven water blijft.
Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen met de luchtbehandeling in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.
- Zwemvleugels
Voor een kind dat nog niet kan zwemmen zijn zwemvleugels geschikt. Deze opblaasbare of schuimrubberen bandjes zitten om de armen van het kind en zorgen ervoor dat ze blijven drijven. Bij het spelen in de zee of een meer is het belangrijk om te overwegen of je zwembandjes gebruikt. Hoewel het vaak wordt aangeraden, kunnen zwembandjes door de wind en golven juist voor extra risico’s zorgen. Ook kan een kind met zwembandjes door de wind sneller afdrijven op zee.
- Zwempakjes met drijfvermogen
Er zijn ook zwempakken met ingebouwde drijvers op de rug en borst, inclusief een drijvende kraag. Deze pakjes helpen kinderen horizontaal in het water te liggen en zijn ideaal voor zowel het leren zwemmen als voor jongere kinderen die nog niet kunnen zwemmen.
- Zwemband
Opblaasbare zwembanden, gedragen om het middel, zijn leuk voor kinderen die al goed kunnen zwemmen. Ze zijn echter geen veilig hulpmiddel, omdat kinderen er gemakkelijk uit kunnen glippen of vast kunnen komen te zitten. Combineer bij twijfel altijd met zwemvleugels.
Let op!
Drijfmiddelen zoals zwembandjes kunnen gevaarlijk zijn voor jonge kinderen. Als een kind met zwembandjes voorovervalt en met het gezicht in het water komt, is het moeilijk om zelfstandig weer overeind te komen, vooral in ondiep water. Bij het spelen in de zee of een meer is het belangrijk om te overwegen of zwembandjes echt geschikt zijn, het kan juist voor extra risico’s zorgen. Zorg er daarom altijd voor dat er iemand dichtbij een kind in, op of bij het water is, het kind goed in de gaten kan houden en bij nood direct kan ingrijpen.
Reddingsvesten
Een reddingsvest, met een kraag om de nek, voorkomt verdrinking door een drenkeling op de rug te draaien, zodat de mond en neus boven water blijven. Zelfs bewusteloze personen worden beschermd. Reddingsvesten zijn er in drie categorieën, afhankelijk van het soort water en de kleding die het kind draagt. Het drijfvermogen wordt uitgedrukt in N (newton), hoe hoger het getal, hoe beter het vest drijft. Een goed reddingsvest heeft ook een harnas of kruisband om te voorkomen dat het vest afschiet in het water. Er zijn reddingsvesten voor baby’s vanaf 2 à 3 maanden.
- Let op: verwar een reddingsvest niet met een zwemvest, een zwemvest is namelijk geen reddingsvest. Zwemvesten draaien iemand niet op de rug, dus gebruik ze alleen voor kinderen die al kunnen zwemmen in beschut water.
- In ondiep water waar kinderen de grond kunnen raken, zijn reddingsvesten minder geschikt omdat draaien moeilijk is.
- Zorg dat een kind op een boot altijd een reddingsvest draagt.
- Baby’s met normale wegwerpluiers moeten ook geen reddingsvest dragen omdat de luier lucht vasthoudt, wat het hoofdje onder water kan trekken. Gebruik speciale zwemluiers.
- Koop het reddingsvest ook nooit op de groei, het moet goed passen om goed te functioneren.
Kijk voor meer informatie op veiligheid.nl, kenniscentrum letselpreventie