De drie zwemleraren die in 2015 toezicht hielden in het zwembad in Rhenen toen het 9-jarige meisje Salam verdronk, zijn veroordeeld voor dood door schuld. De rechtbank is er vanuit gegaan dat Salam is omgekomen bij het vrijzwemmen en dat het voorkomen had kunnen worden. De twee schoolleerkrachten zijn vrijgesproken. De veroordeling van de zwemleraren komt hard aan in de branche.
Onbewuste schuld
De advocate van de zwemleraren heeft bepleit dat het aannemelijk is dat de verdrinking heeft plaatsgevonden na het zwemmen in plaats van tijdens de les en dat de ervaren zwemleraren er alles aan hebben gedaan wat ze normaal doen en niet nalatig zijn geweest. De rechtbank oordeelde echter anders en gaat ervan uit dat Salam niet onder de douche is geweest en tijdens of direct aansluitend op het vrij zwemmen is verdronken, waarbij sprake is van onbewuste schuld. Men concludeerde dat er weliswaar betrokkenheid is geweest bij een goed verloop van het zwemonderwijs, maar ook onvoldoende besef van de risico’s. Er zijn meerdere fouten gemaakt die veroorzaakt zijn door te veel routinematig handelen, gebaseerd op jarenlange ervaring, en een gebrek aan communicatie over wat alle betrokkenen van elkaar verwachtten en mochten verwachten, vooral nu sprake was van een bijzondere situatie die meer dan het routinematige toezicht vereiste. Men is van mening dat het een ongeluk is, maar dat het voorkomen had kunnen worden.
Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen bij het verduurzamen van jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.
Impact op de branche
Het is een heftige zaak. Vooral omdat het een zeer triest ongeval is. Het verdriet voor nabestaanden is onbeschrijfelijk. Daarnaast is het ook een drama voor de zwemleraren. Het meemaken van een verdrinking is al vreselijk en nu worden zij ook persoonlijk verantwoordelijk gehouden. De uitspraak heeft tevens impact op onze branche. Uit reacties op social media blijkt dat men zich zorgen maakt. Want wat betekent dit nu voor de zwemonderwijzers, voor de zwemles en voor toezichthouders? Wij vroegen een aantal spelers in de branche hoe zij aankijken tegen deze uitspraak.
Erwin van Iersel (algemeen directeur Optisport)
De medewerkers die nu door de rechter zijn veroordeeld, zijn werkzaam bij een locatie van Optisport. Hoewel Optisport in de zaak geen partij is omdat de medewerkers individueel aansprakelijk worden gehouden, is Erwin van Iersel zeer betrokken. Een uitspraak als deze had Van Iersel niet verwacht. “Ik had niet gedacht dat onze medewerkers veroordeeld zouden worden. Uiteraard is het een vreselijk ongeluk, maar ik ben er wel van overtuigd dat de zwembadmedewerkers te goeder trouw hebben gehandeld.” Van Iersel vindt het lastig om nu dieper in te gaan op de uitspraak van de rechter. “Ik wil het vonnis eerst beter bestuderen en bespreken met mijn collega’s voordat ik er inhoudelijk op kan reageren. Daarna zullen wij uiteraard ook kijken of dit gevolgen heeft voor de protocollen en toezichtplannen van onze locaties.”
Ronald ter Hoeven (directeur zwembad De Peppel)
Ronald ter Hoeven is zeer geschrokken van de uitspraak en geeft aan dat een aantal zaken hem opvallen. “Het verbaast mij dat de zwemleraren wel zijn veroordeeld en de docenten niet. Hiermee wordt voorbijgegaan aan het principe van het Schoolzwemprotocol dat het zwembad en de school gezamenlijk optrekken. Daarnaast wordt door de rechter alleen gekeken naar het organisatorische aspect van toezicht. Dat terwijl veiligheid een kwestie van integraal toezicht is waarbij ook bouwkundige en technische aspecten een rol spelen. Tevens strookt de uitspraak niet met de trend om over te stappen op doelvoorschriften wat betekent dat er niet exact wordt beschreven wat voldoende toezicht inhoudt. Tot slot mis ik expertise op het gebied van verdrinking en veiligheid vanuit de branche. Dit is juist belangrijk bij zo’n veelomvattend onderwerp.” Volgens Ter Hoeven is het betreurenswaardig dat de rechter deze complexiteit niet heeft benadrukt, maar vooral heeft gekeken naar het individuele handelen. “Niemand heeft met opzet gehandeld, het is voor alle betrokkenen intens verdrietig. Deze uitspraak zal dan ook voor veel onrust zorgen in de branche, terwijl we juist nu moeten zorgen dat de angst niet gaat overheersen.”
André de Jeu (directeur VSG)
André de Jeu (directeur VSG) benadrukt het unieke karakter van de zaak nu men individueel wordt vervolgd, inhoudelijk wil hij er eigenlijk geen uitspraak over doen. “Als je de denktrant van de rechter volgt, begrijp ik de uitspraak. Of deze gedachte recht doet aan hetgeen er daadwerkelijk is gebeurd, kan ik niet beoordelen. Ik weet wel dat iedereen in onze branche zijn uiterste best doet en werkt naar eer en geweten. We moeten ook zeker niet vergeten dat het heel vaak goed gaat, jaarlijks zwemmen er miljoenen mensen en honderdduizenden kinderen zwemmen af. Maar we kunnen niet om dit tragische ongeval heen en we zullen dan ook met elkaar het gesprek moeten aangaan. De rechter verwijt de medewerkers routinematig werken en ervaring, hetgeen ik interpreteer als werken op de automatische piloot. Als branche is het daarom belangrijk om met elkaar heel goed en kritisch te kijken naar onze processen en protocollen, zonder te vervallen in een verwijtende sfeer. Als het goed is, is het uiteraard goed en daar waar het beter kan moeten we verbeteringen treffen.”
Luc Dietz (directeur Reddingsbrigade a.i.)
Ook de reddingsbrigade heeft deze zaak op de voet gevolgd. Luc Dietz noemt het een treurige zaak waarbij weer eens wordt benadrukt hoe verantwoordelijk de taak is van een toezichthouder. “Het houden van toezicht is zeker geen eenvoudige opgave, reden ook dat onze opleiding heel intensief is en aan alle eisen voldoet. Ik ben er ook van overtuigd dat de mensen van de reddingsbrigade niet te lichtzinnig denken over hun taak. Toezichthouders aan het water, of het nu de zee of een zwembad is, zijn zich terdege bewust van de verantwoordelijkheid die zij hebben. Maar deze treurige gebeurtenis toont wel weer aan dat wij kritisch en scherp moeten blijven. Een ongeluk is in een split second gebeurd en kan fatale gevolgen hebben.”
>> Kijk hier voor het complete verslag op rechtspraak.nl
>> Bekijk hier de uitzending van Jinek waar Mariska Pekkeriet, de advocate van de zwemleraren, aangeeft te hebben bepleit dat het aannemelijk is dat de verdrinking heeft plaatsgevonden na het zwemmen.