Legionella: wel of niet onder controle?

Begin deze zomer was er weer sprake van een Legionellabesmetting. Sinds de grote uitbraak in Bovenkarspel in 1999 is er veel gebeurd op het gebied van Legionella. Naast veel onderzoeken zijn er ook veel aanpassingen aan installaties gedaan, zowel bij drinkwater- als bij zwemwaterinstallaties. Toch zijn er nog gevallen waarbij de periodieke watermonsters van dergelijke installaties besmet blijken te zijn met Legionella. Reden dat wij deze column van Maarten Keuten wederom publiceren, want het bestrijden van Legionella is blijkbaar een stuk lastiger dan we denken…

Chemische desinfectie

Het bestrijden van Legionella is lastig omdat de omstandigheden in het koudwaterleidingnet van een zwembad of een sauna heel gunstig zijn voor legionellabacteriën. De temperatuur loopt tijdens periodes van stilstand langzaam op tot boven 25°C, elke nacht opnieuw. Door de combinatie van verhoogde temperaturen en stilstand kunnen bacteriën zich nestelen in het koudwaterleidingnet en loop je het risico dat hier ook legionellabacteriën bij zitten. Als er vervolgens Legionella in het systeem zit, is het heel moeilijk om dit er weer uit te krijgen. Thermische desinfectie is niet toe te passen, waardoor meestal gekozen wordt voor een chemische desinfectie. Vlak na een chemische desinfectie is de legionellabacterie vaak weg, maar na verloop van tijd komt hij toch weer terug. Dit komt omdat een koudwaterleidingnet verschillende schuilplaatsen voor bacteriën heeft waar deze een chemische desinfectie kunnen overleven. Deze schuilplaatsen zijn ontstaan door onze manier van bouwen. Bijvoorbeeld door het gebruik van knelkoppelingen, rubbertjes voor afdichtingen en zeefjes voor de verwijdering van sediment. In deze schuilplaatsen zijn de bacteriën beschermd tegen een chemische reiniging. En zullen ze na verloop van tijd het leidingnet opnieuw kunnen besmetten.


Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen bij het automatiseren van processen in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Niet blind vertrouwen

Er zijn de laatste jaren verschillende alternatieven ontwikkeld in de strijd tegen Legionella. Voorbeelden hiervan zijn ultrafiltratie, koper-zilver, anodische-oxidatie en UV. Al deze systemen hebben echter een bepaald rendement wat niet 100,00% is, maar eerder in de orde van 99,9999%. Dit betekent dat er altijd een kans aanwezig is dat er een keer één bacterie doorheen glipt. Ik ben dan ook van mening dat je niet blind moet vertrouwen op dergelijke technieken, maar dat vooral het achterliggende systeem bestand moet zijn tegen Legionella. Dit is nu niet altijd het geval, in tegendeel. We doen doen niet altijd voldoende moeite bij het ontwerp van deze installaties om de temperatuur en de stilstand te beheersen. We laten dit over aan de gebruiksintensiteit van het water en vertragen de temperatuurwisselingen een beetje met isolatie. In sommige gevallen wordt er continu water geloosd, bijvoorbeeld in het zwembad, om zo het koudwater zo koel mogelijk te houden. Maar als het water in de nazomer (augustus/september) binnenkomt met 22°C is er nog maar weinig opwarming nodig.

Voedingsbodem

Ook doen we geen moeite om het koudwaterleidingnet hygiënisch en schoon te houden. Nadat de installaties gebouwd zijn worden ze jaren, soms decennia, zonder reiniging beheerd. Het kan niet anders dan dat zich in de loop der jaren vuil in dit leidingnet verzameld. Als je dit niet periodiek verwijderd, wordt dit een voedingsbodem voor bacteriën. De kennis om het koudwater beter te beheren is aanwezig, maar wordt nauwelijks gebruikt. Bij warmwatersystemen doen we het wel goed, daar is overal in het systeem de temperatuur precies zoals die ontworpen is. Dat kunnen we dus ook doen voor koudwater door de waterleidingen te circuleren en te koelen. Op deze manier kun je altijd garanderen dat het koudwater kouder dan 20°C blijft en ook dat het water altijd in beweging blijft. Alleen al deze twee punten zorgen ervoor dat de Legionellabacterie deze systemen niet meer aantrekkelijk vindt.

Sluimerend risico

Ook voor zwemwater kun je de zwakke plekken in het systeem aanwijzen, het biologisch koolfilter en de blowerleidingen zijn belangrijke risicoplekken. Hier moet dan ook de meeste aandacht naar toe gaan bij het ontwerp. Het alleen maar toevoegen van vrij chloor is niet genoeg. Je moet er ook zeker van zijn dat er voldoende contacttijd is om de legionellabacteriën af te doden. Laat de legionellabacterie nu net redelijk chloorresistent zijn. Onder zwembadomstandigheden is de benodigde contacttijd al snel 10-30 minuten om een redelijke afdoding te krijgen. Bij de meeste zwembaden is het water uit het koolfilter of de blowerleiding binnen enkele minuten al in risicopunten aanwezig waar het meegenomen kan worden in aerosolen. Hier moet je bij het ontwerp dus rekening mee houden. In zwembaden zullen we altijd bewust moeten zijn van het sluimerende legionellarisico. Alleen dan houden we de legionellarisico’s onder controle.

Deze column is van Maarten Keuten en verscheen al eerder in ZwembadBranche.