Aantal verdrinkingen daalt en minister wil registratie verbeteren voor betere preventie

Het aantal verdrinkingen met dodelijke afloop in Nederland is sinds 1950 sterk afgenomen. Vooral in de leeftijd 0-5 jaar is in de afgelopen twintig jaar een sterke daling van te zien, zo blijkt uit het onderzoek ‘Meer zicht op verdrinkingen’ dat het Mulier Instituut heeft uitgevoerd. Tevens is gekeken naar relevante risicofactoren bij verdrinkingen. Vooral weersomstandigheden, afwezigheid van toezicht door ouders of toezichthouders, overschatting van eigen vaardigheden en onbekende omstandigheden vormen een risico. Dat het aantal verdrinkingen is gedaald is uiteraard een mooie ontwikkeling, maar we zijn natuurlijk pas tevreden als het aantal op 0 staat. Reden ook dat minister Bruins aandringt op onder meer een betere registratie zodat we gerichter preventieve maatregelen kunnen nemen.

Van 5,1 naar 0,5

In 1950 was sprake van 5,1 verdrinkingen op 100.000 inwoners, in 2017 is dit gedaald naar 0,5 op 100.000 inwoners. Verdrinkingen komen met name voor bij jonge kinderen (0-5 jaar), ouderen (65+ jaar), mannen en mensen van niet-westerse komaf. Echter een compleet overzicht van het totale aantal verdrinkingen ontbreekt. Dit komt met name doordat er geen inzicht is in verdrinkingen zonder dodelijke afloop. Achtergrondkenmerken en oorzaken van verdrinkingen worden bij het ongeval vaak niet benoemd, waardoor de risicofactoren van verdrinkingen onduidelijk zijn.


Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen met de waterbehandeling in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Aanbevelingen

  1. Een completer overzicht te krijgen van verdrinkingen in Nederland. Daartoe is het van belang data van verschillende organisaties te verdiepen en mogelijk te bundelen om analyses van het aantal en oorzaken van verdrinkingen in Nederland uit te voeren. Vanuit de verdiepende analyse is het wellicht mogelijk om meer zicht te krijgen op risicoprofielen van drenkelingen.
  2. Meer inzicht in verdrinkingen met en zonder dodelijke afloop in zwembaden. Hierdoor wordt bekend hoe groot het probleem van verdrinkingen in zwembaden is en wat de risicofactoren zijn. Op basis daarvan kunnen maatregelen worden genomen om verdrinkingen in de toekomst te voorkomen.
  3. Continue samenwerking en afstemming tussen experts om de registratie van verdrinkingen te verbeteren en om ervaringen uit te wisselen.
  4. Op basis van de kennis die in dit onderzoek en in vervolgonderzoeken wordt verkregen een ‘water safety plan’ op te stellen. De WHO adviseert overheden een dergelijk plan in werking te stellen om verdrinkingen te verminderen. In een dergelijk plan wordt op basis van zeven stappen bepaald waar de problemen zich bevinden, welke partijen betrokken zijn en welke stappen gezet moeten worden om verdrinking te verminderen.

Op naar de 0

Naar aanleiding van het onderzoek en de aanbevelingen die hieruit komen heeft minister voor medische zorg en sport, Bruno Bruins, in zijn en de brief aan de Tweede Kamer benadrukt dat de registratie van verdrinkingsgevallen in Nederland moet worden verbeterd. Met een betere registratie kunnen verschillende risicogroepen met bijbehorende risicofactoren worden geïdentificeerd en kunnen mogelijk preventieve maatregelen voor deze groepen worden ontwikkeld en uitgezet. Daarnaast gaat de minister met de sector in gesprek om te kijken in hoeverre het aanbevolen ‘water safety plan’ een passend instrument is om het aantal verdrinkingsdoden terug te dringen. Daarnaast stelt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) tot eind 2020 een bedrag van bijna 600.000 euro beschikbaar voor verdere kennisontwikkeling over zwemonderwijs waarmee men het belang van zwemveiligheid en zwemonderwijs eveneens onderstreept.

NL Zwemveilig

De publicatie maakt onderdeel uit van het project NL Zwemveilig, dat wordt gecoördineerd vanuit de Nationale Raad Zwemveiligheid en mede mogelijk wordt gemaakt door het ministerie van VWS. Dit project is gericht op het verzamelen van bestaande en nieuwe kennis over leren zwemmen om de zwemveiligheid van de Nederlandse bevolking op een zo hoog mogelijk niveau te krijgen. In het onderzoek zijn verschillende verdrinkingsregistratiesystemen onderzocht, is met experts gesproken en is literatuuronderzoek gedaan naar risicofactoren en preventie van verdrinkingen. Met dit onderzoek wil men door meer inzicht in het aantal verdrinkingen en de risicofactoren voor verdrinking in Nederland kan ervoor zorgen dat, via samenwerking tussen verschillende betrokken partijen, concreter op preventie van verdrinkingen kan worden ingezet.

Lees voor meer informatie het rapport ‘Meer zicht op verdrinkingen. Verdrinking in Nederland: aantallen, oorzaken en preventieve maatregelen’ en de brief van de minister aan de Tweede Kamer