Zwemwateronderzoek Omgevingswet: ‘Het wordt even wennen’

Zoals we inmiddels zijn gewend is de inwerkingtreding van de omgevingswet weer uitgesteld. Maar nu lijkt het 1 januari 2023 echt te gaan gebeuren. Wat niet is veranderd, dat de nieuwe Omgevingswet niet meer voorschrijft op welke manier de juiste waterkwaliteit moet worden bereikt. De maatregelen zijn niet langer dwingend. Wel staat het einddoel vast en is het bestaande onderzoekspakket aangepast. Er zijn parameters toegevoegd, normen bijgesteld en ook de kwaliteit van de lucht dient te worden gemonitord. Ger Hulshof, senior consultant bij Eurofins C-mark, geeft een overzicht van de laatste stand van zaken.

Gewenning

Lang was er in de branche een afwachtende houding, keer op keer werd de invoering van de Omgevingswet uitgesteld. De pandemie zorgde ook nog eens voor andere prioriteiten. Ondertussen is het weer uitgesteld, maar evengoed geen enkele reden om achterover te leunen. Er gaat straks het één en ander veranderen en de nieuwe zwemwaternormen zullen vragen oproepen. Ger verwacht dat de overgang van middelvoorschriften naar doelvoorschriften vooral een kwestie van gewenning is, ook bij de betrokken toezichthouders. ”Daarom ook geldt voor de nieuwe parameters een overgangsperiode van een jaar. Voor het opstellen van een risicoanalyse en beheersplan is zelfs een gewenningsperiode van twee jaar afgesproken.’’ Hulshof ziet gelukkig volop beweging in de branche. “Een deel van de zwembaden toetst nu al op basis van de nieuwe parameters.’’


Ben jij op zoek naar een (nieuw) leerlingvolgsysteem voor jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Lees ook: Omgevingswet weer uitgesteld: ‘Nu extra tijd benutten’

Meest ongunstige monsternamelocatie

Net als onder de huidige wetgeving wordt van het badpersoneel verwacht dat er dagelijks gemeten wordt op vaste tijden en vaste plaatsen. “Een halfuur voor openstelling van het bassin en ten minste een tweede meting in de tweede helft van de openstelling van het bassin. De regels schrijven voor dat er moet worden bemonsterd op de plekken waar het meest ongunstige resultaat mag worden verwacht.’’ Ger beseft dat een dergelijke formulering variabele uitkomsten in de hand werkt. ”Het maakt verschil of je meet in een bassin met een horizontale doorstroming of in een bassin met uitsluitend verticale doorstroming. In het eerste geval ligt het voor de hand om te meten in het ondiepe gedeelte, bij verticale doorstroming maakt het eigenlijk niet uit. Voor baden met een beweegbare bodem ligt het weer anders. De monsternamelocatie moet door de badhouder worden vastgesteld en worden opgenomen in het beheersplan.’’ Ook als het gaat om de kwaliteit van de binnenlucht worden er in de Omgevingswet nieuwe normen gesteld. “Voor het nemen van het jaarlijkse monster trichlooramine, de veroorzaker van de typische zwembadlucht, moet ook de meest ongunstigste monsternamelocatie worden vastgesteld in de zwemzaal. En ook in dit geval is het verplicht om de locatie van monstername in een beheersplan vast te leggen. De meting moet worden verricht door een geaccrediteerd laboratorium.’’

Toetsing

Bij het niet voldoen aan kwaliteitseisen wordt bij de te nemen maatregelen een onderscheid gemaakt in welke van de drie klassen een parameter is ingedeeld, uiteenlopend van vrij chloor in klasse I tot ureum in klasse III. Een bassin wordt gesloten als uit een meting volgt dat niet voldaan is aan de kwaliteitseis in klasse I. Bij klasse II hangt een sluiting in de lucht als er twee keer achtereen niet wordt voldaan aan de gestelde eisen. Bij parameters in klasse III worden sancties opgelegd als gestelde grenswaarden drie keer op rij worden overschreden. “Een uitzondering wordt gemaakt voor vrij chloor, gebonden chloor, zuurgraad en doorzicht. Het bassin mag bij een normoverschrijding van deze parameters openblijven als binnen 30 minuten doeltreffend wordt gehandeld en er binnen dat tijdsbestek geen risico’s zijn voor de gezondheid van de gebruikers.’’ Behalve de mogelijkheid om eigen keuzes te maken, biedt de nieuwe wet volgens Ger ook kansen op innovatie en het ontwikkelen van nieuwe technieken. Ook lijken er kansen te liggen voor besparingen op water, energie en chemicaliën. Op korte termijn heerst echter nog onzekerheid over de score op de nieuwe parameters. ”Vooral parameters als bromaat, chloraat en waterstofcarbonaat kunnen soms een uitdaging zijn.’’ Ger geeft aan dat de zwembaden met de nieuwe wetgeving wel veel meer vrijheid krijgen om naar eigen inzicht de gewenste water- en luchtkwaliteit te bereiken. “Maar in het begin wordt het zeker even wennen.”

Dit artikel verscheen eerder in ZwembadBranche #82. Heb jij nog geen abonnement op ZwembadBranche? Meld je vandaag nog aan via deze link.