Gisteren maakte de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge bekend dat de Omgevingswet wederom wordt uitgesteld. Het zal gaan om 3 of 6 maanden. Het is daarmee niet de eerste keer dat de wet wordt uitgesteld. Al meerdere malen heeft de zwembranche voor een inwerkingtreding van deze wet gestaan die een grote impact op de branche heeft. Waarom weer uitstellen en wat zijn de gevolgen?
Zorgvuldig
Al geruime tijd wordt gewerkt aan een nieuwe Omgevingswet. Nadat de wet inhoudelijk is vastgesteld, wordt de laatste tijd regelmatig gesproken over het functioneren van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) dat de wet moet ondersteunen. Dit was dan ook de reden dat de wet de voorlaatste keer is uitgesteld, de keer daarna kwam het door corona. Na de brief van de voorgaande minister Ollongren op 18 december leken juist alle seinen nog op groen te staan, maar De Jonge denkt er toch anders over. Hij baseert zich hierbij op verschillende overleggen met medeoverheden en experts over de invoering van de Omgevingswet waarin wordt aangegeven dat er meer tijd nodig is om goed te oefenen met de digitale systemen. “De omgevingswet is belangrijk voor het goed inrichten van onze ruimte. Invoering moet zorgvuldig, verantwoord en met voldoende tijd om te oefenen. Daarom houd ik niet langer vast aan 1 juli 2022”, aldus De Jonge. De minister beslist de komende weken of de Omgevingswet nu op 1 oktober 2022 of op 1 januari 2023 zal worden ingevoerd.
Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen met de waterbehandeling in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.
Extra tijd en geld
Maarten Keuten begrijpt niet goed waarom de wet weer is uitgesteld. “Natuurlijk snapt iedereen dat de invoering van zo’n ingrijpende wet verantwoord moet gebeuren. Om de implementatie van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) meer tijd te geven is de wet daarom al eerder uitgesteld. Allemaal begrijpelijk, maar dan zou je er nu toch klaar voor moeten zijn. Zeker ook gezien de brief van de vorige minister Ollongren waarin zij onderschrijft dat het zorgvuldig moet, maar ook van mening is dat 1 juli nog steeds haalbaar is. Nog geen twee maanden later schrijft onze nieuwe minister De Jonge in een A4-tje zonder nadere toelichting dat het niet verantwoord is. Waarop is dit gebaseerd?” Het zou kunnen wijzen op een politiek spel waarbij Ollongren de hete aardappel heeft doorgeschoven naar haar opvolger, maar daar is de kwestie volgens Maarten veel te belangrijk voor. “Je kunt dit niet steeds uitstellen zonder gevolgen. Sommige mensen hebben drie jaar geleden al opleidingen gevolgd, moet zij nu weer op herhaling? Zwembaden die na 1 juli zouden worden opgeleverd waren zich aan het voorbereiden om onder de nieuwe regelgeving in bedrijf te gaan, nu moeten zij toch nog onder de oude regelgeving weer open. Dat kost allemaal extra tijd en geld.”
Lees ook: Nieuwe Omgevingswet een feit: nu beginnen een must
Beginnen
Tegelijkertijd benadrukt Maarten dat, nu de kaarten zo zijn geschud, wij deze extra tijd moeten gebruiken om ons goed voor te bereiden. “Maar dan moeten we de urgentie wel blijven voelen. Ik merk dat nog lang niet iedereen zich hiervan bewust is, zelfs op mijn noodkreet richting de branchepartijen krijg ik geen gehoor. Maar er staat ons nog veel te wachten voordat de wet in werking treedt. Zo zijn er nog te weinig exploitanten begonnen met de risico- en beheersplannen, terwijl dat nu echt wel moet gebeuren. Ook nu het weer wordt uitgesteld. Het gevaar bestaat dat we nu gaan verslappen, maar dat kunnen wij ons niet veroorloven. We moeten nu juist door.” Is Maarten dan niet bang dat al dat uitstellen zal leiden tot afstel? “Natuurlijk schiet ook dat wel eens door mijn hoofd, gaat het nog wel echt gebeuren? Toch geloof ik daar niet in, we zijn al ontzettend ver gekomen. Natuurlijk merk je dat mensen een beetje moedeloos worden, maar uiteindelijk hebben we daar alleen maar onszelf mee. Inhoudelijk zal de wet ook niet meer veranderen, dus laten we nu niet bij de pakken neer gaan zitten en deze extra tijd juist goed benutten. Er is nog steeds geen enkele reden om achterover te leunen.”
Lees voor meer informatie het bericht van de Eerste Kamer