Wij zijn de Tatasteel van gemeenten

Steeds meer partijen zijn bezig met hun CO2 voetafdruk. Begin dit jaar las ik berichten over huishoudens en industrieën die in 2022 iets van 25% minder CO2 uitgestoten hebben dan het jaar daarvoor. Belangrijkste reden was de gestegen energieprijzen. Verschillende huishoudens zetten thuis de verwarming lager of zaten zelfs met een extra vest op de bank. Door de verviervoudiging van de energietarieven was er voor veel huishoudens niet eens een keuze, er was gewoon geen geld om de hoge energierekeningen te betalen.

Ook vanuit de zwembranche kwamen verschillende geluiden van gemeenten waar de energiecontracten opnieuw afgesloten moesten worden en die ineens een veelvoud aan energiekosten moesten gaan betalen. De overheid sprong bij om noodlijdende zwembaden uit de brand te helpen, maar zijn we daar wel bij gebaat? In 2015 hebben we in Parijs afspraken gemaakt om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Dit om de voorspelde gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte en zeespiegelstijging enigszins te beperken. De doelstelling was om de CO2 uitstoot in 2030 minimaal 55% te verlagen ten opzichte van de uitstoot in 1990 en 100% lager in 2050. Inmiddels hebben 195 landen dit verdrag ondertekend.


Ben jij op zoek naar een leverancier van waterspeeltoestellen? 👉 Klik hier.



Als onderzoeker ben ik benieuwd waar we nu eigenlijk staan. En met we bedoel ik dan wij als zwembranche. Deze branche is namelijk grootverbruiker van energie en voor gemeenten zijn wij zelfs de allergrootste verbruiker. Dus eigenlijk de Tatasteel van de gemeente. Dat schept een verplichting om maximale inspanning te leveren. Maar zijn we dan ook op de goede weg? Ik ging navraag doen in mijn netwerk naar gegevens over het energieverbruik van de zwembranche in 1990, zodat ik de CO2 uitstoot daarmee kon uitrekenen. Maar dat viel nog niet mee. Als ik naar mijzelf kijk, in 1990 studeerde ik nog en duurde het nog twee jaar voor ik mijn eerste computer kocht. Het begin van de jaren 90 was ook de opkomst van het internet en email. Dus als we moeten zoeken naar gegevens uit 1990, dan is dat in de meeste gevallen geen digitale informatie. Inmiddels krijg ik langzaam al wat gegevens binnen. Een oud WP5.1 bestand van mijzelf, een bestand van SenterNovem. Overigens ook wel een beetje nostalgie om hiermee bezig te zijn. Ik kreeg hulp van het Mulier Instituut, die een onderzoek doet naar de huidige staat van de verduurzaming van de zwembaden. Ook belangrijk om de balans op te kunnen maken van waar we nu staan.Helaas kan ik die balans nu nog niet maken.

Ik eindig deze column dan ook met een oproep aan jullie om mij gegevens te sturen van zwembaden uit de jaren 90. Het liefst met wat algemene gegevens over wateroppervlak en vloeroppervlak erbij, zodat ik wat kengetallen kan gaan maken. Nu hoor ik jullie denken dat de zwembaden nu warmer zijn dan in 1990 en we hebben misschien meer of minder zwemmers, moeten we dat niet compenseren? Ik denk van niet. De afspraken in Parijs gaan namelijk over de wereldwijde CO2 uitstoot. Die moet 55 tot 100% verlaagd worden in respectievelijk 2030 en 2050. Het maakt dan niet uit of we met meer of minder mensen op deze wereld rondlopen, met meer of minder mensen gaan zwemmen of dat we de thermostaat wat hoger of lager zetten. De doelstelling is minder uitstoot van broeikasgassen. En de klok tikt gewoon door, 2030 is al over minder dan 7?jaar…

Deze column van Maarten Keuten verscheen eerder al in ZwembadBranche #88

Wil je reageren op deze column mail naar m.g.a.keuten@tudelft.nl
Wil jij de komende editie van ZwembadBranche ook (thuis) ontvangen? Meld je dan aan voor een gratis abonnement via deze link.