‘We hebben hetzelfde doel: zorgen voor een optimale zwembeleving in een bad dat hygiënisch en veilig is’

Per 1 januari 2024 gaat het eindelijk gebeuren. De nieuwe Omgevingswet treedt in werking en daarmee ook de nieuwe zwemwaterregeling. De nieuwe regelgeving brengt voor zwembaden de nodige uitdagingen en verantwoordelijkheden met zich mee. Maar ook de Omgevingsdienst krijgt als   handhavende instantie met veranderingen te maken. “Wij zijn er klaar voor.’’

Landelijke afstemming

Gert van den Toren is Teamleider Vergunningsverlening en Zwemwater bij de in Gouda gevestigde Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH). Alle circa 350 zwembaden in de provincie Zuid-Holland behoren tot het werkgebied, dat verdeeld is in vier regio’s en evenzoveel inspecteurs telt. “In opdracht van het provinciebestuur wisselen zij om de paar jaar van regio, zodat iedereen scherp blijft en met een frisse blik naar de zwembaden kijkt. De provincie heeft het toezicht aan ons uitbesteed, zodat het niet versnipperd raakt.” Van den Toren is ook voorzitter van het Deskundigen Beraad Zwembaden (DBZ), een vakberaad waarin alle twaalf provincies vertegenwoordigd zijn. ”Wij zien toe op een landelijke afstemming van het beleid en proberen zo te voorkomen dat de verschillen per provincie te groot worden.” Het DBZ is gesprekspartner van het ministerie van I&W en andere partijen die ertoe doen in de zwembadwereld. “In de aanloop naar de Omgevingswet was er zelfs nog sprake van dat gemeenten verantwoordelijk zouden worden voor het toezicht op zwembaden. In essentie is dat ook de bedoeling van de wet: het bevoegd gezag zo dicht mogelijk bij de burger brengen. In dit geval vonden we dat ongewenst, gemeenten kunnen nooit die noodzakelijke expertise in huis halen.”


Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen met de waterbehandeling in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Kennisdeling

Op interne bijeenkomsten zijn de inspecteurs bijgespijkerd en dagcursussen zorgden voor nog meer verdieping. Kennisdeling staat bij de ODMH hoog in het vaandel, onlangs heeft de dienst daarom ook een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor alle zwembaden in de provincie Zuid-Holland. Het aantal inschrijvingen maakte Van den Toren duidelijk dat het onderwerp leeft in de branche. “Het herhaaldelijk uitstellen van de wet heeft ervoor gezorgd dat zwembaden in ieder geval alle tijd hebben gehad om zich goed voor te bereiden op de invoering van de nieuwe regels. Een zwembad dat nu nog niet heeft nagedacht over het opstellen van een risico-inventarisatie en een beheersplan heeft écht een probleem.” Waarbij Van den Toren er onmiddellijk aan toevoegt dat de beheersplannen op zich niet ter goedkeuring aan de inspectie hoeven te worden voorgelegd. “Dat is de eigen verantwoordelijkheid van de zweminrichting. Wel is het onze taak om te toetsen of de werkzaamheden in het plan daadwerkelijk worden uitgevoerd, zodat hygiëne en veiligheid zijn gewaarborgd en of de risico’s afdoende zijn afgedekt. Het is geen loos document.”

Lees ook: Nieuwe parameters onder de Omgevingswet: wat komt er op ons af?

Garanties 

De nieuwe Omgevingswet leidt volgens Van den Toren niet tot meer toezicht voor zijn inspecteurs. “Wij bezoeken elk zwembad in de huidige situatie één keer per jaar en dat blijft zo. Van een capaciteitsprobleem bij onze dienst is geen sprake.’’ De teamleider heeft er geen zicht op of dat ook voor de laboratoria geldt. Zij moeten straks maandelijks onderzoek in het zwembad doen. “De lijst met maandelijks te meten parameters wordt fors uitgebreid en bepaalde grenswaardes zijn aangescherpt. Vast staat dat er met de nieuwe regelgeving veel meer vrijheden voor de exploitatie van zweminrichtingen komen. De door geaccrediteerde laboratoria maandelijks uit te voeren onderzoeken nemen navenant toe. Het is voor zwembaden noodzaak om daarover met de laboratoria goede afspraken te maken. Garanties voor snelle reactietijden bij het niet halen van een of meerdere parameters zijn nodig.

Lees het hele interview met Gert van den Toren in ZwembadBranche #91