Astrid van de Vorst heeft sinds 2005 haar eigen zwemschool ´Zwem op Maat´, gespecialiseerd in kinderen die niet mee kunnen komen in het regulier zwemonderwijs. Het gaat dan om kinderen met een storing in het autistisch spectrum AD(H)D, NLD, dyspraxie, down syndroom of andere bijzondere gedragskenmerken. Deze kinderen begeleidt van der Vorst individueel of in kleine groepen van hooguit 4 kinderen. Voor Van der Vorst is elke zwemles een feestje, het plezier van het kind is de sleutel tot succes.
Voor 2005 gaf Van der Vorst les in het regulier zwemonderwijs en zag dat het leren zwemmen in een groep van tien of meer voor sommige kinderen niet werkt. In het ´gewone´ onderwijs is iedereen zich er vandaag de dag van bewust dat niet alle kinderen volgens het gangbare patroon les kunnen krijgen. In het zwemonderwijs is dat besef nog lang niet overal doorgedrongen. Voor van der Vorst staat aandacht voorop. Door individuele en persoonsgerichte aandacht te geven weet Van der Vorst ieder kind steeds weer zo te benaderen dat het zich kan ontwikkelen. Werken aan het zelfvertrouwen van het kind speelt een belangrijke rol in de zwemlessen van Van der Vorst. ‘Als een kind ziet dat het lukt, neemt het vertrouwen toe en is het bereid om hard te werken voor het zwemdiploma. Als dit niet zo is, gaat de spiraal naar beneden. Het zelfvertrouwen en de motivatie van het kind verdwijnen als sneeuw voor de zon. Hierdoor kunnen gedragsproblemen ontstaan die zich direct kunnen uiten in leerproblemen tijdens de les. Juist deze neerwaartse spiraal moet je zien te voorkomen of weten te doorbreken.’
Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen met de waterbehandeling in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.
Streven naar perfectie
Bij ´Zwem op Maat´ wordt niet gestreefd naar standaardperfectie. Het streven is om het optimale uit het kind te halen. Voor de kinderen die Van der Vorst lesgeeft, zijn sommige eisen van de afzwemnorm erg lastig. “Ik hoor vaak dat kinderen netjes moeten zwemmen. Bij mijn kinderen is dit gewoon lastig, maar het zwemmen op zich is er niet minder om. Een kind met een houterig bewegingspatroon kan moeilijk de zwemslagen vloeiend uitvoeren, maar kan wel degelijk goed leren zwemmen.” Van der Vorst zoekt daarom graag de grenzen op. “Elk kind is anders en vraagt om een eigen benadering. Veiligheid gaat uiteraard boven alles, maar de manier waarop verschilt per kind.” Kinderen moeten vooral kunnen overleven in het water en het streven naar standaardperfectie schiet zijn doel voorbij. “Als je een kind vraagt om alles perfect uit te voeren en het is daartoe niet in staat, creëer je alleen maar faalangst. Faalangst is aangeleerd gedrag dat het hele leerproces onnodig belemmert. In de praktijk kom ik veel kinderen met faalangst tegen. Vaak denkt men dan ten onterechte dat een kind iets niet kan. Ik ga dan eerst op zoek naar de blokkade die deze faalangst creëert om deze vervolgens weg te werken. Als dit is gelukt zie je dat het kind gelijk sprongen maakt. Dit is elke keer weer een prachtig moment.”
De zwemles
Het leren zwemmen bij ‘Zwem op maat’ begint met het overbrengen van plezier. De structuur kan per les verschillen, maar het is belangrijk dat de kinderen met een goed gevoel uit het bad gaan. “In hoofdlijnen heb ik vaak wel een les in gedachten, maar gaandeweg kan dit totaal anders uitpakken. Als ik me wil richten op de schoolslag, maar het kind heeft daar geen zin in, houdt het op. Dan pas ik mijn les aan binnen de gestelde lesdoelen. Ik eindig wel standaard met iets wat het kind kan zodat het altijd met een positief gevoel de zwemles eindigt.” Het is volgens Van der Vorst vooral belangrijk dat kinderen de zwemles leuk vinden. Het begin van het leren zwemmen bestaat bij ‘Zwem op Maat’ vaak uit de overlevingstechnieken. De kinderen krijgen les in dieper water met behulp van een drijfpak waardoor ze sneller een goed watergevoel krijgen. “De kinderen beheersen dan nog geen zwemslag. We leren ze hoe ze naar boven moeten komen na een val in het water en zich naar de rugligging kunnen draaien om gemakkelijker te kunnen ademhalen. Om vervolgens terug te peddelen naar de kant en zo op hun eigen manier te overleven.”