Bewegen is meer dan alleen sporten of trainen, het helpt mensen om hun hele leven actief, gezond en betrokken te blijven. De uitdaging is daarbij hoe mensen in elke levensfase een passende sport- of beweegvorm kunnen vinden. Het visiedocument Beweegwijsheid benadrukt het belang van het ontwikkelen van motivatie en vaardigheden om telkens opnieuw een passende keuze te maken. Het is een holistische benadering van bewegen, waarin ook plezier, variatie en zelfregie een rol spelen. Wat betekent dit voor de zwembranche?

Passende beweegvorm
Beweegwijs gaat erom dat iemand in staat is om in elke levensfase de passende sport of beweegvorm te vinden. Hierbij draait het om de vier pijlers: fysiek, psychologisch, sociaal en cognitief. De fysieke pijler omvat motorische vaardigheden en andere fysieke mogelijkheden zoals kracht, uithoudingsvermogen en lenigheid wat zich vertaalt in het in staat zijn om te kunnen bewegen. De psychologische pijler gaat over motivatie en zelfvertrouwen. De sociale pijler verwijst naar de rol van interactie en het netwerk aan sport en bewegen zoals het onderwijs en de verenigingen. De cognitieve pijler omvat kennis van de voordelen en het vermogen om daarover weloverwogen keuzes te maken. Amika Singh, senior onderzoeker bij het Mulier Instituut en één van de auteurs van het visiedocument Beweegwijsheid, doet al jaren onderzoek naar hoe kinderen en volwassenen hun leven lang actief kunnen blijven. “Het belangrijkste is dat je ontdekt wat bij jóu past: dat je luistert naar je lichaam, je interesses en kijkt naar de situatie waarin je zit. Als je beweegwijs bent, heb je een grote kans dat bewegen een vanzelfsprekend onderdeel van je leven wordt.”
Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen met de luchtbehandeling in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.
Lees ook: Bewegen voor iedereen: sociaaleconomische ongelijkheid speelt een cruciale rol
Breed beginnen, later specialiseren
Een leven lang bewegen begint bij een goede basis, waarbij de omgeving waarin kinderen opgroeien bepalend kan zijn. “Ouders die zelf niet sporten, nemen dit vaak niet vanzelfsprekend mee in hun opvoeding. Dat beïnvloedt hoe een kind naar bewegen kijkt”, aldus Amika. “Dit maakt het ook des te belangrijker om patronen te doorbreken: een kind dat wél beweegt, neemt dit mee naar de volgende generatie.” Daarbij is het belangrijk dat kinderen in hun jeugd verschillende beweegvormen ervaren, zodat de kans toeneemt dat zij dan later actief blijven. Het gaat dan niet zozeer om selecteren en presteren, maar om het plezier. “Door een brede basis te leggen – motorisch, sociaal en mentaal – en kinderen het plezier van bewegen te laten ervaren, neemt de kans toe dat kinderen op latere leeftijd makkelijker schakelen naar beweegvormen die passen bij hun situatie.” Een inspirerend voorbeeld komt uit Noorwegen, waar kinderen tot hun twaalfde alleen maar sporten met vriendjes, zonder competitie of ranglijsten. “Vroege competitie en selectie kunnen juist averechts werken en ondermijnen de motivatie,” aldus Amika. “Wat je graag wil is dat kinderen en jongeren leren ontdekken welke vormen van bewegen bij hen passen.” Waardoor men op latere leeftijd eerder geneigd zal zijn om te experimenteren met bewegen. Als tiener heb je misschien juist de voorkeur voor een teamsport, maar als je eenmaal kinderen krijgt wellicht liever een individuele activiteit, en op latere leeftijd weer een laagdrempelige groepsles. “Het gaat erom dat je steeds iets kiest dat past bij je situatie én waar je plezier in hebt. Zo wordt het vanzelfsprekend voor iemand om een leven lang te bewegen, in welke vorm dan ook.”
Lees het hele interview met Amika Singh, senior onderzoeker bij het Mulier Instituut, in ZwembadBranche #100

