Week Tegen Pesten: Grapje! Moet toch kunnen?!

Ik weet nog goed dat ik de eerste keer de ‘Reünie’ hoorde van Snelle. Hij zingt over het weerzien met zijn klasgenoten die hem vroeger pestten en ‘lippie’ noemden, maar in tegenstelling tot vroeger is hij nu de ‘man’. Droevig om te horen, pesten heeft een enorme impact op het leven van een slachtoffer en velen dragen het hun hele leven met zich mee. Helaas is pesten ook nog steeds aan de orde van de dag. Deze week was het weer de Week tegen pesten met als thema Grapje! Moet toch kunnen?! Ook in de zwemles kan pestgedrag voorkomen. Veel kinderen vinden het spannend en voelen zich kwetsbaar. Hoe ga je om met pesten en hoe zorg je dat er humor is, maar niemand over de grens gaat?

Micro-agressie

Tijdens de zwemles zorg je samen voor een gezellig en veilig groepsklimaat waarin iedereen zich prettig voelt. Humor en het maken van grappen kan hier zeker aan bijdragen, het zorgt voor verbinding en betrokkenheid. Naast die verbinding spelen grappen ook een rol in het bepalen van de normen in de groep. Door wel of niet om een grap te lachen, bepaal je met elkaar wat acceptabel is. Tegelijkertijd is dit precies waar het ook mis kan gaan. Want is het grapje voor iederéén leuk, of wordt hiermee iemand of een groep uitgesloten en dreigt dit een norm te worden? Het maken van grapjes begint vaak klein. Het gaat dan om opmerkingen die we niet meteen pesten noemen, maar wel een onveilig of vervelend gevoel geven. Dit wordt micro-agressie genoemd. Dit lijkt op het moment misschien klein, maar kan uitdraaien op pesten. Met het thema ‘Grapje! Moet toch kunnen?!’ wil men dat het gesprek over plezier, veiligheid, grenzen en verschillende meningen en opvattingen over of iets grappig is op gang te brengen. Nu leent een zwemles zich misschien niet direct voor een uitgebreid groepsgesprek, maar het is zeker belangrijk om hier met de groep aandacht aan te besteden wanneer je merkt dat het gezellig lijkt, maar niet voor iedereen gezellig is. Maar het is ook goed om naar jezelf te kijken.


Ben jij op zoek naar een leverancier van LED verlichting voor in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Lees ook: Typen zweminstructeurs: welke ben jij of is jouw collega?

Wat vraagt dit van jou?

Als zwemleraar zorg je voor een veilig oefenklimaat waar fouten gemaakt mogen worden, dit doe je onder andere door duidelijk te zijn over welk gedrag wel en niet geaccepteerd wordt. Je leert kinderen dat er grenzen zijn aan grappen en aan vrijheid van meningsuiting. Maar dat brengt ook per definitie spanning met zich mee. Want wat voor de één grappig is, is dat voor een ander niet. Oftewel wat voor de één veilig is, is voor de ander onveilig. Natuurlijk heb je hier zelf een belangrijke positie, jij bent hun rolmodel. Wat betekent dat je je niet laat verleiden om mee te lachen met flauwe grappen en probeert je bewust te zijn van je eigen opmerkingen en humor. Vraag jezelf daarom regelmatig af wat het effect is van jouw houding en handelen op je leerlingen. Ben jij je bewust van het effect van jouw grappen? Zijn jouw grappen en opmerkingen altijd leuk voor iedereen of vallen die ook wel eens onder de categorie ‘micro-agressie’? Maar zeker is het ook belangrijk om hierover met kinderen te praten. Want wanneer vinden zij dat een grapje te ver gaat? Hoe merk je aan iemand dat je te ver gaat? Wat kun je doen als je merkt dat een grapje niet meer leuk is? En hoe zorg je samen voor een veilige sfeer?

Kijk hier voor meer informatie over Week Tegen Pesten: Grapje! Moet toch kunnen?!


advertentie

Dewi Online