Onderzoek VU Amsterdam: zweminstructeurs mogen meer sturen op plezier

Voor een onderzoek aan de VU Amsterdam zijn in ruim veertig zwemscholen de zwemlessen kritisch gevolgd. Na elke les werden de instructeurs beoordeeld op de mate van ondersteuning bij zaken als autonomie, competentie en verbondenheid. De conclusies van het onder leiding van promovenda Carola Minkels aan de Vrije Universiteit Amsterdam uitgevoerde onderzoek zijn glashelder. “Er is veel ruimte voor verbetering. Een meer motiverende manier van lesgeven is nodig.’’

Plezier

Zwemlessen voor kinderen spelen te weinig in op plezier. Daardoor worden kansen gemist om met name jonge en beginnende zwemmers te prikkelen. Met als gevolg dat veel kinderen het zwembad na het behalen van hun zwemdiploma de rug toekeren. In de vakliteratuur wordt de uitval van oud-leerlingen door zwemleraren zelfs op 70 procent geschat. Met die kennis in het achterhoofd startte Carola Minkels vorig jaar haar onderzoek als promovenda bij de afdeling Bewegingswetenschappen aan de VU. Minkels, die zelf wekelijks een aantal zwemlessen verzorgt in de Tongelreep in Eindhoven, wist zich gesteund door een enthousiast team van studenten. Het vertrekpunt bij alle observaties in de zwemlessen was de zogeheten zelf-determinatietheorie. “Ieder mens, jong of oud, gaat alleen door met een activiteit als ze daar plezier in hebben en als de motivatie van binnenuit komt. Cruciale factoren daarbij zijn de behoefte om controle te hebben over eigen acties en doelen (autonomie), het verlangen om zich goed te voelen bij een activiteit (competentie) en de behoefte om bij een sociale groep te horen (verbondenheid).” De aan het onafhankelijke onderzoek deelnemende zwemscholen waren volgens Minkels zeer divers en verspreid over het hele land. Waarbij een kwart van de instructeurs was getraind in het EasySwim-programma, een methode waarin de zelf-determinatie theorie centraal staat. De gemonitorde lessen varieerden wel in omvang, maar waren allemaal gericht op beginnende zwemmers van vier tot tien jaar.


Ben jij op zoek naar een leverancier voor zwemlesmaterialen? 👉 Klik hier.



Lees ook: Studie invloed motoriek op zwemles: relatie locomotorische vaardigheden en zwemvaardigheidsscore

Spanning

De uitkomsten van het onderzoek zijn ondertussen gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Frontiers in Sport and Active Living. Minkels is duidelijk over de conclusies. “We laten zien dat bij zwemlessen in ons land de intrinsieke motivatie van kinderen slechts beperkt wordt ondersteund.’’ Waar het met name aan schort is de speelsheid en flexibiliteit in de zwemles. “Instructeurs scoorden slecht op het gebruik van autonomie. In sommige gevallen werd die behoefte zelfs ronduit tegengewerkt. Ook behoeftes als competentie en verwantschap werden slechts in geringe mate gestimuleerd.’’ Minkels wil niet alle zwemscholen over een kam scheren en ziet ook veel positieve ontwikkelingen. “Gelukkig laten we ook zien dat leerkrachten geleerd kan worden om al deze diep gevoelde behoeften beter te ondersteunen, als ze een zwemlesprogramma aannemen dat hier expliciet op gericht is.’’ Als voorbeeld noemt het EasySwim-programma. “Hier creëert men middels de spelvormen spanning, plezier en betrokkenheid. Neem als voorbeeld het gebruik van de dobbelsteen, het aantal ogen bepaalt de volgorde van de spelvormen die in de les aan bod komen.’’

Lees het hele interview met Carola Minkels in ZwembadBranche #91