‘Goed onderwijs zet niet het kind, maar de leraar centraal’

Afgelopen weekend las ik een artikel in de Volkskrant met een intrigerende kop: ‘Goed onderwijs zet niet het kind, maar de leraar centraal’. Interessant, want zijn we er juist niet heel blij mee dat tegenwoordig het kind centraal staat? Ieder kind is immers anders, leert anders en moet ook anders worden benaderd. De tijd van de leraar als ‘autoriteit’ is toch voorbij? Gaan we dan weer terug naar de zwemjuf op de kant met een haak? Volgens Eva Naaijkens en Martin Bootsma is het zeker geen stap terug, maar juist vooruit: ‘de hele school moet zo ingericht worden dat leraren optimaal hun werk kunnen doen. Daar profiteren de leerlingen vervolgens van’.

Enigma

Volgens Eva Naaijkens en Martin Bootsma, die hun visie tot uitvoer brengen op basisschool de Alan Turingschool in Amsterdam, gaat het niet goed met het huidige onderwijs. Scholen hebben geen visie, leraren hebben geen tijd om lessen voor te bereiden en scholen lopen te veel achter hypes aan. Als antwoord hierop hebben zij een aanpak uitgewerkt waarin de leraar centraal staat en niet de leerling. Een kwaliteitsaanpak, genaamd Enigma, die de eenvoud en efficiency moet terugbrengen. Het doel is de werkdruk te verlagen en daardoor ruimte te creëren om vakmanschap te kunnen ontwikkelen. Kern van de boodschap: zorg voor een duidelijke visie en een strakke uniforme stroomlijning. Hiermee zorg je dat de leraren vooral kunnen doen wat zij moeten doen, kinderen lesgeven en zichzelf ontwikkelen. Ook interessant voor het zwemonderwijs?


Ben jij op zoek naar een leverancier voor zwembadafdekkingen? 👉 Klik hier.



Lees ook: Onderwijs kan leren van zwemonderwijs: misschien moet juf Ank gewoon zwemjuf worden?

Kaarten

De basis voor deze methode is standaardisatie. Je begint met het vastleggen van hetgeen je wil bereiken in ambitiekaarten, dit is het geraamte. Vervolgens werk je dit uit in kwaliteitskaarten. Hoe zijn de groepen ingericht, hoe zien de lessen eruit, hoe verloopt het contact met de ouders. Denk aan lesmethodes en communicatieprotocollen, maar ook aan hoe ga je om met gescheiden ouders. Daarnaast worden ook ook standaardmails en standaardbrieven vastgelegd die vervolgens wel naar eigen inzicht kunnen worden gebruikt. Hiermee wil men rust creëren voor leraren, kinderen én ouders. Als er een vraag of dilemma zich voordoet moet de kwaliteitskaart antwoord geven. De leraar weet zo ook precies waar hij aan toe is, dit scheelt veel extra werk. Daarnaast kunnen lessen heel gemakkelijk van elkaar worden overgenomen. De kinderen weten wat zij kunnen verwachten en het maakt dus ook niet uit wie welke les geeft.

Open cultuur

Belangrijk is dat er weinig discussie is, vooraf is dan ook alles met elkaar besproken. Onderwijs is een teamsport, je eigen plan trekken met je lessen is een absolute no-go. Daarnaast is het de kunst van het weglaten. Wanneer je van alles aan het onderwijs toevoegt omdat het zo’n leuke aanvulling lijkt, dreig je de focus te verliezen. Is er dan nog ruimte voor eigen inbreng? Na de professionele standaard komt de autonomie. Iedereen heeft wel een expertise waarin je net iets beter bent dan je collega of een interesse waarin je gespecialiseerd bent geraakt. Hiervan moeten alle collega’s kunnen profiteren. Expertleraren blinken uit in een bepaalde discipline en organiseren scholing, maar begeleiden ook andere leraren en schrijven de kwaliteitskaarten over hun expertise. Verder wordt de nadruk gelegd op een open cultuur: onderling vertrouwen en de bereidheid om elkaar te helpen.

Iets voor het zwemonderwijs?

Hoewel de titel van het artikel doet vermoeden alsof we het hier hebben over een hele andere manier van lesgeven, zijn veel dingen toch wel herkenbaar. De open cultuur, aandacht voor ontwikkeling, het samenwerken, gedeelde visie. Veel klinkt als het zwemonderwijs van tegenwoordig. Toch is en blijft het altijd interessant om te kijken hoe je ervoor kunt zorgen dat kinderen het beste kunnen leren. Of het nu gaat om het leren rekenen of het leren zwemmen: de problemen, dilemma’s en knelpunten kunnen heel vergelijkbaar zijn. Maar wat vind jij, zie jij aanknopingspunten voor het zwemonderwijs in Enigma. Oftewel: zet goed zwemonderwijs niet het kind, maar de leraar centraal?

Meer weten over Enigma? Lees het boek En wat we nu weer eens gewoon gingen lesgeven? van Eva Naaijkens en Martin Bootsma