Exploitatievorm zwembaden: wat betekent dit voor toegankelijkheid, financiën en duurzaamheid?

De manieren waarop zwembaden worden beheerd en geëxploiteerd, zijn nogal divers. Wie de eigenaar en exploitant van een zwembad zijn, verschilt sterk per gemeente, net als de afspraken tussen deze twee partijen. Welke exploitatievorm is nu het meest geschikt? Dit hangt af van de lokale situatie, zo blijkt uit een recent rapport van het Mulier Instituut dat een helder licht werpt op de eigendomssituatie en exploitatievormen van openbare zwembaden in Nederland en wat deze betekenen voor toegankelijkheid, financiën en duurzaamheid.


Een divers landschap

Met 619 openbare zwembaden in 2024, verspreid over steden en dorpen, is Nederland rijk aan zwemfaciliteiten. De meeste hiervan zijn overdekt, waardoor er het hele jaar door kan worden gezwommen. Opvallend is dat twee derde van de zwembaden eigendom is van gemeenten, terwijl het grootste deel van de exploitatie juist in handen ligt van externe partijen. Deze dynamiek tussen eigendom en exploitatie bepaalt in grote mate hoe zwembaden functioneren. Neem bijvoorbeeld een typisch gemeentelijk zwembad. Dit wordt vaak beheerd met een sterke focus op maatschappelijke toegankelijkheid: zorgen dat iedereen, ongeacht achtergrond of inkomen, toegang heeft tot zwemmen. Daarentegen richten private exploitanten zich vaker op commerciële efficiëntie, wat soms ten koste kan gaan van sociale doelen.


Ben jij op zoek naar een leverancier van waterspeeltoestellen? 👉 Klik hier.



De spanning tussen toegankelijkheid en kosten

Eén van de grootste uitdagingen voor zwembaden is het waarborgen van toegankelijkheid terwijl de exploitatiekosten blijven stijgen. Uit het rapport blijkt dat toegangsprijzen aanzienlijk kunnen variëren. Zo betalen bezoekers gemiddeld minder bij zwembaden die door gemeenten worden geëxploiteerd dan bij commerciële partijen. Een los kaartje kost bij een gemeentelijk zwembad gemiddeld €4,88, terwijl dat bij een commercieel geëxploiteerd bad oploopt tot €6,59. Deze prijsverschillen kunnen van invloed zijn op wie gebruik maakt van een zwembad. Het rapport benadrukt dat zwembaden met gemeentelijk eigendom of exploitatie vaak een grotere focus hebben op sociale toegankelijkheid, zoals zwemlessen voor kinderen uit gezinnen met lage inkomens. Dit laat zien hoe eigendom en exploitatie niet alleen technische kwesties zijn, maar ook diepe maatschappelijke impact hebben.

Lees ook: ‘Samen hebben we de taak om het zwembad toekomstbestendig te maken’

Duurzaamheid: een uitdaging voor de toekomst

Zwembaden zijn tevens energie-intensieve voorzieningen. Verduurzaming is dan ook een urgent thema, zeker in het licht van de stijgende energiekosten en de landelijke klimaatdoelstellingen. Maar verduurzaming brengt hoge investeringen met zich mee, wat voor sommige exploitanten een obstakel vormt. Gemeenten die eigenaar blijven van hun zwembaden, hebben vaak meer mogelijkheden om dergelijke investeringen te financieren via subsidies of langetermijnplannen. Commerciële exploitanten daarentegen opereren vaak met kortere contracten, waardoor investeringen in bijvoorbeeld zonnepanelen of energiezuinige verwarmingssystemen minder aantrekkelijk worden.

Het menselijke aspect: expertise en personeel

Niet alleen de stenen en faciliteiten van zwembaden bepalen hun succes, ook het personeel speelt een sleutelrol. Gemeentelijke zwembaden bieden vaak betere arbeidsvoorwaarden dan hun commerciële tegenhangers, wat het makkelijker maakt om gekwalificeerd personeel aan te trekken. Dit kan echter leiden tot een tekort aan personeel bij private exploitanten, wat op zijn beurt weer impact heeft op de kwaliteit van dienstverlening. Tegelijkertijd hebben commerciële exploitanten vaak meer expertise op het gebied van exploitatie. Door schaalvoordelen en ervaring in meerdere locaties kunnen zij efficiënter werken en innovaties sneller doorvoeren.

Een blik vooruit

Het rapport laat zien dat er geen eenduidige ‘beste’ manier is om zwembaden te exploiteren. De meest effectieve aanpak hangt volgens het Mulier Instituut dan ook af van lokale behoeften, prioriteiten en middelen. Sommige gemeenten kiezen ervoor om zwembaden in eigen beheer te houden, om zo maximale controle te houden over toegankelijkheid en maatschappelijke doelen. Anderen kiezen voor externe exploitatie, om financiële risico’s te spreiden en te profiteren van de expertise van gespecialiseerde bedrijven. Wat wel duidelijk is: zwembaden zijn meer dan alleen faciliteiten. Ze zijn een spiegel van hoe Nederland omgaat met publieke voorzieningen en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Of het nu gaat om het leren zwemmen van kinderen, het toegankelijk houden van sport voor iedereen, of het verduurzamen van energie-intensieve gebouwen, zwembaden blijven een plek waar belangrijke vraagstukken samenkomen.

Voor dit onderzoek is van 619 openbare zwembaden informatie uit de Database SportAanbod (DSA) gehaald. Die is aangevuld met informatie van onder andere websites van gemeenten. Daarnaast deelden specialisten uit de sector hun kennis in een expertgroep.

Lees het rapport ‘Eigendom en exploitatie van zwembaden’ voor meer informatie over de impact van verschillende exploitatievormen en de resultaten van het onderzoek.


advertentie