‘Een begin begint voor je eraan toe bent’

‘Beginnen is altijd lastig’, merkte Poeh fronsend op. ‘Soms begint een begin al voor je er goed en wel aan toe bent en dat kan weleens een probleem zijn.’ Zou jij een betere lesgever willen worden? Ja? Dan ben je volgens Winnie-de-Poeh al begonnen. Kun je jezelf beter maken? Jazeker, gewoon door te beginnen. Schrijf eens op waar je beter in zou willen worden en bepaal daarbij de belangrijkheid. Je begint met zaaien en dan komt er ook een moment dat jij kunt oogsten. Indira Gandhi zei ooit: ‘De grootste fout van de mens is dat hij wil oogsten op plaatsen waar hij niet gezaaid heeft’. Als je wilt oogsten, begin dan snel met zaaien. Zaaien is een plannetje maken voor je eigen ontwikkeling, starten en geduld hebben. Geduldig zijn is een kwestie van de tijd nemen, incasseren of afstand nemen en steeds (kleine) stapjes durven te maken.

Wat zou je kunnen doen? Nodig eens een collega uit bij jouw zwemles. Is daar geen tijd voor? Houd het dan kort. In 5 tot 10 minuten heeft jouw collega al meer gezien dan je denkt. De organisatie, mogelijke rijtjes of het contact tussen jou en de kinderen. Als je collega bij jou komt observeren, is een goed contact met die collega noodzakelijk. Maar er zijn meer eisen waar die collega aan moet voldoen. Hij moet het leuk vinden, beschikbaar zijn, een visie hebben met goede ideeën en jullie moeten een klik hebben. Het is een meerwaarde als die collega weet waar jij beter in wilt worden. Natuurlijk kan je je collega ook blanco laten kijken. Dankzij je collega kan jij groeien en meer inzicht in je eigen lesgeven krijgen. Jij bent al een goede lesgever, zo goed dat je je wilt verbeteren. Na de eerste observatie kies je wel een focus. Aan welke punten wil jij werken? Hierbij een aantal suggesties. Is elk kind veilig? Voelt het zich veilig? Ervaart ieder kind plezier?  Heeft elk kind een optimale persoonlijke hoeveelheid arbeid? Kan ieder kind op zijn eigen wijze meedoen? Is de organisatiekeuze zo dat er geen momenten zijn dat kinderen worden verplicht te wachten?


Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen met de luchtbehandeling in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Lees ook: Werkgeversmerk: hoe is de werksfeer bij jou in het zwembad?

Als iemand jouw lesgeven observeert, aanvaardt dan zijn tips als een cadeautje. Stel vragen aan elkaar, zonder direct een positie in te nemen. Verzand niet in oneliners omdat jouw collega zichzelf geweldig vindt of jij denkt dat je alles al weet. Waardeer echt wat die ander jou wil zeggen. Het is mooi als je je bedenkt dat je collega jou probeert te lezen en dat meer is dan iemand die jou even een ‘lesje ziet geven’. Dat is één van de redenen dat je een klik met die collega moet hebben. Bij een goed contact vertrouw je elkaar en voel je je veilig. Als dit niet zo is, wordt het verspilde tijd. Het gaat om jullie gezamenlijke doel: fijnere, betere lessen voor de kinderen. Als dit niet het geval is, schiet het zijn doel voorbij. Zoals mijn collega ooit zei: ‘Steek je nek uit, dan zie je meer!’ Beiden moeten bereid zijn tot leren. Jij kan ook jouw collega beter maken. Maar ook dit lukt alleen maar als die collega dat ook wil. Alles wat aandacht krijgt, groeit en realiseer je dat niets zo besmettelijk is als passie. Zo kun je makkelijk van waarde zijn voor elkaar. Aandacht, daar kan bijna niemand buiten. Vriendelijk zijn werkt beter dan onduidelijk, onprettig reageren op elkaar. Gunnen begint met geven en geef meer dan je neemt. 

Tot slot, stel met elkaar duidelijk vast wanneer je de les gaat nabespreken. Ook dit hoeft niet lang. Liever kort en krachtig, dan formeel en langdradig. Het is altijd druk, voor je het weet is de dag voorbij. Spreek elkaar daarom zo snel mogelijk na de les en houd het klein voor een goed begin en een mooie oogst. Beginnen om een (nog) betere lesgever te worden is lastig, zoals Poeh al zei, ‘Maar soms begint een begin al voor je er goed en wel aan toe bent.’ 

Deze column is geschreven door Leone Hamaker en verscheen eerder in ZwembadBranche #82