‘Deze gedragscode belandt niet in de la’

De nieuwe Gedragscode sociale veiligheid voor zwembadmedewerkers regelt de verhouding tussen zwembadmedewerkers, waaronder zweminstructeurs, ouders en kinderen. De gedragscode, die is opgesteld door de zwembranche, wordt op dit moment juridisch getoetst door advocaat mr. Björn van Eijk: ‘Een goede gedragscode beschermt ook de zwembadmedewerker.’ Hoe bescherm je kinderen tijdens de zwemles, niet alleen fysiek, maar ook op sociaal gebied?

Om die vraag te beantwoorden, heeft het Nationaal Platform Zwembaden l NRZ samen met de zwembranche de Gedragscode Zwembranche opgesteld. In de gedragscode staat hoe medewerkers van een zwembad zich tegenover bezoekers en cursisten moeten gedragen. Naast de gedragscode wordt mogelijk een klachtenreglement en een onafhankelijke klachtencommissie ingericht voor klachten op het gebied van sociale veiligheid. Het concept voor de Gedragscode Zwembranche is gereed en wordt op dit moment juridisch getoetst door advocaat mr. Björn van Eijk, sectiehoofd Sport & Leisure bij Marxman Advocaten.

Fysiek en sociaal
Van Eijk is gespecialiseerd in vastgoed-, contracten- en aansprakelijkheidsrecht en geeft advies aan zwembaden, sportbedrijven, sportbonden en bijvoorbeeld de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG). Daarnaast is hij onder meer huisadvocaat van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Marxman Advocaten maakt deel uit van het Legal Network van VSG en verzorgt alle adviezen voor VSG in de regio oost. ‘We hebben veel ervaring met het opstellen van protocollen in de sportbranche’, zegt Van Eijk. ‘Ik was zelf bijvoorbeeld betrokken bij het protocol Verhuur sportaccommodaties. Dit bevat het model algemene voorwaarden voor de verhuur van zwembaden. Mijn collega heeft zich bezig gehouden met het protocol Veiligheid Schoolzwemmen.’ Zeker met dit laatste protocol heeft de gedragscode sociale veiligheid een directe relatie. Van Eijk: ‘Bij het protocol voor schoolzwemmen ligt de focus meer op de fysieke veiligheid: hoe voorkom je dat een kind zich bezeert of zelfs verdrinkt en hoe zijn daarbij de verantwoordelijkheden verdeeld tussen zweminstructeur, zwembad en schoolleiding?’ In dit protocol is minder aandacht voor sociale veiligheid. ‘Het protocol schoolzwemmen en de nieuwe gedragscode vullen elkaar dus aan’, aldus Van Eijk. ‘Ik kan me ook voorstellen dat beide documenten in de toekomst geïntegreerd worden.’


Ben jij op zoek naar een leverancier van LED verlichting voor in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Lees het hele artikel in ZwembadBranche nr.28


advertentie

Dewi Online

2 gedachten over “‘Deze gedragscode belandt niet in de la’

  1. Op enkele plaasten in Nederland zijn er besprekingen geweest met de gedragscode zoals boven genoemd als onderwerp. ”
    De mening, kennis en inzichten van de mensen uit de branche zou daar van groot belang zijn.
    Dat is waarvoor de bijeenkomsten werden gehouden.
    Ik ben daar bij geweest en tot mijn grote verbazing moest ik tot de conclusie komen dat het hier eigenlijk ging over een 1 mening en een daaraangekoppelde presentatie. De mening en visie van de NRZ.
    Deze mening werd zeker niet gedeeld door de meerderheid van de mensen welke aanwezig waren. Nog sterker, ik ben van mening dat het meerderdeel van de aanwezigingen zich niet kon vinden in zowel de tekst als de vorm waarin de gedragscode zou moeten worden neergezet.

    Inhoudelijk werdt er, naar mijn mening, niet echt ingegaan op de vragen die werden gesteld. Vooral als deze gingen over de data waaraan dit initiatief was gekoppeld (de zeer vele klachten en vragen van ouders welke waren binnen gekomen bij de NRZ? ) en het feit dat deze gedragscode zal gekoppeld zijn aan de uitgave van zwemdiploma`s door dezelfde organisatie als de initaitiefnemer (NRZ).
    Hiernaast ging ik weg met meer vraagtekens dan antwoorden en heb ik me even afgevraagd voor welke doel wij nu waren uitgenodigd.

    Visie`s en meningen van een behoorlijk aantal vakmensen werden naar mijn mening niet echt gehoord en suggesties als; maak een nationale gedragscode werd direct al naar de zogenaamde prullenbak verwezen. Politiek niet mogelijk, was de mening van de organisatie.
    Enkele vragen die direct bij mij naar boven kwamen; waarom niet? Vindt de politiek het wellicht zelf niet nodig. Ontbreekt er data? Zijn de initiatiefnemers niet de juiste?

    Binnen de groep waarin ik deel mocht uitmaken werd er verschillende malen het voorstel genoemd om contact op te nemen met NLCoach. Zij beschikken over een zeer duidelijke gedragscode en beschikken tevens over meer dan genoeg inzicht en ervaring op dit gebied.
    Waarom dit totaal werd genegeert is mij een raadsel.

    Dat er nu juridisch wordt onderzocht over het wat, hoe, etc. lijkt me een logisch iets. Maar het feit dat ik als bezoeker van de bijeenkomst moet lezen dat “deze gedragscode er gaat komen” , zonder dat de mening van diegene die er mee gaan werken daadwerkelijk meetelt, zegt me genoeg. Het lijkt op een nogal eenzijdig initiatief met een neiging van NRZ om meer voet in de zwembaden te krijgen.

    Misschien is het een goed idee dat de NRZ zich bezig kan gaan houden met het verkrijgen van een erkenning als (zwem)docent. Dan plak je daar direct de gedragscode code van bijv. NLcoach aan met daarin de aanpassingen voor onze branche. Ontwikkeld door de beste mensen die we hebben binnen de sport en welzijnsbranche. In Nederland en daarbuiten.

    Mvg

  2. Sociale Veiligheid binnen het Zwemonderwijs in Nederland

    Naar aanleiding van een omvangrijke misbruikzaak binnen het zwemonderwijs, heb ik tot mijn schrik moeten constateren dat – in tegenstelling tot andere sectoren zoals de kinderopvang, het onderwijs en de sport – collectief samenhangend beleid ter bevordering van sociale veiligheid niet bestond in het zwemonderwijs.

    Dit hiaat is ontstaan door de afwezigheid van wetgeving. Centrale, afdwingbare normering onbreekt. Binnen de Kinderopvang, bijvoorbeeld, stelt de rijksoverheid een kader middels kwaliteitswetgeving. De branche, werkgevers- en werknemersorganisaties geven nadere invulling aan deze regels en kunnen zich niet verschuilen achter het interfereren met de eigen business. Er is gewoon een minimum waaraan een ieder zich dient te houden!

    Daarnaast besteedt de overheid vele miljoenen aan toezicht en handhaving. Dit budget is onlangs, naar aanleiding van het omvangrijke incident in Amsterdam, met miljoenen verruimd.

    Er is echter geen ministerie dat zich verantwoordelijk acht voor het zwemonderwijs; het is geen sport, staat bij OCW niet op het curriculum en bij Justitie maakt men hier dankbaar gebruik van wanneer wij afspraken willen maken over de verplichtstelling van een VOG voor het beroep van zwemonderwijzer.

    NPZ|NRZ heeft desondanks wél haar verantwoordelijkheid genomen. Dit heeft geleid tot de oprichting van de Werkgroep Sociale Veiligheid. Vertegenwoordigers van de bestuurlijke partijen van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ (KNZB, VSG en RECRON), exploitanten (Sportfondsen Nederland NV, LACO, Optisport en SRO), particuliere zwemscholen (Akwaak en de Kikkersprong), zwemonderwijzers en Abvakabo FNV zijn onder regie van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ constructief met elkaar in overleg gegaan met als vertrekpunt: “beproefd samenhangend beleid in aanverwante sectoren zoals de sport en het onderwijs”.

    De eerste stap in het traject Sociale Veiligheid was het sluiten van een overeenkomst tussen het Nationaal Platform Zwembaden | NZR en NOC*NSF eind april 2010. Op basis van deze samenwerking kan de zwembranche gebruik maken van vertrouwenspersonen grensoverschrijdend gedrag, aldaar.

    Het traject is – gezien de diverse belangen en het karakter van de branche – complex en wordt door NPZ|NRZ geheel vanuit eigen middelen, zonder subsidie waar eerdergenoemde sectoren een beroep op kunnen doen, met een grote mate van betrokkenheid uitgevoerd. Ik vind het derhalve zuur om te moeten lezen dat NPZ | NRZ een gedragscode zou willen om meer invloed in de zwembaden te krijgen. Enige verdieping in de materie lijkt mij derhalve gepast.

    Ik ben ervan overtuigd dat discussies, maatregelen en beleid met betrekking tot dit onderwerp de verdere professionalisering van de branche stimuleert en het achterliggende doel van de gedragscode, een stukje bewustwording, wordt bereikt.

    Wat de themabijeenkomsten betreft, verwijs ik graag naar het verslag dat terug te vinden is op deze site.

    mr. Jolanda Severien – Kempers
    Directiesecretaris NPZ|NRZ en Voorzitter van de Werkgroep Sociale Veiligheid

Reacties zijn gesloten.