Van leren zwemmen naar samen groeien: zwembaden de onbenutte schakel 

Het onderwijs en de kinderopvang kampen met groeiende tekorten, terwijl veel sport- en beweegprofessionals juist versnipperd werk hebben. Het Mulier Instituut onderzocht in opdracht van de Human Capital Agenda Sport (HCA Sport) hoe samenwerking tussen sport, onderwijs en kinderopvang kan helpen om beide problemen aan te pakken. Recent verscheen het rapport Samenwerkingskansen sport, primair onderwijs en kinderopvang. Opvallend genoeg blijven zweminstructeurs en zwembaden daarin buiten beeld, terwijl zij juist kunnen bijdragen aan de veiligheid, motoriek en het plezier van jonge kinderen in en rond het water én aan het verlichten van personeelstekorten.

Waardevol

De personeelstekorten in het primair onderwijs en de kinderopvang blijven toenemen. Leraren, pedagogisch medewerkers en onderwijsassistenten zijn schaars, en de werkdruk stijgt. Tegelijkertijd werken veel sport- en beweegprofessionals — zoals buurtsportcoaches, trainers en zweminstructeurs — in deeltijd of via tijdelijke contracten. Zij zoeken juist naar meer stabiliteit en een bredere maatschappelijke rol. Het Mulier Instituut onderzocht in opdracht van de HCA Sport hoe samenwerking tussen sport, onderwijs en kinderopvang kan helpen om die uitdagingen samen aan te pakken. Het rapport laat zien dat de verbinding tussen deze sectoren niet alleen kan bijdragen aan het oplossen van tekorten, maar ook aan een beweeglijkere, gezondere schooldag voor kinderen. Toch wordt één groep professionals nauwelijks genoemd: de zweminstructeurs en de zwembaden waarin zij werken. Juist zij kunnen een waardevolle rol spelen in het versterken van de beweegontwikkeling van jonge kinderen. Zweminstructeurs combineren iets wat in weinig andere beroepen samenkomt. Zij werken dagelijks met kinderen, bouwen vertrouwen op, weten hoe ze angst kunnen omzetten in plezier en stimuleren tegelijk kracht, coördinatie en doorzettingsvermogen. Hun werk gaat daarmee verder dan het aanleren van zwemslagen. Door zweminstructeurs een plek te geven in de samenwerking tussen sport, onderwijs en kinderopvang, wordt niet alleen hun talent benut, maar ook het dagelijks beweegaanbod voor kinderen van 0 tot 13 jaar versterkt.


Ben jij op zoek naar een (nieuw) leerlingvolgsysteem voor jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Lees ook: In beweging tegen obesitas met ‘Sporthelden op School’ én zwembaden

Rol verbreden

Om via samenwerking tussen sport, primair onderwijs en kinderopvang bij te dragen aan het verlichten van personeelstekorten en een beweeglijkere schooldag voor kinderen, pleit het rapport onder meer voor de opbouw van wijkgerichte beweegteams. Daarin kunnen professionals uit verschillende sectoren samenwerken aan een beweegrijke dag. Zwembaden kunnen daarbij een waardevolle rol spelen. In plaats van alleen incidentele zwemlessen of naschoolse activiteiten kunnen scholen, bso’s en zwembaden structureel samenwerken aan een doorlopende beweeglijn: van watergewenning in de kinderopvang tot techniektraining in de bovenbouw. Zo ontstaat een vloeiende overgang tussen leren, spelen en bewegen, waarbij het zwembad onderdeel wordt van de leefwereld van het kind. Voor zweminstructeurs betekent dit bovendien een stabielere baan: minder losse uren, meer samenwerking in teamverband en een bredere maatschappelijke betekenis. Het Mulier-rapport beschrijft ook verschillende vormen van samenwerking, zoals combinatiefuncties en jobcarving, functies die worden opgebouwd uit de talenten van verschillende mensen. Voor zweminstructeurs ligt hier een kans om hun rol te verbreden. Een instructeur kan bijvoorbeeld enkele dagdelen in het zwembad werken en daarnaast betrokken zijn bij sport- of beweegactiviteiten op school of in de bso. In de kinderopvang kan hij of zij spelenderwijs watergewenning en motorische stimulering aanbieden aan jonge kinderen. Door samenwerking tussen opleidingen, zoals mbo Sport & Bewegen en pedagogische trajecten, kan volgens het onderzoek een mix van competenties ook in de toekomst beter worden ondersteund.

Samen groeien

Het rapport benadrukt dat het tijd is om te werken aan structurele samenwerking tussen sport, onderwijs en kinderopvang, en gezamenlijk te bouwen aan een platform waarin deze sectoren elkaar versterken. De zwembranche hoort daar nadrukkelijk bij. Door lokale pilots op te zetten -denk aan een zwembad als ‘beweeghub’ waar scholen en opvangorganisaties structureel gebruikmaken van het zwembad- kan in de praktijk worden getoond hoe krachtig deze samenwerking kan zijn. Zwembaden zijn veel meer dan locaties waar kinderen hun zwemdiploma halen. Het zijn plekken waar vertrouwen ontstaat, waar motoriek zich ontwikkelt en waar bewegen vanzelfsprekend plezier betekent. Door zweminstructeurs actief te betrekken bij het netwerk van onderwijs en kinderopvang, wordt hun expertise benut én wordt bijgedragen aan de brede ontwikkeling van kinderen. Zo wordt het zwembad niet langer gezien als een losse voorziening, maar als een volwaardige partner in opvoeding, onderwijs en gezondheid.

Lees hier het rapport Samenwerkingskansen sport, primair onderwijs en kinderopvang


advertentie

Alle leveranciers voor de zwembranche vind je hier