23 april ZwembadBranche Dag Belgie

Minister Helder: ‘Ouders, laat je kinderen zonder diploma zwemmen onder nadrukkelijk toezicht van een zwemvaardige volwassene’

Op 13 december stelden de Tweede Kamerleden Westerveld (GroenLinks) en Van Nispen (SP) Kamervragen over zwemles. Gisteren kwamen de antwoorden van de net aangetreden minister voor Langdurige Zorg en Sport, Conny Helder. De minister erkent oplopende wachtlijsten en dat het daardoor langer duurt voordat kinderen zwemvaardig zijn met gevolgen voor hun zwemveiligheid, maar zij vindt ook dat ouders hier hun verantwoordelijkheid moeten nemen. “Wanneer dit niet tijdig lukt wil ik alle ouders en hun kinderen op het hart drukken alleen te gaan zwemmen onder nadrukkelijk toezicht van een zwemvaardige volwassene en met hulpmiddelen zoals zwembandjes.”


Ben jij op zoek naar een leverancier voor zwemlesmaterialen? 👉 Klik hier.



Achterstand diploma’s

Minister Helder erkent dat de zwemveiligheid van groot belang is, met name ook als er straks in de zomer weer meer kinderen het water in zullen gaan voor een verfrissing. Het ministerie heeft een berekening gemaakt en gaat ervan uit dat in 2021 ongeveer 23% van de potentiële lestijd verloren is gegaan. “Daarmee schat ik het aantal kinderen dat nu (nog) geen diploma heeft, maar dat wel had gewild, op 69.000 tot 92.000 kinderen, grotendeels als gevolg van de strenge maatregelen in het begin van het jaar. De beperkingen van november 2021 tot einde van het jaar zorgen voor een achterstand van ca. 6.000 tot 8.000 diploma’s.” Daarbij stelt zij dat ieder kind dat als gevolg van de maatregelen niet tijdig een diploma kan halen, verminderd zwemveilig zal zijn. Tevens vindt de minister het lastig om in onzekere tijden als deze een inschatting te maken van wanneer de wachtlijsten zijn opgelost.

Wachtlijsten wegwerken

Kinderen die deze zwemzomer niet zwemveilig zijn, zo benadrukt de minister, zullen daarom langer met hulpmiddelen (bijv. zwembandjes) en onder nadrukkelijk toezicht van hun ouders of begeleiders moeten zwemmen. Daarbij geeft zij aan dat idealiter alle kinderen die dat willen hun zwemdiploma moeten kunnen halen, niet alleen voor de zomer maar ook om het hele jaar door te blijven zwemmen. Wat ook de reden was dat toen de epidemiologische situatie daar een beetje ruimte voor bood, voor zwemles een uitzondering is gemaakt in de afgelopen periode om gedeeltelijk open te kunnen. Daarbij waardeert zij dat de branche aanvullend creatief en hard heeft gewerkt om zo veel mogelijk wachtlijsten weg te werken, afhankelijk van het beschikbare badwater. Waarbij zij ook aangeeft dat het probleem van wachtlijsten al voor corona gaande was omdat op een aantal plekken al wachtlijsten waren als gevolg van het tekort aan docenten en beschikbaar badwater.

CTB-plicht

Volgens de minister zijn er geen aanwijzingen dat veel besmettingen zijn bij zwemlessen en ook niet weinig, omdat de effecten van de maatregelen niet op dit specifieke niveau niet bekend zijn. Los hiervan wil zij niet afzien van de CTB-plicht voor begeleiders van zwemles. De regel geldt nu voor de sportaccommodaties en dus ook voor de zwemles. Waarbij zij duidelijk wil maken dat kinderen niet geweigerd worden en dat ouders ook ongevaccineerd naar binnen kunnen bij een getoonde negatieve test. Hierbij noemt zij niet de gemeenten waar nu geen CTB-plicht geldt naar aanleiding van de uitspraak van de voorzieningenrechter inzake het zwembad in Hilversum. Verder is zij van mening dat met wederom creatief en hard werken de wachtlijsten niet te veel zullen oplopen. “Ik ga ervan uit dat zwemlesaanbieders manieren vinden om de achterstanden weg te werken, zoals ze vorig voorjaar ook keihard hebben gewerkt om dat voor elkaar te krijgen. Wanneer dit niet tijdig lukt wil ik alle ouders en hun kinderen op het hart drukken alleen te gaan zwemmen onder nadrukkelijk toezicht van een zwemvaardige volwassene en met hulpmiddelen zoals zwembandjes.”

Lees ook het bericht van 14 januari: Vanavond persconferentie: tijd om te versoepelen?

Lees hier de antwoorden van minister Heder op de Kamervragen van Tweede Kamerleden Lisa Westerveld (GroenLinks) en Michiel van Nispen (SP)