Nederland heeft een flinke ambitie: in 2040 moet 75% van de Nederlanders voldoen aan de beweegrichtlijnen. Volgens de wetenschap kan zelfs een beetje meer bewegen al veel gezondheidsvoordelen opleveren, vooral voor mensen die nu nog weinig doen. Maar er is een grote uitdaging: op dit moment haalt slechts 45% van de Nederlanders die richtlijnen. Onderzoekers van het Mulier Instituut, Mirjam Stuij en Marloes van Gorp, stellen in hun essay Over (meer) bewegen: of waarom we het over ongelijkheid en macht moeten hebben dat deze ambitie onhaalbaar blijft als we niet breder naar het probleem kijken.
Te veel focus op individuen
Het huidige beleid richt zich vaak op individuele gedragsverandering. Denk aan campagnes of programma’s zoals wandelgroepen en leefstijlinterventies. Deze aanpak kan op korte termijn effect hebben, maar uit het essay blijkt dat gedragsverandering moeilijk is vol te houden zonder blijvende ondersteuning. Veel deelnemers stoppen na verloop van tijd en vallen terug in hun oude gewoonten. De onderzoekers wijzen erop dat de nadruk op het individu ook kan leiden tot schuld- en faalgevoelens. Wanneer mensen ondanks hun inspanningen hun gezondheid niet zien verbeteren, voelen ze zich snel tekortschieten. Dit geldt vooral voor mensen die al met andere uitdagingen kampen, zoals stress, gezondheidsklachten of financiële onzekerheid.
Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen met de waterbehandeling in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.
Ongelijkheid speelt een grote rol
Een belangrijke conclusie uit het essay is dat niet iedereen dezelfde kansen heeft om meer te bewegen. Mensen met een lager inkomen of een praktische opleiding bewegen minder, en dat heeft vaak te maken met de omstandigheden waarin ze leven. Deze groepen hebben bijvoorbeeld minder toegang tot veilige en aantrekkelijke beweegplekken of sportfaciliteiten. Bovendien kan stress door geldzorgen of andere problemen een grote rol spelen. De onderzoekers noemen zwemmen als een goed voorbeeld. Zwemmen wordt vaak gepresenteerd als een toegankelijke en effectieve manier om meer te bewegen, maar de realiteit kan ook anders zjn. Wanneer zwembaden sluiten of hun prijzen verhogen wordt zwemmen voor mensen met een lager inkomen minder haalbaar. Zwemmen is daarnaast niet alleen een kwestie van toegang, maar ook van tijd, middelen (zoals zwemkleding), en sociale drempels. Voor sommige mensen voelt een bezoek aan het zwembad niet comfortabel.
Een bredere aanpak is nodig
Volgens het essay moeten we het probleem van ’te weinig bewegen’ breder aanpakken en niet alleen naar individueel gedrag kijken. De onderzoekers stellen hiervoor drie belangrijke stappen voor:
- Meer begrip voor de moeite die bewegen kost. Bewegen vraagt tijd, energie en soms ook geld. Dit geldt niet alleen voor de deelnemers, maar ook voor begeleiders zoals buurtsportcoaches. Hun inspanningen blijven vaak onderbelicht, terwijl ze cruciaal zijn voor succes.
- Kijk naar ongelijkheid. Verschillen in beweeggedrag komen niet alleen door persoonlijke keuzes. Zoals de onderzoekers benadrukken, spelen structurele problemen een rol, zoals armoede, stress en een gebrek aan beweegvriendelijke wijken. Het is belangrijk om te begrijpen wat mensen tegenhoudt en daarop in te spelen.
- Repareer het systeem, niet de mensen. Het probleem ligt vaak niet bij het individu, maar bij de omgeving. In het essay wordt bijvoorbeeld gewezen op het belang van veilige wandelroutes, betaalbare sportvoorzieningen, en het toegankelijk maken van sporten zoals zwemmen.
Huidige beleid niet voldoende
De onderzoekers benadrukken dat bewegen moet passen in een dagelijks leven dat al vol zit met verantwoordelijkheden. Voor mensen met een laag inkomen of een hectisch bestaan is de vraag niet alleen hoe ze meer kunnen bewegen, maar hoe ze dit kunnen inpassen zonder dat andere aspecten van hun leven onder druk komen te staan. De onderzoekers vinden de ambitie om Nederland in beweging te krijgen prijzenswaardig, maar stellen dat het huidige beleid onvoldoende is. Het probleem van ‘niet genoeg bewegen’ ligt niet alleen bij het individu, maar is verweven met bredere ongelijkheden in onze samenleving. De onderzoekers roepen daarom op om niet alleen te investeren in campagnes en programma’s, maar ook in structurele veranderingen. Dit betekent investeren in veilige wijken, toegankelijke sportfaciliteiten en betaalbare beweegopties. Het gaat niet alleen om mensen motiveren om te bewegen, maar om het creëren van een een samenleving waarin bewegen vanzelfsprekend, toegankelijk en haalbaar is voor iedereen. Alleen dan kunnen we echt iets veranderen
Meer weten? Lees het essay Over (meer) bewegen: of waarom we het over ongelijkheid en macht moeten hebben