In Nederland voldoet slechts 44% van de mensen aan de beweegrichtlijnen, meer dan de helft van de bevolking beweegt te weinig. Een inactieve leefstijl zorgt voor fysieke en mentale klachten en dus wil de Beweegalliantie daar structureel verandering in brengen. De ambitie is helder: 75% van de Nederlanders moet voldoende bewegen en dus is er nog veel te doen.
Normaliseren van bewegen
De sleutel tot succes ligt volgens de alliantie in het normaliseren van bewegen. Het moet onderdeel worden van het gewone leven. De Beweegalliantie gelooft daarbij in de kracht van eenvoud, nabijheid en herhaling: laagdrempelige vormen van bewegen die grote gezondheidswinst opleveren. Bewust heeft de alliantie het hier over bewegen en niet over sporten. Veel mensen haken af zodra bewegen wordt gepresenteerd als ‘sport’. Het roept beelden op van prestaties, competitie, sportkleding en wedstrijden en werkt volgens Erik Lenselink, directeur van de Beweegalliantie, voor een grote groep Nederlanders eerder ontmoedigend dan inspirerend. “De alliantie pleit daarom voor beweegbeleid als aanvulling op (traditioneel) sportbeleid, zodat het iedereen aanspreekt – jong en oud, gezond en kwetsbaar, actief en inactief – om te gaan bewegen. Bewegen is geen luxe, het is een levensbehoefte.”
Lees ook: Sport en bewegen in gemeentelijk beleid: samenwerken met sportaanbieders van belang
Zwembaden: sleutelspelers in beweegbeleid
Voor veel mensen is het zwembad dé plek waar ze veilig en verantwoord kunnen bewegen. Voor sommigen -met name ouderen, mensen met een chronische aandoening of mensen met overgewicht – zelfs nog de enige. Water ondersteunt het lichaam, maakt bewegen minder belastend en vergroot het gevoel van veiligheid. Ook in de revalidatiezorg bewijzen zwembaden hun waarde. Na een blessure, operatie of ziekte is bewegen in het water vaak de eerste stap op weg naar herstel. Daarbij kunnen zwembaden ook inspelen op mentale gezondheid: ontspanning, sociale ontmoeting en plezier zijn minstens zo belangrijk als fysieke inspanning. Voor het beweegbeleid ziet Erik dan ook zeker een rol weggelegd voor de zwembranche. “Zwembaden worden vaak alleen nog gezien als faciliteiten voor zwemles, recreatie of georganiseerde sport, maar hun maatschappelijke potentie is veel groter. Door meer samen te werken met huisartsen, fysiotherapeuten, buurtsportcoaches of welzijnsorganisaties kan de zwembranche haar impact vergroten. Denk aan gezamenlijke beweegprogramma’s voor mensen met een beperking, valpreventietrainingen voor ouderen of aangepaste zwemuren voor mensen met autisme of prikkelgevoeligheid. Zulke initiatieven helpen om kwetsbare groepen te bereiken en mee te laten doen. Door hierover het gesprek aan te gaan met de zorg- en welzijnssector kunnen nieuwe verbindingen ontstaan.”
Gemeenten sleutelrol
Daarbij is het volgens Erik belangrijk dat gemeenten deze samenwerkingen actief ondersteunen en opnemen in hun beweegbeleid. “Juist gemeenten hebben hierin een sleutelrol. Zij bepalen hoe buurten worden ingericht, hoe subsidies worden toegekend en hoe sociaal beleid en gezondheidsbeleid op elkaar aansluiten. Samenwerking met alle partijen die hieraan kunnen bijdragen is daarbij cruciaal.” De Beweegalliantie roept gemeenten daarom ook op om verder te kijken dan de traditionele sportparagraaf. Bewegen raakt immers aan veel meer domeinen: mobiliteit, onderwijs, arbeidsparticipatie, sociale cohesie en uiteraard gezondheid. “Een beweegvriendelijke gemeente kiest bewust voor loop- en fietsvriendelijke infrastructuur, maakt ruimte voor beweegplekken in de wijk, werkt samen met zorgaanbieders en beweegaanbieders. Het ziet zwembaden daarbij niet als kostenpost in het sportbudget, maar als belangrijke pijler onder het lokale gezondheids- en welzijnsbeleid.” De Beweegalliantie ondersteunt gemeenten graag in dit proces. Via netwerkregisseurs en experts worden kansen in kaart gebracht, lokale partijen verbonden en concrete plannen gemaakt. “Er wordt niet top-down gewerkt, maar juist samen met beleidsmakers, uitvoerders én inwoners. De kracht van de alliantie zit in het verbinden van beleid en praktijk, en in het versterken van wat lokaal al gebeurt.” Beweegbeleid werkt pas echt als het leeft in de wijk.
Lees het hele interview met Erik Lenselink, directeur van de Beweegalliantie, In ZwembadBranche #99
advertentie
