Zwemaanbieders werken veel samen: lokale sportakkoorden bieden nog meer kansen

Samen bereik je meer dan alleen. Eén van de redenen dat er veel tijd en energie wordt gestoken in een sportakkoord. Maar wordt er ook meer samengewerkt? Uit onderzoek blijkt dat zo’n 98% van de zwemaanbieders in 2019 met andere organisaties heeft samengewerkt. Het antwoord is dus ja. Maar wat levert het dan precies op en waar liggen nog kansen? Het onderzoek naar in hoeverre zwemaanbieders bezig zijn met onderwerpen uit het sportakkoord levert interessante resultaten op. Leuk detail: vergeleken met andere ondernemende sportaanbieders zoals fitnesscentra hebben zwemaanbieders vaker speciale activiteiten of openingstijden voor specifieke doelgroepen en werken zij vaker samen met andere organisaties. Goed bezig zwembranche!

Onderzoek

In het Nationaal Sportakkoord (2018-2022) wordt door landelijke sportpartijen en maatschappelijke partners samengewerkt om het sporten en bewegen te stimuleren. Sportaanbieders spelen daarbij een grote rol. Maar lukt het hen ook om deze rol op te pakken en waar liggen nog kansen en verbeterpunten? In een onderzoek van het Mulier Instituut, dat is uitgevoerd in opdracht van de Nationale Raad Zwemveiligheid, is gekeken naar de mate waarin zwemaanbieders bezig zijn met en behoeften hebben op drie onderwerpen die aansluiten bij thema’s uit het sportakkoord: inclusief sporten en bewegen, samenwerking en verbeteren motorische ontwikkeling kinderen.


Ben jij op zoek naar een (nieuw) leerlingvolgsysteem voor jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Inclusief sporten en bewegen

Inclusieve sport- en beweegomgeving: iedere Nederlander een leven lang plezier aan sporten en bewegen. Een ruime meerderheid van de zwemaanbieders (81%) heeft voor minstens één specifieke doelgroep sport- en beweegactiviteiten of speciale openingstijden. Particuliere zwemscholen minder vaak (68%) dan zwembaden (89%). Een belangrijke specifieke activiteit is natuurlijk het leren zwemmen, wat verklaart dat zwemaanbieders vooral ook specifieke activiteiten hebben voor kinderen van 4 tot 12 jaar (68%) en baby’s en peuters van 0 tot 4 jaar (64%). Daarnaast hebben velen activiteiten voor ouderen (62%). Zo’n (70%) ziet nog wel kansen om specifieke doelgroepen te bereiken, vooral de jeugd van 12 tot 18 jaar (29%), kinderen van 4 tot 12 jaar (26%) en mensen met beperkingen of chronische aandoeningen (25%). Zwemaanbieders vinden dit belangrijk vanuit hun maatschappelijk rol (72%), omdat het bijdraagt aan continuïteit/groei (46%) en omdat externe partijen (zoals gemeente, belangengroepen) dit graag willen (20%). Voor commerciële zwembadexploitanten zijn de laatste twee redenen vaak meer van belang. Een meerderheid van de zwemaanbieders (58%) ervaart wel belemmeringen bij het aanboren van nieuwe doelgroepen. De accommodatie en/of beschikbaar materiaal is niet geschikt (14%), het kost te veel tijd/energie/geld (13%), een passend aanbod is niet of moeilijk te maken (13%).

Samenwerking

Sport- en beweegaanbieders toekomstbestendig maken. Vrijwel alle zwemaanbieders hebben in 2019 met andere organisaties samengewerkt (98%), zwemscholen deden dit iets minder vaak (88%) dan zwembaden (98%). Partners zijn dan vooral de gemeente, scholen, sportverenigingen, andere zwembaden of zwemscholen, lokale jeugdsportfondsen en buurtsportcoaches. Maar 75% wil wel graag met nieuwe partijen samenwerken, zoals de na- en buitenschoolse opvang, (sport)fysiotherapeut/ huisartsen en JOGG. Buurtsportcoaches spelen vaak een rol in het bevorderen van samenwerking tussen organisaties binnen gemeenten. Het is daarnaast een interessante partij omdat zij de samenwerkingsverbanden met sport- en niet-sport partijen kunnen versterken en betrokken zijn bij lokale sportakkoorden. Bijna de helft heeft (41%) heeft het afgelopen jaar met buurtsportcoaches samengewerkt, 11% zou dat graag gaan doen. Hier liggen dus zeker nog kansen.

Lees ook: Duurzame sportinfrastructuur: zwemmen toegankelijk houden voor iedereen!

Van jongs af aan vaardig in bewegen

Meer kinderen aan de beweegrichtlijnen laten voldoen en de neerwaartse spiraal van de motorische vaardigheid van kinderen de komende jaren in positieve richting om te buigen. Een onderdeel van dit deelthema is het verbeteren van de zwemvaardigheid en zwemveiligheid, waarbij de verbinding wordt gelegd met de activiteiten van het Nationaal Plan Zwemveiligheid. Niet geheel verwonderlijk is dat een ruime meerderheid (83%) het eens is met de stelling dat baby- en peuterzwemmen een belangrijke bijdrage levert aan de motorische vaardigheid van deze kinderen. Voor een groot deel van de zwemaanbieders is zwemles voor kinderen het belangrijkste product/aanbod, voor zwemscholen vaker dan voor zwembaden. Blijven zwemmen is natuurlijk ook belangrijk, zo’n 30% van de zwemaanbieders lukt dat alleen nog onvoldoende. Wel heeft een meederheid één of meerdere scholen die een bepaalde periode met schoolklassen komt zwemmen. Hiervan merkt 60% dat leerlingen hierdoor ook buiten deze lessen om komen zwemmen. Dat hier een grote kans ligt, blijkt ook uit het feit dat zwemaanbieders juist de jeugd nog beter zouden willen bereiken.

Highlights

  • Vooral voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar en voor ouderen is er veel aandacht in de vorm van activiteiten of speciale openingstijden. Voor andere doelgroepen is dat er nog minder vaak, terwijl zeven op de tien zwemaanbieders wel graag andere doelgroepen willen bereiken, zoals jongeren van 12 tot 18 jaar.
  • Ondersteuning bij het wegnemen van belemmeringen om nieuwe groepen te bereiken kan zich richten op geschikte materialen, beschikbare middelen, een passend aanbod.
  • Verder blijkt dat een deel van de zwemaanbieders het als lastig ervaart om kinderen na het zwemlestraject vast te houden. Een meerderheid die schoolklassen over de vloer krijgen, merken dat dit helpt en leerlingen buiten de lessen vaker gaan zwemmen.
  • Er zijn verschillende organisaties waar zwemaanbieders graag mee zouden samenwerken. Met de ontwikkeling van de lokale sportakkoorden liggen hier kansen, zoals voor samenwerking met de naschoolse opvang of met buurtsportcoaches. In deze lokale verbanden kunnen samenwerkingen met sportpartijen en niet-sportpartijen worden aangegaan of versterkt en daardoor bijvoorbeeld nieuwe doelgroepen worden bereikt of een beter aanbod worden gecreëerd.

Onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een bredere peiling onder verschillende typen sportaanbieders en heeft betrekking op 2019, pre-corona. In opdracht van de Nationale Raad Zwemveiligheid (NRZ) zijn de zwemspecifieke resultaten verwerkt. De 204 bevraagde zwemaanbieders in het onderzoek zijn zwembaden (gemeentelijk, gemeentelijke sportbedrijven, stichtingen, commerciële zwembadexploitanten) en zwemscholen (particulier). Circa twee derde van de respondentgroep bestond uit zwembaden (overwegend grotere organisaties met meer dan 6 fte personeel), circa een derde uit zwemscholen (overwegend kleinere organisaties met minder dan 3 fte).

Lees hier meer informatie over het onnderzoek ‘Zwemaanbieders en het sportakkoord’


advertentie

Dewi Online