Nieuwe Pensioenwet: wat betekent dit voor de zwembranche?

Het had wat voeten in aarde, maar de nieuwe Pensioenwet is een feit. De oude wet dateert van 1954 en was toe aan vervanging, de nieuwe past beter bij deze tijd. De collectieve pensioenpot komt daarmee te vervallen, in plaats daarvan bouwt iedereen zijn eigen pensioen op. Dit moet ons pensioen flexibeler, persoonlijker en duidelijker maken. Uiterlijk 1 januari 2028 moeten alles over zijn, tot die tijd kunnen partijen met elkaar toewerken naar de nieuwe regeling. Voor de medewerkers van de zwembranche zijn er verschillende pensioenfondsen. De pensioenen die vallen onder de cao Zwembaden zijn ondergebracht bij het pensioenfonds Recreatie (SPR) en hiervoor zitten de partijen WiZZ en de FNV om tafel. Michel Kouwenhoven (WiZZ) en Ingrid Koppelman (FNV) praten je bij over waar zij nu staan en wat het betekent voor de medewerkers.

Voor alle pensioen onder het nieuwe stelsel blijft het uitgangspunt dat het pensioen gezamenlijk wordt opgebouwd en de financiële risico’s met elkaar worden gedeeld. Werkgevers en werknemers leggen premie in, pensioenuitvoerders beleggen dat geld en keren de pensioenuitkeringen uit. Met dat verschil dat er geen collectieve pensioenpot meer is waaruit een gegarandeerd jaarlijks vast bedrag wordt uitgekeerd aan gepensioneerden. Werknemers bouwen straks een individueel pensioenvermogen op en het pensioen zal bestaan uit alle premies die zijn betaald, plus het rendement dat het heeft opgeleverd. Dit betekent dat het pensioen omhooggaat als het economische meezit en omlaaggaat als het tegenzit. Wel komen er regels om te voorkomen dat pensioenen te hard kunnen dalen. Om de overdracht goed te laten verlopen is er eerst een overgangsfase voor werkgevers, werknemers en vakbonden (de sociale partners) om met elkaar afspraken te maken over de pensioenregeling. Hierbij staan drie vragen centraal: welk type pensioencontract (flexibele of solidaire premieregeling), hoe hoog wordt de toegezegde premie en hoe worden alle opgebouwde pensioenrechten ‘ingevaren’ in de nieuwe regeling. Dit laatste gaat over het omzetten van de bestaande rechten en aanspraken naar het nieuwe contract. Uiterlijk 1 januari 2028 moeten alle pensioenen over zijn.


Ben jij op zoek naar een leverancier voor zwemlesmaterialen? 👉 Klik hier.



Streven niemand erop achteruit

Michel Kouwenhoven, algemeen directeur Optisport, is namens de Werkgevers in Zwembaden en Zwemscholen (WiZZ) betrokken bij het overleg van de sociale partners en is blij dat de pensioenwet nu door de Eerste Kamer is. “Met dit nieuwe stelsel is er meer ruimte om pensioenen te verhogen, dat is uiteraard goed nieuws voor de werknemers.” Waarbij Kouwenhoven zijn ogen niet wil sluiten voor mogelijke nadelen. “Het is waar dat het risicoprofiel verandert, de premie is straks meer afhankelijk van de economische conjunctuur. Daarentegen zagen we dat het pensioen voorheen niet altijd werd geïndexeerd, wat ook niet in het voordeel was van de gepensioneerden. Uiteraard willen we wel voorkomen dat de verschillen te groot worden, dat is één van de uitgangspunten bij de nadere invulling die we nu met elkaar gaan bepalen.” Daarnaast is het streven dat bij de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel niemand erop achteruitgaat. “We willen dit zo evenwichtig mogelijk doen, rekening houdend met alle leeftijdsgroepen. Veel zal daarbij afhangen van de dekkingsgraad op dat moment, daarover kunnen wij nu nog niks zeggen. Maar wij doen er alles aan om te voorkomen dat mensen er slechter van worden en dat er grote invaarverschillen ontstaan tussen de verschillende leeftijdsgroepen.” Doordat de deelnemers aan het pensioenfonds van de cao Zwembaden relatief jong zijn en daardoor de dekkingsgraad laag is, heeft het wel de voorkeur om niet te lang te wachten. “In het belang van de medewerkers streven wij er daarom naar om spoedig over te gaan naar het nieuwe stelsel. Maar het moet wel goed zijn, zorgvuldigheid gaat boven snelheid. Wat je niet wil is dat er achteraf moet worden bijgestuurd.” Om de medewerkers hierbij te betrekken, blijft de klankbordgroep aangesloten. “Al vanaf het begin schuiven zij aan om ook hun belangen te borgen. Daarnaast is er toezicht vanuit het pensioenfonds om te zorgen dat alles verloopt volgens de regels. Uiteraard gaan wij niet over de kaders die wettelijk zijn vastgesteld, maar daarbinnen moeten wij samen met de sociale partners weloverwogen keuzes maken en in het belang van de werknemers.”

Lees ook: Akkoord bereikt over cao Zwembaden en Zwemscholen

Solidariteit als basis

FNV zit als sociale partner ook vanaf het begin aan tafel en staat nu samen met andere betrokken partijen voor het maken van keuzes. Eén van de belangrijke is volgens Ingrid Koppelman, hoe het huidige pensioen kan worden ingevaren in het nieuwe stelsel. “Werkgevers en werknemers zullen hiervoor als basis solidariteit kiezen en het best mogelijke pensioen voor de medewerkers in de zwembaden. In het huidige pensioenstelsel levert het SPR pensioen de medewerkers niet een heel dik pensioen op. Het nieuwe stelsel biedt naar verwachting een betere uitkering voor de oude dag. Dit komt omdat het pensioenfonds SPR relatief veel jonge deelnemers heeft. Hoe eerder we over zijn, hoe meer profijt zij hebben doordat het nieuwe stelsel is gebaseerd op beleggingen.” Maar de FNV let ook scherp op de oudere medewerkers, zo benadrukt Koppelman, hun geld moet zijn waarde behouden. “Je wil geen pech- en gelukgeneraties en ook wil je de belangrijkste risico’s afdekken met zo min mogelijk kosten. Veel zal afhangen van wat de dekkingsgraad van het pensioenfonds is op het moment van invaren. En dat weet niemand. De beoogde datum om in te varen is 1?januari 2025, daarmee zijn wij één van de eerste pensioenfondsen die overgaan naar het nieuwe stelsel.” Het streven is om eind dit jaar het benodigde transitieplan gereed te hebben en voor die tijd zal de FNV de leden raadplegen, net als de werkgevers het hun leden zullen voorleggen. “Deze zomer gaan wij met elkaar hard aan het werk om de laatste keuzes te maken en de strakke deadline te halen. In oktober plannen we de raadplegingen. Bijstellen kan dan nog, maar ik vertrouw erop dat onze leden weten dat welke keuzes ook worden gemaakt, dit voor hen de best mogelijke opties zullen zijn in deze voor hen zo belangrijke, maar ook ingewikkelde, materie.”

Dit artikel verscheen eerder al in ZwembadBranche #89

Wil jij de komende editie van ZwembadBranche ook (thuis) ontvangen? Meld je dan aan voor een gratis abonnement via deze link.