‘ESCo constructie heeft zijn vruchten afgeworpen, maar dan vooral het laaghangend fruit’

In 2008 stond het vastgoed van de gemeente Rotterdam voor een belangrijke opgave: er moest worden verduurzaamd. Ook de zwembaden moesten kijken naar energiebesparing en kwaliteitsverbetering. Als snel zag men een oplossing in een Energy Service Company (ESCo). Een constructie waarbij in een prestatiecontract opdrachtgevers en opdrachtnemers afspraken vastleggen over prijs en resultaat. Tien jaar na de invoering hiervan is het tijd om de balans op te maken. Carl Fontijne van Sportbedrijf Rotterdam is zeker enthousiast, maar het volgende contract zal zeker geen copy paste worden.

In de afgelopen 10 jaar is er veel bereikt en het werken met een ESCo constructie heeft volgens Fontijne zeker zijn vruchten afgeworpen. Maar dan vooral het laaghangend fruit. “Terugkijkend kunnen wij inderdaad stellen dat wij hebben kunnen besparen, maar wij hebben ook wel wat laten liggen. Uit een prestatiecontract kun je meer rendement halen als je het minder strak vastlegt. Tien jaar vooruitkijken is lang, er kan veel gebeuren. De ontwikkelingen kunnen snel gaan en natuurlijk heb je ook te maken met wetgeving die kan wijzigen na verloop van tijd.” Met de kennis en ervaring van de afgelopen jaren is er dit jaar een nieuw contract op de markt gebracht. Omdat er het een en ander is gewijzigd, is er vooraf een marktconsultatie gedaan onder grote spelers in de branche. “Wij hebben onze ideeën over een prestatiecontract voorgelegd met de vraag of dit voor hen ook werkbaar is. Uiteindelijk heb je meerdere partijen nodig om er een succes van te maken en dus moet het ook reëel zijn wat je vraagt van de markt. Met nu als resultaat een gedragen uitvraag.”

Flexibiliteit

Opvallend is vooral dat de energiecomponent uit de huidige uitvraag is gehaald. De verduurzaming waar het allemaal mee begon, lijkt hierdoor ondergeschikt te raken. Maar niets is minder waar volgens Fontijne. “Met de energieafspraken in het prestatiecontract dachten wij tien jaar geleden belangrijke besparingen te kunnen realiseren. Gaandeweg bleek het contract echter te rigide om het optimaal te kunnen benutten.” Ter illustratie noemt Fontijne het voorbeeld van het plaatsen van zonnepanelen. “Toen we begonnen is er vanuit milieuoogpunt gekozen voor een warmtekrachtkoppeling. Maar in de loop der jaren kwamen er nieuwe technieken en andere inzichten. Zo ontstond bij ons de interesse in zonnepanelen, alleen gaat dat niet goed samen met de warmtekrachtkoppeling. In de afgelopen tien jaar zijn er wel meer innovaties geweest die we niet konden realiseren omdat het niet paste in de contractafspraken. Besparingen die je daarom moet uitstellen en dus niet volop kunt uitnutten. Maar je kunt ook denken aan ontwikkelingen in het gebruik van het zwembad die je van tevoren niet kunt voorzien, maar waar je door het opstellen van een contract voor tien jaar minder makkelijk op in kan spelen.” De les voor Fontijne is vooral dat je minder rigide afspraken moet maken. “Je moet meer ruimte creëren voor flexibiliteit en je niet vastleggen voor een langer termijn. Het moet mogelijk zijn om aanpassingen die geld besparen ook direct uit te kunnen voeren. Je wil gelijk kunnen oogsten en niet hoeven te wachten tot een termijn is verlopen.” Het maken van energieafspraken zoals de afgelopen tien jaar is daarmee niet ideaal gebleken, daarnaast is er nu gekozen voor een korter termijn van vier jaar.


Ben jij op zoek naar een (nieuw) leerlingvolgsysteem voor jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Lees ook: Energiebesparen in het zwembad: besparingsverplichting en informatieplicht

Ontzorgen

Dat men de ESCo op punten drastisch heeft aangepast, wil zeker niet zeggen dat Fontijne er niet in gelooft. “Zoals gezegd hebben wij ook de vruchten geplukt van deze samenwerking. Eén van de absolute winstpunten is het feit dat het zwembad wordt ontzorgd in het onderhoud.” Ook Fontijne ziet dat het zwembad steeds minder technische kennis zelf in huis heeft. “In de loop der tijd zijn er minder mensen in de zwembranche werkzaam met gespecialiseerde technische kennis, die weten van de hoed en de rand.” Voor Fontijne is het uitbesteden van het technisch onderhoud, zowel betreffende het gebouw als de installaties dan ook één van de grote voordelen van de ESCo constructie. “Onze partner heeft ons het afgelopen decennium vakkundig en adequaat bijgestaan. Om het zwembad echt goed te kunnen onderhouden is specialistische kennis nodig. Je moet natuurlijk alle regels weten, maar ook in kunnen spelen op veranderingen. Je moet kunnen anticiperen, de verschillende omstandigheden vragen om verschillende handelingen. Daarbij is het creëren van een veilig zwemklimaat ook een verantwoordelijke taak.” Tegelijkertijd waarschuwt Fontijne ervoor dat je binnen zwembaden ook mensen zelf in dienst moet hebben met enige kennis van zaken. “Uiteraard is er altijd wel veel overleg met elkaar. Ook als je het uitbesteedt, moet je nog wel in grote lijnen mee kunnen kijken. Je moet daarom in eigen huis kunnen beschikken over een basiskennis zwembadtechniek om te weten wat er speelt. Neem bijvoorbeeld de waterkwaliteit, je moet toch minimaal bij een meting een idee hebben van wat je meet en wat dat zegt.”

Constructief en professioneel

Hoewel er in de nieuwe uitvraag wel het één en ander is veranderd ten opzichte van de ESCo van tien jaar geleden, kijkt Fontijne tevreden terug op de afgelopen jaren. “Ik zie het vooral als een hele goede leerschool. De praktijk is en blijft uiteindelijk toch de beste leerplek. Het heeft ons doen inzien wat er goed gaat en wat beter kan, waardoor we nu beter in staat zijn om optimaal te profiteren van een samenwerking met de markt. De uitvraag van nu is daardoor ook een stuk interessanter geworden. ”Waarbij Fontijne tevens wil benadrukken dat de samenwerking met de markt heel goed is bevallen. “De grote winst is en blijft de specialistische kennis die je hiermee in huis haalt. Daarnaast is het ook heel fijn om te merken dat alles altijd in goed overleg is gegaan. Hoewel je door afspraken te maken wil zorgen dat iedereen weet waar men aan toe is, moet je bij onvoorziene zaken toch met elkaar om tafel te gaan. Hetgeen ook is gebeurd, maar in al die jaren hebben we nooit voor een situatie gestaan die niet werkbaar was. Alles is in harmonie gegaan, op een constructieve en professionele wijze zijn wij met elkaar opgetrokken. Daar gaan wij ook bij het nieuwe contract weer voor.“