Uit onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat 36 procent van de ondernemende sportaanbieders zich zeer grote zorgen maakt over de ontwikkeling van de energieprijzen. Een deel van deze ondernemers vreest zelfs voor het voortbestaan. Marcel van Dongen is interim locatiemanager van diverse zwembaden zowel bij gemeenten als bij sportbedrijven en deelt deze zorgen. Hij voorziet een kentering als er niets wordt gedaan. “Voor zwembaden is dit niet langer houdbaar. Als er geen oplossing komt dan kunnen wij alleen nog voorzien in onze primaire taak, leren zwemmen en doelgroep activiteiten. Het recreatief zwemmen zal dan grotendeels verdwijnen.”
Meer kosten
Marcel verwacht dat de zwembranche het volgend jaar zwaar zal krijgen en exploitaties onder druk komen te staan. “Als zwembad heb je richtlijnen en verplichtingen waar je aan moet voldoen om te zorgen dat het zwemmen veilig en verantwoord is. Tevens heb je te maken met onderhoud en moet je elke maand de energierekening betalen. Daarnaast heb je een programma met activiteiten die je aanbiedt aan je bezoekers. Als de kosten dan stijgen zoals de afgelopen maanden, heb je weinig knoppen om aan te draaien. Je kunt niet onder de wettelijke voorschriften uit, je kunt niet zomaar het programma aanpassen en je kunt ook niet ineens de temperatuur van het bad verlagen. Mensen hebben betaald voor bepaalde activiteiten en dat kun je daar niet zomaar iets in wijzigen. Dus is het een logisch gevolg dat er nog meer kosten worden gemaakt. Dit jaar zullen gemeenten nog wel bijspringen, maar of dat zo blijft. Sommige zwembaden bij sauna’s en hotels kunnen het nu al niet meer bolwerken. Gaan straks de andere zwembaden volgen?”
Lees ook: ‘Daar hebben we toch die infrastructuur van zwembaden voor?’
Energiecrisis en personeelstekort
We staan er als branche niet goed voor, zo is de stellige overtuiging van Marcel. “We kunnen er niet omheen, we zitten in een energiecrisis en er is een groot personeelstekort wat zorgt voor een prijsopdrijving. Een aantal zwembaden heeft nog een vast contract bij de energieleverancier, maar naar verloop van tijd zullen bij steeds meer zwembaden de energieprijzen stijgen. Grote recreatieve zwembaden moeten rekening houden met een toename van € 100.000 aan stookkosten. En om te kunnen concurreren met andere sectoren moet er meer worden betaald voor personeel. Daarbij lopen bij zwembaden het aantal bezoekers nog achter, niet iedereen is op het niveau van voor corona. Gemeente met een sterke toename van inwonersaantallen hebben daar niet zoveel last van, dit wordt weer aangevuld door nieuwkomers. Voor zwembaden in krimpgebieden is dat echt een probleem. Normaal gesproken dek je met de omzet ongeveer de helft van de exploitatiekosten, als dit zo doorgaat verwacht ik dat het afneemt naar 30 procent.” Het verhogen van de prijzen ziet Marcel echter niet gebeuren. “Veel gemeenten vinden dat het zwembad een maatschappelijke functie heeft en dat het dus laagdrempelig moet blijven voor iedereen. Over de grenzen kijkt men er anders naar, in Duitsland betaal je veel meer voor een bezoek aan het zwembad. Daar staat het beter in verhouding tot de exploitatiekosten. Maar ik denk niet dat we onze zwemmers zover krijgen.”
Aardverschuiving
Als er niks gebeurt, voorziet Marcel een aardverschuiving. “Dit jaar zullen de gemeenten nog bijspringen, maar volgend jaar gaan we de pijn voelen. Iemand moet dan de rekening betalen of we moeten ervoor kiezen alleen nog maar onze primaire taak uit te voeren: zwemles en doelgroepactiviteiten. Het recreatief zwemmen komt dan te vervallen. Maar dat heeft ook gevolgen. Een zwembad is gebouwd voor zo’n 30 tot 40 jaar en veelal nog ingericht op recreatief zwemmen, wat doe je dan met zo’n zwembad? We sturen aanbodgericht en niet vraaggericht, de zwembranche is echt nog niet klaar voor zo’n verschuiving. En bouwen we in de toekomst dan alleen nog maar sobere zwembaden?” Daarnaast zou Marcel het ook een gemiste kans vinden als we dit laten gebeuren. “We moeten echt kijken naar oplossingen. In het onderwijs is er een tekort aan accommodaties en vakleerkrachten om te voldoen aan het verplicht aantal uren bewegingsonderwijs, waarom zetten we niet meer in op de natte gymles? Goed voor de zwemveiligheid en tegelijkertijd kunnen we zo onze sportaccommodaties effectiever gebruiken. Maar bovenal, we moeten iets doen. Als we niets doen, gaat er ook wat veranderen. Laten we dat vooral met elkaar proberen te voorkomen.”