‘Zoveel te doen. Ik heb nog zoveel te doen.’ Deze hit van Toontje Lager dreunt nog wel eens door mijn hoofd. Bij jou ook? Je collega heeft je nodig, de lessen staan strak gepland, de administratie stapelt zich op, er is overleg over de nieuwe roosterindeling én die ene ouder wil ‘even snel iets vragen’ over de vorderingen van zijn of haar kind… Dan is de kans groot dat je last hebt van een overvolle to-do-lijst wat verlammend kan werken. En dat kan je dan juist niet gebruiken. Wat te doen?

Keuzekramp: niet weten waar te beginnen
Volgens experts kan zo’n gevoel van overweldiging je letterlijk blokkeren. Je hebt zóveel op je bord dat je simpelweg niks meer doet. Dat noemen we keuzekramp een verlamming die vooral komt doordat je niet weet wát je moet kiezen. En wees gerust, het ligt niet aan jou. Het is je brein. Klinisch psycholoog Ellen Hendriksen noemt dit zelfs het gevaar van de sabeltijger. Je brein ziet die to do-lijst als een bedreiging – alsof er een sabeltandtijger op je af komt. Of je nu bang bent om te falen, iets niet goed te doen of je simpelweg niet weet waar je moet beginnen: je lijf schiet in een soort ‘freeze’-modus. Maar geen paniek. Je kunt deze mentale sabeltandtijger temmen. Hieronder 10 praktische tips om uit je verlamming te komen.
1. Adem in, adem uit
Voor je in paniek naar je planning grijpt: haal even een paar keer rustig adem. Je lijf kalmeert, je hoofd wordt helderder.
2. Denk in stapjes
Maak je taak kleiner. Kan niet? Probeer het toch nóg. Moet je een nieuw lesplan schrijven? Begin dan met alleen de eerste fase. Of alleen het eerste niveau. Kleine stapjes = minder weerstand.
3. Begin met iets leuks
Mag je zelf kiezen waar je begint? Kies dan de taak waar je het minst tegenop ziet. Zo bouw je positieve energie op.
4. Fouten maken = oké
Perfectie is een illusie zelfs bij het leren zwemmen of die ene doelgroepactiviteit. Sta jezelf toe dat het niet altijd gaat zoals je zou willen of verwachten. Een les die vandaag ‘mwah’ was, en de rest misschien niet eens zo heeft ervaren, kan morgen top zijn.
5. Sla de makkelijke taakjes niet over
Begin met iets kleins dat je zeker kunt afvinken – zoals het checken van iets of het bijwerken of inplannen van iets. Succes motiveert.
6. Denk aan je collega’s
Soms helpt het om te beseffen: als jij je taak oppakt, help je anderen ook verder. Bijvoorbeeld: als jij het rooster afrondt, weet een collega ook waar hij of zij aan toe is. Als je het leerlingvolgsysteem invult, is het voor de ouders ook meteen duidelijk.
7. Gun jezelf een beloning
Is dat rapport eindelijk af of het plan gereed. Het rooster ingevuld of de ouder benaderd? Trakteer jezelf op een extra lange pauze, een lekker kopje koffie of dat gezellige praatje bij de kassa.
8. Begin ergens – maakt niet uit waar
Je hoeft niet met de ‘grootste klus’ te starten. Gewoon íets doen helpt om de bal aan het rollen te krijgen. En daarna? Dan ben je al op weg.
9. Durf hulp te vragen
Zit je tot je nek in de taken? Vraag je collega om hulp. Samen uit het water trekken is een stuk makkelijker dan alleen spartelen.
10. Minimaliseer afleiding
Leg je telefoon weg, sluit je mailbox voor een uurtje en laat je collega’s weten dat je bezig bent. Eén taak tegelijk. Je focus is goud waard.
Tot slot: oefening baart kunst
Elke keer dat jij zo’n overweldigende situatie tóch te lijf gaat, leert je brein: ‘hé, ik kan dit aan’. En zo bouw je vertrouwen op tot zelfs de drukste dag in het zwembad niet zo snel meer een stressstorm veroorzaakt. En wat natuurlijk ook altijd even helpt, is een verfrissende duik in het water.