De herfstvakantie is begonnen en de zomer lijkt alweer ver weg: de dagen zijn korter, de wind frisser en de buitenbaden zitten alweer een tijdje dicht. Binnen draait alles zoals vanouds op volle toeren, kinderen duiken enthousiast het water in, ouders puzzelen met hun drukke schema’s en de roosters zijn tot de rand gevuld. Ook de vertrouwde vraag of een kind niet allang kan afzwemmen is al vast weer geregeld gevallen. Het lijkt misschien onschuldig, maar ongemerkt kunnen zulke opmerkingen irritatie oproepen. En dus: tijd voor een mopperdetox.

Negativiteitsbias
Het is natuurlijk begrijpelijk. Vanuit de psychologie weten we dat ons brein van nature een negativiteitsbias heeft: we zijn sneller geneigd ons te richten op wat misgaat dan op wat goed loopt. Dat komt doordat negatieve prikkels sterker doorwerken in ons geheugen, onze emoties en zelfs in ons lichaam. Onderzoek laat zien dat we negatieve gebeurtenissen sneller opmerken, intenser beleven en langer onthouden dan positieve. Eeuwenlang hielp dat ons te overleven – beter één keer te vaak schrikken van geritsel in de bosjes, dan één keer te weinig. Maar in de moderne context werkt die ingebouwde overlevingsradar ons vaak tegen. In plaats van levensgevaarlijke roofdieren of naderende stormen, reageren we nu op alledaagse ongemakken: een rooster dat uit de voegen barst, een kind dat na de vakantie nog niet vooruit te branden is, of een ouder die ongeduldig is. Ons brein registreert het allemaal alsof het bedreigingen zijn, waardoor we ongemerkt sneller gaan mopperen. Positieve signalen – een kind dat trots bovenkomt na een geslaagde duik, of de gezellige babbel met een andere ouder – worden daardoor makkelijk overschaduwd.
Stoicijns
Klinkt misschien logisch, maar wat kunnen we eraan doen? Volgens de filosofen van de Stoïcijnse leer best veel. Omstandigheden liggen grotendeels buiten onze macht, maar onze houding tegenover die omstandigheden bepalen wezelf. Waar de psychologie verklaart waarom we geneigd zijn te mopperen, wijzen de Stoïcijnen ons de weg naar hoe we het anders kunnen doen. Niet door te ontkennen dat er ongemakken zijn, maar door te oefenen in acceptatie en mildheid. Of het nu gaat om een les die uitloopt, een ouder die voor de zoveelste keer naar afzwemmen vraagt, of een kind dat worstelt om zijn conditie terug te vinden – de situatie zelf verandert niet door gemopper. Wat wél verandert, is hoe wij die situatie beleven. Een mopperdetox is in die zin geen oppervlakkige trend, maar een moderne vertaling van een eeuwenoud idee: dat we meer vrijheid ervaren wanneer we ons niet laten meeslepen door onze eerste, automatische reactie.
Oefening in perspectief
Een maand lang niet mopperen klinkt misschien streng, maar het is eerder een uitnodiging dan een regel. Het is geen poging om alle ergernissen te ontkennen, maar een oefening in perspectief. Een kans om te merken hoe vaak je automatisch kiest voor het benoemen van wat ontbreekt, in plaats van het waarderen van wat er al is. Het helpt om het te nemen zoals het komt: volle roosters, klagende ouders, iets te enthousiaste kinderen. Het zwembad als microkosmos van het leven zelf: altijd een beetje chaotisch, soms vermoeiend, maar ook warm, vertrouwd en verrassend. Precies de winst van een mopperdetox: het vermogen om er met mildere ogen naar te kijken. Je haalt de angel uit de negativiteitsbias, en je oefent, net als de Stoïcijnen, in het loslaten van wat je toch niet kunt controleren.

