Enige maanden geleden is een goede vriendin bevallen van haar derde kindje. Haar andere kinderen zijn al wat ouder, dus het is voor haar weer een beetje wennen: voedingen, luiers, gebroken nachten. Gelukkig past zij zich goed aan. Maar ook voor haar de grote uitdaging waar jonge ouders mee te maken krijgen: een huilende baby. Want dat is vaak een grote zorg: ‘Waarom huilt mijn baby en wat kan ik doen om dat kleine mensje te helpen in dat grote verdriet? Vieze luiers, darmkrampjes of gewoon honger? Als alle lichamelijke oorzaken zijn uitgesloten, wat is het dan?
In een van onze gesprekken hierover herinner ik mij het boek ‘De Taal van Huilen’ van AJ Solter en vertel over de twee inzichten die mij het meest zijn bij gebleven. Het eerste is laten huilen en het tweede is vasthouden in alle rust. Volgens wetenschappelijk onderzoek heeft ‘huilen’ een heel grote functie bij het verminderen van stress en het verwerken van prikkels. Dit geldt overigens niet alleen voor baby’s. Ook grotere kinderen en volwassenen raken stress kwijt door het uiten van verdriet en andere emoties. Wie kent niet het gevoel van opluchting na ‘een potje uithuilen’, een klaagzang of een boze bui? En toch schuilt hierin vaak een dubbele agenda. Verdriet en boosheid worden gezien als vervelende gevoelens en hoe ouder je wordt, des te minder wordt dit geaccepteerd door jezelf en je omgeving. Hierin schuilt wel een gevaar, het wegstoppen hiervan leidt tot een opstapeling van stress. In het boek wordt mooi beschreven wat we doen als de baby huilt. We doen alles om te troosten: we sussen, wiegen en lopen deinend rond. Bij iets oudere kinderen doen we hetzelfde maar dan met woorden als ‘stil maar’, ‘stop maar, het is al over’… Dat troosten is goed bedoeld, je hebt immers zelf ook geleerd dat verdriet niet fijn is en dat je dat zo snel mogelijk achter je moet laten. Maar hiermee geven we al op jonge leeftijd mee dat huilen niet oké is. Zo snel mogelijk stoppen of – liever nog – slik het maar weg… Gelukkig wordt er door de schrijfster ook ruim aandacht besteed aan wat je wel moet doen bij een huilend kind: rustig zitten, vasthouden en laten weten dat jij er voor hem bent en dat hij bij jouw veilig is. En vooral dat hij mag huilen. Gewoon de tranen laten gaan. Zo kan het kind(je) alle prikkels en emoties uiten en zal hij makkelijker uitgroeien tot een evenwichtig persoon.
Bij het lezen destijds heb ik meer dan eens terug gedacht aan mijn eigen kinderen. Als ik dat toen allemaal had geweten had ik vast ook minder gesust, gewiegd en getroost. Voortschrijdend inzicht noemen ze dat. Schuldig voelen met terugwerkende kracht heeft geen zin, maar ik ben me er wel van bewust. Zo ook mijn vriendin. Zij heeft het boek gelezen en ook zij herkent en erkent deze wijsheid over ‘de taal van huilen’. Het klopt gewoon en dat verandert blijvend de wijze waarop je ermee om wilt gaan. Dus als haar ventje huilt, neemt zij alle tijd om rustig met hem te zitten zonder aandrang om hem te laten stoppen. Niet altijd makkelijk, zeker niet midden in de nacht als bijna heel Nederland slaapt, maar toch merkt ze dat het een positieve invloed heeft op hem en het hele gezin. De verandering in het omgaan met verdriet is ook als vanzelf gegaan in mijn zwemlessen. Wanneer een kind huilt, zeg ik niet meer: ‘stil maar’ of ‘sssj sssj ’. Ik laat ze even uithuilen, bij mij of rustig zittend op de kant en vertel dat ze weer kunnen meedoen als ze zich beter voelen. En eerlijk gezegd is er geen kind dat daar langer dan een paar minuutjes voor nodig heeft. Daarna gaan zij uit zichzelf weer aan de slag. Die mogelijkheid om even te huilen geeft ontspanning, zowel voor het kind als voor mij als lesgever. De boodschap is duidelijk: je mag huilen! Ook thuis merk ik de ontspanning die voorkomt uit deze benadering. Wanneer onze kleinzoon op onze ‘oppas-dag’ eens verdrietig is, zie ik wat voor een verschil het maakt dat zijn ouders hiermee bewust bezig zijn geweest. Als hij verdrietig is huilt hij vol overgave dikke tranen, kruipt op schoot en wil daar blijven zitten. Er wordt niets gezegd, we hoeven hem alleen maar vast te houden. Tot hij roept: “klaar!!” en van schoot wipt om weer verder te spelen alsof er niets is gebeurd. Zo makkelijk gaat dat.
Binnenkort worden in onze familie twee nieuwe kleinkinderen geboren. En dan zullen ouders en grootouders wel weer even moeten wennen. Het blijft een grote uitdaging om niet te gaan wiegen, sussen en rondlopen. Gelukkig is mijn vriendin erg genereus en mag ik alvast wat oefenen. Ik krijg haar huilende zoon in mijn armen en mag daar mee op de bank zitten. Ik doe niets, alleen vasthouden. Dank je, ik leer het steeds beter.
Claartje Driessen
Wil je reageren op de column van Claartje, mail naar: claartje@drie-essen.nl