Tot eind 2017 verbindt Optisport zich aan Spieren voor Spieren als maatschappelijk partner. Gedurende het jaar wordt er door Optisport op een sportieve wijze geld ingezameld. Een belangrijk onderdeel van de samenwerking is de Wintertijd Challenge, waar in de nacht dat de wintertijd ingaat gesport wordt om tijd te winnen voor kinderen met een spierziekte. Optisport gaat met zoveel mogelijk locaties hieraan deelnemen. Daarnaast zal Optisport waar mogelijk bij haar eigen sportieve evenementen geld inzamelen voor Spieren voor Spieren en stelt ze één week per jaar al haar zwembaden en schaatsbanen open voor onze achterban.
Ben jij op zoek naar een leverancier van LED verlichting voor in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.
Dagelijks brengt Optisport vele kinderen in beweging in haar sportaccommodaties in Nederland. Sport, bewegen en kinderen zijn de gemene delers waarop de samenwerking is gebaseerd. Vanwege de landelijke dekking kan Optisport veel evenementen van Spieren voor Spieren faciliteren en deelnemers kunnen bij Optisport trainen om goed voorbereid aan de evenementen van Spieren voor Spieren deel te nemen.
Erwin van Iersel, algemeen directeur Optisport, legt uit: “Wij zijn trots ons te mogen binden aan een mooi doel als Spieren voor Spieren. Dagelijks zwemmen, gymmen en spelen vele kinderen onbezorgd in onze sportaccommodaties. Bij kinderen met een spierziekte is dit niet vanzelfsprekend. Daarom willen wij heel graag bijdragen om juist die kinderen te ondersteunen.”
Ook Marjolein Bolhuis-Eijsvogel, directeur Spieren voor Spieren, is erg blij met de samenwerking: “De koppeling is heel vanzelfsprekend. We zijn ontstaan vanuit de sport. Als Stichting hebben wij als motto: ‘gezonde spieren inzetten voor zieke spieren’. Deze samenwerking sluit hier naadloos bij aan. Meerjarige partnerships als deze zijn voor ons belangrijk. Het geeft ons de mogelijkheid om structureel onderzoek te blijven doen naar spierziekten bij kinderen. Dat is erg belangrijk aangezien spierziekte nog steeds een belangrijke doodsoorzaak is bij kinderen in Nederland.”