23 april ZwembadBranche Dag Belgie

Zo ga jij om met zeurende – of prettig kritische… – zwemouders

Niet alle zwemouders zijn hetzelfde. Met de één kan je goed overweg en met de ander net iets minder. Of helemaal niet. Natuurlijk zijn we niet allemaal zo aardig, meedenkend en relaxed als jij… Maar toch moet je er altijd het beste van maken. Op Mynd las ik een paar tips over hoe om te gaan met collega’s die je iets minder goed liggen. Ook interessant voor zwemouders. Maar als jij ze wilt gebruiken voor je collega’s mag dat natuurlijk ook… Spoileralert: probeer het ook eens van de andere kant te bekijken!

  1. Blijf ademen
    In plaats van gelijk het stoom uit je oren te laten komen, kun je beter even tot tien tellen. Werkt voor kinderen en het werkt ook nog steeds voor volwassenen. Visualiseer een uiterst relaxte omgeving en laat het gaan. Blijf ontspannen en onthoud: een werkbare relatie met de ouder is belangrijk voor het kind, maar je hoeft echt geen beste vrienden te worden. Er is altijd nog een middenweg.
  2. Sta erboven
    Het is misschien een dooddoener, maar de manier waarop je het kunt beïnvloeden heeft alles te maken met de manier waarop je zelf in je vel zit (of eruit springt). Als jij steeds al uit je vel dreigt te springen als een zwemouder je naam noemt, wordt het ook nooit beter. Bedenk: het is als eb en vloed. Ouders waarmee je een minder makkelijk contact hebt die komen en gaan ook weer.
  3. Pick your battles
    Is het de moeite waard om er iets van te zeggen? Dan moet je het inderdaad bespreken. Kun je het beter laten gaan? Laat het het dan ook gaan. Soms is er ook gewoon echt geen klik en gaat die er ook niet komen. Wat je ook doet. Uiteindelijk gaat het erom dat het kind leert zwemmen en met plezier naar de les gaat. Als dit in het geding komt, dan is het tijd voor actie.

Lees ook: Vindt het kind de zwemlessen niet meer leuk óf de ouder…


Ben jij op zoek naar een leverancier van LED verlichting voor in jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



  1. Doe aan assertieve communicatie
    Je hoeft niet iemand te overtuigen, maar het is wel goed om duidelijk te zijn. Om op een zelfverzekerde manier je mening en ideeën te uiten en tijdens de gesprekken op een heldere manier te communiceren. Een voorbeeld. Zeg niet: zwemmen jullie wel eens samen? Maar wel: Wil jij vaker samen met jouw kind gaan zwemmen voor de watergewenning van je kind zodat je kind minder bang wordt?
  2. Hou je bij de feiten
    En de feiten alleen. Geef geen onnodige extra informatie en vermijd onderwerpen waarvan je van tevoren weet dat die gaan escaleren. Geef dus gewoon aan wat jouw bevindingen zijn en probeer de zwemouder nooit te overtuigen. Dat is misschien lastig omdat je -best begrijpelijk- denkt: wie heeft hier nu verstand van lesgeven? Maar laat je niet verleiden door persoonlijk te worden en ‘zomaar’ aannames te doen.
  3. Verander je perspectief
    Het is zoals het is. Wij zijn gelukkig niet allemaal hetzelfde. En dat hoeft ook niet, dat maakt het juist zo leuk. Probeer het ook eens van de andere kant te bekijken. Zeurderig kan ook prettig kritisch zijn, bemoeizuchtig gewoon heel enthousiast en ouders die dominant zijn vinden het misschien wel gewoon heel spannend. Het is ook niet niks. Het allergrootste bezit laat men achter bij hun grootste angst: het water.