Meer toezichthouders leiden niet tot veiliger zwembaden

De inzet van meer toezichthouders langs de rand van het zwembad leidt niet tot veiliger zwembaden is de belangrijkste conclusie uit het Veiligheidsforum dat het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ vrijdag 25 september organiseerde over toezicht in zwembaden. Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ pleit voor een meerdimensionale veiligheidsaanpak in zwembaden, waarbij gebruik wordt gemaakt van verschillende veiligheidsmaatregelen. Dit betekent dat naast de inzet van toezichthouders ook gebruik wordt gemaakt van drenkelingendetectiesystemen. Verder worden bezoekers in zwembaden nadrukkelijker gewezen op de eigen verantwoordelijkheid en vindt er een striktere controle bij kinderen plaats op het hebben van zwemdiploma. Deze gespreide aanpak leidt volgens het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ tot veiliger situaties in zwembaden.

Toezicht in zwembaden staat volop in de belangstelling. Door een verminderde risicotolerantie in de maatschappij, door een reeks incidenten en door toenemende aansprakelijkheidskwesties is er in de afgelopen jaren veel gebeurd op het terrein van toezicht in zwembaden. Exploitanten, bezoekers en overheden verwachten veel van toezichthouders. Toezichthouders worden gezien als instrument om verdrinking te voorkomen. Na iedere verdrinking wordt de vraag gesteld waarom niemand iets heeft gezien en neemt vervolgens de roep om meer toezichthouders toe.

Recent publiceerde de ANWB de resultaten van een onderzoek naar de veiligheid in 25 subtropische zwemparadijzen. Uit het ANWB-onderzoek kwam naar voren dat zowel de bezoekers van het zwembad als de onderzoekers de aanwezigheid van toezichthouders zien als maatstaf voor veiligheid. De mogelijkheden van de toezichthouder ten aanzien van het behouden van de waakzaamheid worden overschat naar de mening van het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. Toezichthouders zijn beperkt in hun mogelijkheden om een verdrinking te signaleren. Hun taak wordt bemoeilijkt door het geringe aantal relevante signalen en hoge aantal irrelevante signalen, zoals de eentonigheid en de ongunstige fysieke omstandigheden (lawaai en hoge temperatuur).


Ben jij op zoek naar een leverancier van bodemzuigers? 👉 Klik hier.



De uitkomsten van het Veiligheidsforum dienen als basis voor nieuw te ontwikkelen beleid en wetgeving ten aanzien van toezicht in zwembaden. In 2012 worden de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz) en het bijbehorende besluit vervangen door de Zwemwaterwet. Waar mogelijk zal middelwetgeving in de nieuwe wet worden vervangen door doelwetgeving. Aan de vooravond van deze belangrijke wijziging is tijdens het Veiligheidsforum gesproken over het begrip ‘voldoende toezicht’ uit artikel 25 van de Whvbz. Dit artikel leidt in de praktijk nog steeds tot onduidelijkheid en conflicten. Het forum heeft de zwembadbranche een belangrijke kans geboden om inbreng te hebben in de nieuwe wetgeving. Naast de aandacht voor het drenkelingendetectiesysteem is een van de conclusies van het Veiligheidsforum dat een ongevallenregistratiesysteem verplicht in de nieuwe Zwemwaterwet en in de criteria van het Keurmerk Veilig & Schoon zou moeten worden opgenomen.


advertentie

Aquatickets

9 gedachten over “Meer toezichthouders leiden niet tot veiliger zwembaden

  1. We zouden de huidige ‘inbraak’ meldkamers als voorbeeld kunnen nemen. Stel je voor; camera’s onder water, daar waar dit in zwembaden mogelijk is. Aangesloten op een meldkamer in den lande, wordt door medewerkers van deze centrale op beeldschermen toezicht gehouden op alles wat onder water gebeurd van meerdere zwembaden. Zij worden niet afgeleid door bezoekers, niet gehinderd door water en golfschitteringen e.d. Ieder beeldscherm (zwembad) heeft een waarschuwingsknop welke, indien deze ingedrukt wordt, een signaal in de desbetreffende zwemzaal geeft ter attentie van de daar aanwezige toezichthouders dat er onder water iets mis is. Het systeem is efectiever, en kan, als financiele compensatie, een bezuiniging geven op de hoeveelheid toezichthoudend personeel op de zwemzaal.

    1. Door werkzaamheden in het verleden binnen de beveiligingsbranche weet ik hoe er in meldkamers gewerkt wordt. Daardoor ben ik van mening dat een oplossing zoals André aan geeft niet te realiseren valt. Ook in meldkamers heeft men te kampen met personele bezetting, en piekbelasting tijdens momenten dat kantoren en winkels openen en sluiten. Als gevolg hiervan is het denk ik niet realistisch om te verwachten dat de veiligheid verhoogt wordt. Centralisten zitten niet alleen maar naar beeldschermen te turen (wat ook niet bevoordelijk is voor de concentratie) en hebben andere taken. Daarnaast is er een vertraging in de responce vanuit de toezichthouder op het moment van een alarmering. Ten aanzien van de kostenbesparing zie ik niet in hoe dat gerealiseerd kan worden, er is toch een minimum aantal toezichhouders noodzakelijk, wat nu ook al in een bad aanwezig is.

  2. Een (betere) mix van goed opgeleid en geïnstrueerd personeel, een toezichtsplan, gebruik van technische voorzieningen, gedragsbeïnvloeding en meer gedeelde verantwoordelijkheden kan leiden tot veiliger zwembaden. Dat is niet iets wat vd ene op de andere dag zal gebeuren, opvoeden, opleiden en ervaring opdoen met die optimale mix zal op termijn kunnen leiden tot veiliger zwembaden. Het geheel uitsluiten van ongevallen en verdrinkingen is natuurlijk een illusie, maar het bevorderen van meer alert en adequaat handelen hierbij kan met deze mix zeker werken.

  3. Volgens mij is de belangrijkste factor in beter toezicht de toezichthouder zelf en de leidinggevende van de toezichthouder. Meer controle op bekendheid INHOUD toezichtplan ed (bijv. met een kleine toets?) en toezicht op de houding en taakinvulling van de toezichthouder. Ik kom in baden waar ik na afloop de manager een mail stuur omdat ik onder de indruk ben van de taakinvulling van de toezichthouders en de manager dat niet meer dan normaal vindt: ze hebben gewoon hun werk gedaan. Eigenlijk omgekeerde wereld, dat ik het bijzonder vind als het toezicht goed is.

    Er ligt inderdaad ook een rol bij ouders, ik zelf laat mijn 8-jarige dochter met ABC (en daarna blijven zwemmen) niet uit het oog in een zwembad. Niet omdat ik haar niet vertrouw, maar omdat het gedrag van anderen onvoorspelbaar is. Ouders moeten ervan doordrongen worden dat zij zelf ook een rol spelen in het toezicht op hun kind en dat je niet alles over kunt laten aan de toezichthouder. Ik kan me nog iets te goed de 3-jarige met vleugels in het golfslagbad herinneren, waarvan de moeder op de zonneweide lag en die het maar raar vond dat ze haar dochter afgeleverd kreeg met de mededeling dat deze niet alleen het bad in mocht. Deze houding speelt in toenemende mate een rol en bemoeilijkt het werk van de toezichthouder.
    Blijft natuurlijk over het schoolkind en de puber die zonder ouder naar het zwembad gaat en zich daar storend en onveilig gedraagt voor het overige publiek. Nog niet gesproken over de jonge adolescent…

    Toezichthouden is gewoon een moeilijk VAK dat niet zomaar even als bijbaantje gedaan kan worden door jongelui. Opwaardering van het VAK zowel in aanzien als in salaris kan een verbetering van de taakinvulling geven en voorkomt dat het toezicht in de weekenden (als het drukker is) vaker door bijklussende scholieren/studenten wordt gedaan dan door het ervaren personeel.

    Een ervaren zweminstructeur zal toch sneller kunnen inschatten of een kind veilig kan zwemmen (belangrijker nog dan een diploma).

  4. Het verdient nadrukkelijk de aanbeveling dat de overheid eenduidig is in het handhaven van de wetgeving op het gebied van toezichthouden. Naast dat de definitie ‘grijs’ is, verschilt het ook per provincie hoe deze gehandhaafd wordt. Daarbij zou het schoolzwemmen verplicht gesteld moeten worden, zodat kinderen ongeacht het sociale milieu waar ze uitkomen, goede zwemervaring opdoen. In een waterrijk land als Nederland is dit een voorwaarde.
    Ouders moeten gewezen worden op hun verantwoordelijkheid en niet de zwembaden gebruiken als ‘kinderopvangplaats’, derhalve is het verstandig om een norm te stellen waar kinderen aan moeten voldoen om zonder begeleiding van een volwassene te mogen zwemmen.
    Uiteraard moet de zwembadinrichting beschikken over voldoende opgeleide toezichthouders. Niet alleen op het gebied van toezichthouden, maar ook eerste levensreddende handelingen (EHBO, BHV, zwemmend redden). Detectiesystemen zullen nooit de functie van toezichthouders kunnen overnemen, slechts ondersteunen. Daarbij zal ook goed gekeken moeten worden of het bad daartoe geschikt is.

  5. Als er teveel personeel is bestaat de kans op verslapping van aandacht omdat “er toch genoeg collega’s zijn”. Dit vooral met de, door Heidi genoemde jongere toezichthouders. Het moet niet te gezellig worden.

    Volgens mij is het een kwestie van de juiste persoon op de juiste plaats. Als iemand een slechte concentratie heeft of de neiging heeft te overfocussen (op klachten of vragen zodat het bad erbij blijft, overfocussen op het bad is een goede zaak maar daar bestaat de taak niet alleen uit) zou ik die niet graag toezicht laten houden. Je kunt dus ook denken aan een goede taakverdeling ivm vragen- en kalchtenafhandeling. Dat één persoon daar bij toerbeurt voor verantwoordelijk is zodat de ander mensen kan doorverwijzen naar diegene en goed toezicht kan blijven houden.

    Ik ben het eens met het wijzen op de verantwoordelijkheid van de ouders, die vertrouwen teveel op personeel die ook niet alles tegelijk kunnen.

    Over een detectiesysteem ben ik niet uit. Het blijft een apparaat wat defect kan gaan en waar je teveel op kan gaan vertrouwen. Maar ja, aan de andere kant, een mens blijft een mens…

  6. Alles wat mogelijk is om ongelukken en (bijna)verdrinking in zwembaden zoveel mogelijk te voorkomen zul je niet moeten nalaten.

    Bij de gehele discussie mis ik toch een aantal zaken:
    Het klopt wat Marcel Jagersma schrijft over verdrinking in zwembaden. Het gebeurt snel en vrijwel geluidloos. Een behoorlijk aantal (bijna) verdrinkingen kun je zien aankomen en hier preventief optreden. Je moet wel weten waar je op moet letten. Zo worden de meeste (bijna) verdrinkingen verward met spelen terwijl men toch aan het verdrinken is. Tijdens het World Congress on Drowning in 2002 heeft Frank Pia aangetoond en laten zien wat er gebeurt aan de hand van de Instinctive Drowning Response. Dat is de reden dat men weet dat men verdrinkt, maar niet meer kan roepen en de handen opsteken om aandacht te vragen. Ook kijken deze (bijna) verdrinking slachtoffers niet angstig of in paniek wat iemand (toezichthouder?) kan trickeren.

    Op de website http://www.verdrinking.nl kun je hier een aantal filmpjes en voorbeelden van zien.

    Tevens ben ik al jaren van mening dat zuurstoftoediening altijd moet geschieden bij bijna verdrinking en verdrinking. Door de verdrinking heeft een slachtoffer dringend behoefte aan zuurstof om (blijvende)hersenbeschadiging in te perken. Een drenkeling moet zo snel mogelijk op de kant en aan de zuurstof, niet moeilijk doen de drenkeling kan je gewoon buikwaarts op de kant slepen.
    Met al deze kennis en wijsheid die we al hebben is het triest te constateren dat er nog steeds zwembaden zijn waar zuurstof word geweerd.

    Lifeguards uitgebreider voorbereiden en effectieve ehbo aanbieden met zuurstotoediening. Belonings stelsel kan ook meespreken!

    Ook het registreren van ongevallen en (bijna) verdrinking is een bittere noodzaak. Hier pleit ik al jaren voor. Het is niet om je collega’s in discrediet te brengen maar juist om te leren van elkaar zodat wij dat een volgende keer beter kunnen voorkomen. Vaak hoor je in de informele sfeer bij zwembaden dat men kortgeleden een akkefietje heeft gehad welke soms ernstig waren. Ook belangrijk om het traject van een drenkeling te volgen van ambulance tot genezing.

    Marcel Jagersma heeft ook gelijk dat hij stelt dat het meeste komt uit de soms summiere stukjes in de media. Voor de geinteresseerden onder U zijn deze kranten artikel verameld vanaf 2004 op http://www.verdrinking.nl onder de noemer zembaden.

    Ik wens U allen alvast een veilig 2010 en veel stof tot nadenken over preventie, redding en behandeling van drenkelingen in zwembaden.

  7. Het pleidooi voor de DDS (drenkeling-detectie-systeem) vindt ik niet nodig. Het is een mooi systeem en een technisch hoogstandje. Maar het moet wel gebruikt worden! Het blijkt voor te komen dat men het uitschakelt omdat het te vaak loos alarm geeft (bijvoorbeeld tijdens de les waarbij men een duikpop in het water legt en waarna men ook weer ‘vergeet’ het DDS weer aan te zetten). Bij het vervangen van één of enkele toezichthouders door een DDS ligt het eerste ongeval dus al op de loer.

    Een DDS kan ook nóóit de toezichthouder (lifeguard) vervangen.
    Het is m.i. vele malen belangrijker om de lifeguard strategisch (zowel qua plaats als aantal) te verdelen en ervoor te zorgen dat er regelmatig van plaats gewisseld wordt waarbij er in het roulatiesysteem plaats wordt gemaakt voor een korte periode waarin men mentaal even kan ‘ontspannen’.

    Het lijkt inderdaad zo dat sommige ouders het zwembad zien als een goedkope kinderopvang. Echter door duidelijke huisregels op te stellen (en deze te handhaven!) is veel leed te voorkomen. (zie de huisregels voor ‘Vrolijk en Veilig’ van de samenwerkende zwembaden)

    Misschien is het verstandig om binnen de branche actie te ondernemen en het toezichtplan van een collegabad te beoordelen. Dit levert altijd verbeterpunten op voor beide partijen. We moeten niet altijd naar de overheid wijzen; we hebben zelf ook gezond verstand!

  8. Met alle respect voor degene die gereageerd hebben. Er wordt wederom gesproken over de hoeveelheid toezichthouders in een zwembad. We spreken over collegas die hun uiterste best doen om de veiligheid te waarborgen. Als ik de ANWB rapportage mag geloven staan toezichthouders soms met de rug naar het bad en vaak te praten. Ik vind dit een negatieve benadering. Mocht de leiding van zo’n complex dit bij herhaling constateren is hier voor maar bij een remedie, ga in gesprek met de betrokkene en adviseer hem/ haar voordat er een juridisch traject wordt ingegegaan om ander werk zoeken. Ik denk dat de basis voor veiligheid primair ligt bij het ontwerp van het zwembad. Er worden nog steeds baden gerealiseerd waar sprake is van slechte zichtlijnen, onoverzichtelijke recreatieve elementen zoals wildwaterbaden, uitzwembassins e.d.. Als bouwkundig rekening wordt gehouden met de veiligheid is de eerste winst bereikt. De veiligheid in de baden kan verder geoptimaliseerd worden door controles vanuit de provincie door een mystery gast in te zetten. Tevens zouden door de provinciale overheid de activiteiten roosters beoordeeld kunnen worden met de daarop gebaseerde personeels inzet.
    Sommige adviesbureaus daarintegen die werkzaam zijn binnen een gemeente organisatie geven tegenstrijdige adviezen/kengetallen in de omvang van de formatie, sommige bureau gaan uit per fte op 10.000 bezoekers terwijl een ander adviesbureau aangeeft dat 20.000 bezoekers per fte mogelijk moet zijn. Als adviesbureaus niet een lijn trekken wordt he ambtelijk apparaat in verwarring gebracht. Als er dan ook een aanbesteding van een exploitatie van een zwembad plaats vindt, moet je in je voorwaarden duidelijk aangeven hoeveel fte noodzakelijk is. Laat dit nooit aan een partikuliere exploitant over echter geef als gemeente duidelijk aan wat je wil.
    Het is van belang dat een provicie inzage heeft in het toezichtplan.
    Wordt er binnen dit plan wijzigingen aangebracht is het in mijn ogen een taak van die provincie om dit te toetsen.
    Ik hoop en spreek de wens uit dat het IPO deze taak naar zich toetrekt en komt met duidelijkheid over hoe te handelen met de inzet van medewerkers in een zwembad.

Reacties zijn gesloten.