Meer sporten binnen het voortgezet onderwijs: op naar het zwembad!

Lichamelijk opvoeding maakt onderdeel uit van het onderwijscurriculum. Voor zowel het basis als het voortgezet onderwijs. Belangrijk, want het is cruciaal dat de jeugd beweegt. Maar biedt het onderwijs wel voldoende beweeguren aan? Uit een meting lichamelijke opvoeding en sport in het voortgezet onderwijs van het Mulier Instituut blijkt dat het aantal lesuren voor vmbo gl/tl lager lager is dan de richtlijn van het ministerie van OCW. Zo’n 56 procent van deze scholen voldoet niet aan deze richtlijn, de overige schoolniveaus scoren wel redelijk conform de minimumtabel. Toch helt het niet over en mag er wel meer worden gesport op school. Zoals bijvoorbeeld zwemmen. Ik ben voor!

Lestijd

In 2018 werd op het vmbo gl/tl minder klokuren lichamelijke opvoeding aangeboden dan de minimumtabel voorschrijft. Het gemiddeld aantal klokuren van de overige schoolniveaus is redelijk conform de minimumtabel. Tot 2005 werd voor lichamelijke opvoeding in het voortgezet onderwijs een minimumtabel gehanteerd. Hoewel de wettelijke verplichting in 2005 verviel, wordt deze tabel nog wel als normtabel gebruikt. Verder blijkt uit onderzoek dat op elk niveau in het eerste leerjaar de meeste minuten per week voor lichamelijke opvoeding worden ingeroosterd en dat dit vervolgens in de jaren erna steeds wat afneemt. Het aantal minuten lichamelijke opvoeding per week is sinds 2014 wel gelijk gebleven. De variatie in de lestijd is tussen scholen wel toegenomen, er zijn meer scholen die weinig of veel lichamelijke opvoeding aanbieden.


Ben jij op zoek naar een leverancier die kan helpen bij de bouw of renovatie van jouw zwembad of zwemschool? 👉 Klik hier.



Voor wie wil weten hoe het zit bij het basisonderwijs, lees ook: Minister Bruins: bewegingsonderwijs is net zo belangrijk als taal en rekenen….

Aanvullend lesaanbod

Naast de reguliere lessen lichamelijke opvoeding wordt aanvullend lesaanbod aangeboden (47%). In de eerste en tweede klas wordt op 30 procent van de scholen een sportklas aangeboden, dit neemt aanzienlijk af in de derde klas (17%). Op een kwart van de vmbo-scholen wordt het keuze-examenvak lichamelijke opvoeding 2 aangeboden, op 15 procent van de vmbo-scholen het keuzedeel ‘Ondersteuning bij sport- en bewegingsactiviteiten’. Het keuze-examenvak Bewegen, sport en maatschappij wordt op de havo vaker aangeboden (20%) dan op het vwo (14%). Hiervan maken Havo-leerlingen (10%) relatief het meest gebruik van. De ontwikkeling van het extracurriculaire sport- en beweegaanbod op het voortgezet onderwijs lijkt tot stilstand gekomen. Bij een flink deel van de scholen is dit aanbod beperkt tot de jaarlijkse sportdag. Sportclinics en pauzeactiviteiten worden bij 20% maandelijks aangeboden.

Meer zwemmen

De meeste schoolleiders beoordelen de ingeroosterde lestijd als voldoende of goed. Ongeveer een derde van de sectieleiders lichamelijke opvoeding als onvoldoende/slecht. Op zich niet verwonderlijk omdat schoolleiders het vak bekijken als onderdeel van het gehele onderwijs, terwijl de sectieleiders lichamelijke opvoeding voorop stellen. Hoewel toch ook weer niet. Eigenlijk zouden schoolleiders lichamelijk opvoeding net zo belangrijk moeten vinden als de sectieleiders. Uiteraard binnen het curriculum, maar in iedergeval als aanvullend lesaanbod. Daarbij zou het zwembad natuurlijk ook heel goed kunnen helpen. Leuk en gezond voor de jeugd om allerlei vormen van bewegen in het water te laten ervaren aan de jeugd onder lestijd. Of door het aan te bieden als keuzevak, met sportdag in het zwembad of een zwemtoernooi. Er is zoveel mogelijk en je kan er zelfs nog een leuk schoolproject van voor de leerlingen. Snijdt het mes mooi aan twee kanten!

Om veranderingen in de situatie tussen 2014 en 2018 zichtbaar te maken, zijn schoolleiders en sectieleiders lichamelijke opvoeding gevraagd naar de organisatie van lichamelijke opvoeding en sport op hun schoollocatie. Voor 2018 zijn 250 schoolleiders en 361 sectieleiders lichamelijke opvoeding benaderd. Kijk voor meer informatie naar de factsheet.