Als je zwemles geeft, wil je natuurlijk zorgen voor een plezierige les waarin veel wordt geleerd. Wanneer een lesgever aangeeft dat dit met een bepaald kind of groepje moeizaam gaat, wordt bij ons door een coach begeleiding op maat geboden. De coach kijkt mee en meestal zijn enkele tips dan al voldoende. Er is andere begeleiding nodig wanneer een lesgever blijft vastlopen bij kinderen met gedrag, dat door hen als lastig wordt gevonden.
Sterke mening
Vaak komt dit doordat die lesgever een sterke mening heeft over hoe dat gedrag van het kind eigenlijk zou moeten veranderen. Wanneer jij bijvoorbeeld gelooft dat het normaal is dat je ‘altijd je best moet doen’, vind je het lastig als een kind even lekker luiert. Omdat het niet gaat zoals jij het in je gedachten hebt, kan je je gefrustreerd, boos of teleurgesteld voelen. Het is dan noodzakelijk om je bewust te worden van de onderliggende oorzaak en jouw mening heel bewust ‘parkeert’ om zo op een andere manier naar het gedrag van dat kind te kijken. Pas dán kan het weer lekker gaan lopen.
Overtuiging
Zo’n stellige mening noemen we ook wel een overtuiging. Opvattingen die je hebt over situaties, anderen en over jezelf waardoor je erin bent gaan geloven alsof het ‘de’ waarheid is. Overtuigingen vormen zich in de loop van ons leven. Als dit gebeurt, is het goed en als dat gebeurt, is het niet goed. En met deze oordelen komen natuurlijk ook de gevoelens. Als ik de gebeurtenis als ’goed’ heb leren bestempelen, voel ik me plezierig. En andersom. Wanneer een klein kind steeds te horen krijgt dat het niet lief is om je speelgoed voor jezelf te houden, zal het de overtuiging ontwikkelen dat je altijd alles moet delen. Wanneer dat kind dan als volwassene ziet dat een ander niet alles deelt, zal hij die ander bestempelen als egoïstisch (lees: fout).
Het theepotje
Jonge kinderen bouwen ook overtuigingen op door hun ervaringen. Als je ooit je handjes hebt gebrand aan een theepot, heb je je lesje wel geleerd. De theepot geeft een pijnlijk en vervelend gevoel. Maar als er thuis altijd iemand voor je klaar zat na schooltijd met een pot thee, krijg je er positieve associaties bij. En bij de thee. En bij de aanbieder van de thee. Zo simpel is het. Wanneer lesgevers zorgen voor een plezierige les, doen ze eigenlijk méér dan zorgen voor een goede zwemopleiding. Zij zijn dan als het ‘theepotje’ en bieden letterlijk en figuurlijk een warm bad. Wanneer jij in je les leuke materialen gebruikt en de oefenstof goed laat aansluiten op het niveau zullen de kinderen het gaan ervaren als iets leuks. En uiteindelijk ‘zwemmen’ leuk gaan vinden.
Vitaal
Zij ontwikkelen de overtuiging dat water plezier geeft en zij zullen eerder een leven lang het zwemwater opzoeken. En dat is wat wij natuurlijk graag willen, wij zélf hebben immers ook de overtuiging dat water plezier is! Overtuigingen blijf je je hele leven ontwikkelen. Door de komst van 6 kleinkinderen heb ik een nieuwe overtuiging ontwikkeld: het mogen zorgen voor kleinkinderen houdt je vitaal en levenslustig. En dat het genieten is om te zien hoe zij elk hun eigen unieke talenten en karaktereigenschappen hebben. Er is een 7e kindje op komst en terwijl de 3 jongens hopen dat er nog een jongetje bijkomt en de 3 meisjes zich erop verheugen om een nichtje te krijgen, denk ik alleen maar: ‘hoera, nog zo’n klein geluksbrengertje erbij!’.
Deze column is geschreven door Claartje Driessen en zal verschijnen in ZwembadBranche #71 die deze donderdag weer in de bus ligt.