23 april ZwembadBranche Dag Belgie

‘Investeren in recreatie is nog steeds spannend’

Het zwembad is een plek voor jong en oud om te bewegen, te leren zwemmen en te trainen. Maar zeker ook om te recreëren. Voor het recreatief zwemmen heb je meer nodig dan een bak met water. Elementen als glijbanen en golfslag, maar ook geluid en licht en niet te vergeten gastvrijheid en horeca maken een dagje zwemmen tot een beleving. Tijdens dit jubileumjaar blikken wij graag terug. Deze keer kijken we naar beleving binnen de zwembranche. Hoe heeft de beleving in het zwembad de afgelopen 15 jaar zich ontwikkeld? Wij vroegen het aan Eduard Leurs, de belevingsspecialist.


Ben jij op zoek naar een leverancier voor zwembadafdekkingen? 👉 Klik hier.



Eduard Leurs heeft aan de wieg gestaan van sport- en recreatievoorzieningen en als belevingsspecialist is hij een inspirator op het gebied van beleving. Wat is er naar zijn idee de afgelopen 15 jaar op dit gebied gebeurd? In zijn algemeenheid vindt Leurs dat er de afgelopen 15 jaar niet zoveel is veranderd. “Uitzonderingen daargelaten, is de branche er op dit punt niet op vooruit gegaan. Wat je wil bereiken met beleving is dat de bezoekers langer blijven in jouw accommodatie simpelweg om dat er veel te beleven valt en dus ook meer besteden. Maar het zwembad dat dit echt heeft gerealiseerd is voorlopig nog een uitzondering.”

Waarom er niet meer zwembaden zijn die een bezoek tot een beleving hebben kunnen maken? Volgens Leurs komt het vooral door de ‘hardware’, het zwembad als gebouw. Het thema beleving wordt nog onvoldoende meegenomen in het ontwerp en de bouw. “Investeren in recreatie is nog steeds spannend. Natuurlijk wil elke wethouder wel zijn nek uitsteken voor een zwembad, maar als het er eenmaal is wil menigeen er juist weer vanaf omdat het toch te veel geld kost.” Dit komt ook volgens Leurs omdat we niet goed kijken naar de behoeften. “Neem alleen al het feit dat er zeven 50-meterbaden zijn in Nederland, waarvan een aantal ook dicht bij elkaar staan. Als je hier beter over nadenkt, heeft het 50-meter bad veel meer bestaansrecht.” Daarnaast vindt Leurs dat we meer lef moeten tonen. “We moeten gaan voor nieuwe verrassende concepten, daarvan zijn er de afgelopen 15 jaar te weinig geweest.”

Een ander belangrijk element binnen beleving dat Leurs heeft gemist, is gastvrijheid. “Ik weet dat dit ook niet echt in onze genen zit, maar het kan veel beter. Sterker nog, ik heb eerder het idee dat het de afgelopen 15 jaar minder is geworden.” Hier is onder meer de opleiding zwemonderwijzer debet aan. “De opleiding is van twee jaar naar een half jaar gegaan. Hoe kun je dan verwachten dat gastvrijheid ook nog eens wordt meegenomen in het curriculum? Terwijl klantgerichtheid cruciaal is voor de totale beleving van een bezoeker. Ik zie gelukkig ook mooie voorbeelden, maar deze vormen een minderheid. Daar valt dus nog zeker winst te behalen.” Waar de zwembranche al decennia hoog op scoort is de techniek. “Zwemmen is veilig, het water is schoon en het toezicht is goed. Dat is belangrijk, de basis moet op orde zijn. Maar inmiddels hadden we al wel kunnen doorpakken, er is meer dan de techniek.”

Hoe de toekomst eruitziet? Leurs heeft hiervan wel een beeld. “Ik verwacht de komende jaren een grote sanering. De afgelopen jaren is het aantal zwembaden gegroeid en het aantal bezoekers gedaald, die scheefgroei zal gecorrigeerd worden.” Hoewel het niet aantrekkelijk klinkt, hoeft het volgens Leurs geen slechte ontwikkeling te zijn. “Wat ik zie gebeuren is dat we veel meer gaan differentiëren en gaan kijken naar de behoeften. Hier liggen in mijn ogen ook grote kansen voor private ondernemers die hierin durven te investeren. Voor een optimaal recreatiebad heb je lef nodig, je moet je willen onderscheiden. Wat je niet wil zijn, is een allemansvriend die iedere bezoeker te vriend houdt. Je moet keuzes maken en unieke concepten ontwikkelen. Daar geloof ik heilig in. We hebben het de afgelopen 15 jaar laten liggen, maar ik zie nog steeds mogelijkheden.” Dan moet er ook wel worden gewerkt aan de gastvrijheid. “Uiteindelijk gaat het om een totaalconcept, een totale beleving waar tot in detail over is nagedacht van het begin tot het eind.”