Uit meerdere onderzoeken blijkt dat het nut van bewegen mensen een andere drijfveer geeft dan de ‘gewone’ motivatie om te gaan sporten. Ik ben het daar volledig mee eens. Het vergt wel net een stapje meer van de lesgever, er moet meer worden gekeken naar het waarom dan naar de oefeningen op zich. Maar klanten reageren er goed op. Ze geven na een tijdje ook zelf antwoord op vragen als ‘waarom doen we dit?’ en ‘waar is dit goed voor?’
Warming-up
Mijn warming-up bijvoorbeeld (volgens de ‘regels’ van het ACSM) bestaat uit 2 delen: een zogenaamde ‘drijvende’ warming-up (even weer wennen aan het water, zoals de weerstand en de opwaartse druk ervan voelen) en een tweede ‘cardio’ warming-up. Als ik de klant vraag: ‘wat gebeurt er bij het tweede liedje?’ dan zeggen ze zelf dat de hartslag omhooggaat en het bloed sneller gaat stromen. Of dat zij er moe van worden. Missie geslaagd.
Praktijk
In de praktijk ziet het er zo uit: rustig joggen op landtempo (dat zijn ze gewend) met snijdende handen mee, dan hetzelfde maar met ellebogen naar buiten en dan langzaamaan opbouwen naar ‘scheppende handen’ (water naar voor of water naar achter brengend). Bij de cardio warm-up worden de bewegingen groter. Je werkt dus niet sneller, maar juist qua bewegingen trager (gebruik watertempo) waardoor de bewegingen meer kracht vergen. Een jog kan dan ook een beenhef worden of kicks. De armen bewegen vaak ook niet meer in het sagittale vlak (voor-achter) maar juist in het transversale vlak (roterend, net alsof je over een tafel veegt). Kruis voor de veiligheid van de rug je armen over het opgetrokken been, zodat de rug niet in een verkeerde gebogen positie komt te staan. Laat ze duwen-trekken-openen-sluiten.
Rustiger
Meestal krijgen ze van mij daarna een wat rustiger nummer, gericht op de schoudergordel of op de heupgordel. Staan in verschillende posities (benen naast elkaar of 1 been voor) en dan grote bewegingen maken, vanuit de ‘core’ werkend. In dit gedeelte spreek ik van ‘reik met de handen naar voren’ of ‘neem de elleboog mee naar achter en strek dan pas uit’. Als je thuis iets zwaars in je handen hebt, draag je dat ook niet rond met gestrekte armen. Toch? Ook vormen met ‘iets pakken en wegzetten’ komen dan aan bod. Iets van laag naar hoog, van links onder naar rechts boven.
Balans
Andere werkvormen die veel nut hebben voor senioren zijn het werken met balansvormen. Het trainen van evenwichtgaat nou eenmaal vlotter in het water. Aan de ene kant sta je al beter (hydrostatische druk) dus kan je de spieren beter aanspannen op plaatsen waar het nodig is, je bent minder bang om te vallen (wat op het land enorm meespeelt) en je hebt veel meer tijd om te reageren op een val. Ik daag ze dan ook wel eens uit om zo lang mogelijk te wachten (dus opzettelijk WEL te vallen), want dan moeten ze spieren opspannen om weer te gaan staan.
Versterken
Ook ‘versterken’ is een woord dat ik vaak gebruik. Dat kan het versterken zijn van iets fysiek (kracht, snelheid), iets spier-gerelateerd (sterke bovenbenen is goed voor beter zitten-staan en bij het lopen) of zelfs de geest. Ik geef ze wel eens 4 oefeningen bij de warming-up die ze dan later weer terugkrijgen. ‘Wat was de oefening hierna?’ en dan zie je ze nadenken… Wederom vraag ik hun ‘waarom moet ik dit versterken?’ en dan geven ze MIJ het antwoord.
Het nut
Door klanten meer informatie te geven, onthouden ze het ook langer. Ze zien er het nut van in en denken erover na. Je zit in hun hoofd. Een klant zei me vorige week nog ‘Katrien, ik liep in de supermarkt, hoorde jouw nummer en wist dat het die boogschutter oefening was.’ En als ik had gevraagd waarom we die doen, dan had ze wellicht ook nog kunnen zeggen: ‘is goed voor het naar achter brengen van de schouders.’ En zo is het. ‘Cupido’ schiet zijn pijlen, om de bovenrug te versterken en de schouders in een meer neutralere stand te krijgen… Oftewel: het verduidelijken van het nut is dus gewoon ontzettend belangrijk.
Deze column is geschreven door Katrien Lemahieu en verscheen eerder in ZBB#70
advertentie
